Hoe merk ik het?
- Beklemmende pijn op de borst
- Benauwd gevoel
- Licht gevoel in het hoofd
- Tintelingen in de handen
- Hartkloppingen
- Angst
Hoe werkt het?
Een aanval van hyperventilatie is heel onaangenaam. U hebt last van beklemming en pijn op de borst en het gevoel dat u niet genoeg lucht krijgt. U hebt hartkloppingen en kunt zich ook licht in het hoofd voelen met duizeligheid. Vaak hebt u tintelingen of stijve handen of een strak gevoel rond de mond. U bent angstig en denkt dat het aan uw hart ligt. Bij een aanval van hyperventilatie hoeven niet persé al deze verschijnselen op te treden. Wel is er vrijwel altijd sprake van beklemming op de borst en een gevoel van benauwdheid.
Hoe ontstaat het?
Een aanval van hyperventilatie is eigenlijk een uit de hand lopende, normale biologische reactie. Als u gespannen bent bereidt het lichaam zich voor op actie. U krijgt een stoot adrenaline in het bloed, het hart gaat sneller kloppen, u ademt dieper en uw pupillen staan wijd open. U bent er nu helemaal klaar voor om te reageren op wat er dreigt te gebeuren, klaar om aan te vallen of te vluchten ("fight or flight reaction"). Als datgene wat u verwacht echter uitblijft, blijft u wel in een lichamelijke en geestelijke stresstoestand die zich niet kan ontladen. De versnelde hartslag wordt een angstig bonzen van het hart en de diepe ademhaling maakt dat het zenuwstelsel ontregeld raakt zodat u duizelig wordt en last krijgt van tintelingen. U hebt het gevoel dat u niet genoeg lucht krijgt, terwijl u in feite teveel lucht binnen krijgt. Door al deze vreemde lichamelijke sensaties wordt u angstig, de spanning in uw lichaam neemt nog verder toe en u raakt als het ware in een vicieuze cirkel gevangen. Hyperventilatie kan ook chronisch worden. U hebt dan regelmatig wat beklemming op de borst, bent vaak licht in het hoofd, hebt hoofdpijn en voelt u chronisch moe. Vaak ontstaan de klachten juist als u denkt zich lekker te gaan ontspannen, 's avonds voor de televisie of 's nachts in bed.
Hoe ga ik er zelf mee om?
Het belangrijkste maar tegelijk ook het moeilijkste is, dat u zich realiseert wat er precies aan de hand is. Vervolgens is het zaak te proberen uw emoties de baas te worden. Als dat lukt kunt u proberen uzelf gerust te stellen om zo de vicieuze cirkel van angst en van akelige lichamelijke sensaties te doorbreken. Hoe eng een aanval van hyperventilatie ook voelt, het is echt volkomen onschuldig en er kan u niets gebeuren. Probeer u te concentreren op uw ademhaling en die onder controle te krijgen. Onderdruk de neiging om te zuchten. Adem rustig in. Met de buik en niet met de borst. Adem ook niet te diep; drie tellen in, zes tellen uit. Als u weer rustig bent, probeer dan na te gaan wat u zo gespannen heeft gemaakt. Probeer het probleem op te lossen. En als het zich niet laat oplossen, probeer dan een methode te vinden om de spanning af te leiden, door sport, yoga of een andere manier die bij u past.
Hoe gaat de arts er mee om?
Als u voor het eerst wordt getroffen door een aanval van hyperventilatie weet u niet wat u overkomt. U bent alleen maar angstig. Vraag daarom hulp. Neem contact op met uw arts of vraag hulp van iemand uit uw omgeving. Door uitleg van uw arts en hulp bij het onder controle krijgen van de ademhaling, zal de angst afnemen en zullen de klachten verdwijnen. Er bestaan geen medicijnen tegen hyperventilatie maar wel medicijnen die angst onderdrukken, de zogenaamde benzodiazepines. Deze medicijnen hebben echter ook een nadeel: ze werken versuffend en zijn ook snel verslavend. Gebruik ze dus kortdurend, alleen in noodsituaties. Als het u niet lukt de onderliggende spanningen zelf onder controle te krijgen of op te lossen, overleg dan met uw arts wat u het beste kunt doen of neem contact op met het Maatschappelijk Werk. Gedragstherapeutische hulp van een psycholoog of psychotherapeut is vaak erg effectief. Daarbij wordt door oefening de angstreactie als het ware afgeleerd.
Wetenschappelijk nieuws
Hyperventileren leidt volgens dr. Roland Thijs niet tot flauwvallen. Hij zegt dat in zijn proefschrift waarmee hij deze maand is gepromoveerd mee promoveert aan het LUMC. Ook stelt Thijs dat artsen een syncope (informeel flauwvallen: een kortdurende en vanzelf-overgaande bewusteloosheid veroorzaakt door een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen) vaak niet herkennen, omdat een precieze omschrijving ontbreekt.
In hoeverre zijn bewegingsziekte en ademhaling op elkaar van invloed? Kolonel-vliegerarts en revalidatiearts Agali Mert heeft dit onderzocht. In zijn proefschrift Motion-based Equilibrium Reprocessing Therapy beschrijft hij de resultaten hiervan. Hij promoveert op 25 november aan VUmc. Hoe beïnvloeden bewegingsziekte en de ademhaling elkaar? Een disfunctionele ademhaling kan een negatieve invloed op de symptomen van bewegingsziekte hebben. Soms kan er hyperventilatie optreden, waarschijnlijk als compensatie voor het lichaam om met de misselijkmakende stimulus om te gaan. Ook is gekeken in hoeverre opheffen van krachten, die bijvoorbeeld tijdens autorijden optreden bij remmen en versnellen, het reiscomfort kunnen verbeteren. Het lijkt erop dat het gedeeltelijk opheffen van deze krachten het optreden van bewegingsziekte kan vertragen. Tevens lijkt het tijdstip van optreden van de eerste symptomen (nog zonder misselijkheid) te bepalen of personen daadwerkelijk ziek gaan worden. Met deze kennis is onderzocht of de principes voor het ongevoelig maken van personen voor bewegingsziekte, zoals al tientallen jaren gebeurt in militair vliegmedische omgevingen, gebruikt kunnen worden voor mensen met chronische evenwichtsstoornissen door problemen met het evenwichtsorgaan. De eerste resultaten van dit onderzoek in het Militair Revalidatie Centrum in Doorn laten bij patiënten een duidelijke afname in symptomen en toename in functioneren zien. Onderzocht is ook hoe verstorende visuele stimuli de balans tijdens het lopen verstoren. Het blijkt dat mensen tijdens lopen sterk afhankelijk zijn van stabiele visuele herkenningspunten voor oriëntatie en dat bij afwezigheid hiervan het risico op vallen duidelijk toeneemt. Dit proefschrift is daarom van belang voor behandeling van mensen die bewegingsziektegevoelig zijn én voor mensen met evenwichtsstoornissen of balansproblemen van andere oorsprong.