Zottegemstraat 24
9688 Schorisse
T. 055 45 56 81
info@apotheekvelghe.be
APOTHEEK VELGHE RONSE
Peperstraat 19
9600 Ronse
T. 055 21 26 72
ronse@apotheekvelghe.be
Hoe merk ik het?
- Moeheid
- Misselijkheid, slechte eetlust
- Slechts zelden geelzucht
Hoe werkt het?
Hepatitis betekent leverontsteking. Verschillende micro-organismen kunnen daarvan de oorzaak zijn. Vooral virussen, zoals de hepatitis A, hepatitis B en hepatitis C virussen, het pfeiffervirus (Epstein Bar virus) en het Cytomegalie virus. Het hepatitis C virus veroorzaakt meestal een licht verlopend ziektebeeld met vooral vermoeidheid en misselijkheid. Vaak merkt men niet eens dat men de infectie doormaakt en wordt de ziekte pas jaren later vastgesteld. Het verraderlijke zit hem in het feit dat bij 80 procent van de geïnfecteerden de ontsteking chronisch wordt. Dit leidt tot een toenemende beschadiging van de lever. Na jaren (tien tot twintig jaar) kan dat bij een deel van de patiënten (een kwart) leiden tot levercirrose (verbindweefseling van de lever) of leverkanker. Deze beide aandoeningen zijn dodelijkHoe ontstaat het?
De ziekte wordt overgebracht door bloedcontact. Drugsgebruikers gebruiken nogal eens elkaars injectiespuiten en -naalden. Men kan ook besmet raken door het gebruik van niet-gesteriliseerde naalden in piercing- en tatouageshops. Onder medisch personeel komen nogal eens "prikaccidenten" voor. Dat wil zeggen dat men zich prikt met een "vuile" (reeds voor een patiënt gebruikte) naald. Vroeger kon hepatitis C ook door bloedtransfusies doorgegeven worden, maar tegenwoordig wordt al het donorbloed op de ziekte gecontroleerd. Overdracht via seksueel contact is niet waarschijnlijk. Wel kan een besmette moeder haar kind infecteren tijdens de bevalling of door het geven van borstvoeding.Hoe ga ik er zelf mee om?
Probeer bloedcontacten zoveel mogelijk te voorkomen. De overheid stelt gratis injectiespuiten en naalden beschikbaar voor drugsverslaafden. Alle donorbloed wordt tegenwoordig gecontroleerd op de aanwezigheid van het hepatitis C virus. Zeker als u weet dat u drager bent van het virus dient voorzichtig te zijn en er zoveel mogelijk op toe te zien dat anderen niet met uw bloed in aanmerking kunnen komen, door wonden goed te verbinden, verbandmiddelen te vernietigen, door uw tandenborstel niet uit te lenen, enzovoort. Helaas is vaccinatie tegen hepatitis C (nog) niet mogelijk.Hoe gaat de arts er mee om?
Meestal komt men de ziekte op het spoor doordat bij bloedonderzoek naar de oorzaak van de vermoeidheid afwijkingen aan de lever worden gevonden. Nader onderzoek brengt dan de diagnose hepatitis C aan het licht. Als dat vaststaat wordt u behandeld met interferon en met medicijnen die de virusgroei remmen. Deze behandeling is effectief bij de helft van de patiënten. Bij de overigen blijft het virus aanwezig en blijft de kans bestaan op toenemende leverbeschadiging.Wetenschappelijk nieuws
In de Nederlandse huizen van bewaring komt hepatitis C ruim twintig keer zo veel voor als onder de gewone bevolking. Dit lijkt vooral te komen door relatief grote aantallen drugs- en ex-drugsgebruikers. Hepatitis C is een sluipmoordenaar. Mensen met een hepatitis C-infectie hebben over het algemeen weinig of zeer weinig verschijnselen of klachten en merken nauwelijks dat ze de ziekte bij zich dragen. Tien tot twintig procent krijgt na tien tot twintig jaar levercirrose met een kans van een tot vier procent per jaar op het ontwikkelen van leverkanker. Hepatitis C is dus een traag verlopende en uiteindelijk mogelijk dodelijke aandoening. De ziekte wordt overgedragen via bloed-bloedcontact. Vroeger gebeurde dit nog wel eens bij bloedtransfusies, tegenwoordig gaat het bij de helft van de nieuwe meldingen van hepatitis C om spuitende harddrugsgebruikers. Doordat de ziekte zo onopvallend begint, weten veel mensen niet dat ze met hepatitis C geïnfecteerd zijn. De schattingen van het aantal mensen met een hepatitis C-infectie lopen hierdoor nogal uiteen. In Nederland hebben 15.000 tot 60.000 mensen hepatitis C (0,1 tot 0,4% van de bevolking). In de Nederlandse strafinrichtingen komt, net als in het buitenland, de ziekte veel vaker voor, met 237 tot 1272 geïnfecteerden (2 tot 10,7%), zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL dat is uitgevoerd met subsidie van WODC/ministerie van Justitie.
Hepatitis C kan op termijn worden genezen met behulp van een vaccin. Dat concludeert Peng Peng Ip in haar promotieonderzoek. In preklinisch onderzoek bleek het namelijk mogelijk om een beschermende immuunrespons op te roepen tegen hepatitis C, een leverontsteking die wordt veroorzaakt door een virus. Als het nieuwe vaccin ook in klinisch onderzoek goed functioneert, is dat veelbelovend voor de behandeling van patiënten met hepatitis C. Hepatitis C wordt overgedragen via besmet bloed. Mensen bij wie hepatitis C (HCV) wordt vastgesteld, krijgen een half jaar tot een jaar lang zware medicijnen. Zonder behandeling kan hepatitis C overgaan in chronische leveronsteking of leverkanker. Peng Peng Ip ontwikkelde een nieuw vaccin tegen hepatitis C op basis van het Semliki Forest virus (SFV). In het laboratorium heeft zij het virus zo gemanipuleerd dat het een heel specifiek eiwit aanmaakt. Een dergelijke aanpak heet immuuntherapie; het lichaam wordt geholpen de ontstekingscellen zelf op te ruimen. De aanmaak van specifieke eiwitten leidt tot het afsterven van cellen die met SFV-virusdeeltjes geïnfecteerd zijn. En dat helpt het lichaam om ook in actie te komen tegen HCV-besmette cellen. De promovenda ontdekte dat een vaccin op basis van SFV in muizen een sterke afweerreactie opriep. Ook liet ze zien hoe je kunt vaststellen welk antigeen in het vaccin ingebouwd moet worden om succesvol te zijn. Het gaat hier om bijzonder fundamenteel onderzoek. Voordat dat in de klinische praktijk kan worden toegepast, is er nog meer onderzoek nodig. Peng Peng Ip (Guangdong, China, 1982) studeerde Microbiologie en Immunologie aan de National Yang-Ming University, Taiwan. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Medische Microbiologie binnen de sectie Tumorvirologie en Immuuntherapie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd met een beurs van het Ubbo Emmiusfonds.
Hepatitis C kan op termijn worden genezen door een vaccin. Dat concludeert onderzoekster P. Peng Ip in haar promotieonderzoek aan de RUG. Hepatitis C wordt overgedragen via besmet bloed. Mensen bij wie hepatitis C (HCV) wordt vastgesteld, krijgen een half jaar tot een jaar lang zware medicijnen. Zonder behandeling kan hepatitis C overgaan in chronische leverontsteking of leverkanker. Uit preklinisch onderzoek bleek dat een beschermende immuunrespons is op te roepen tegen hepatitis C. Deze leverontsteking wordt veroorzaakt door een virus. Onderzocht moet worden of het nieuwe vaccin ook in klinisch onderzoek goed functioneert.
Bart Grady: ‘Hepatitis C Virus: risk factors and disease progression’. Vrouwen met een acute hepatitis C-besmetting zijn beter in staat om het virus zonder behandeling kwijt te raken dan mannen. Als ze een gunstige variant van het gen voor interferon lambda-3 hebben, is dit effect zelfs nog sterker. Ook bij mannen is deze variant geassocieerd met het spontaan kwijtraken van het hepatitis C-virus (HCV). Dat is een van de bevindingen van Grady, die met zijn promotieonderzoek de kennis wil vergroten over het risico op hepatitis C en het natuurlijk ziektebeloop. Hiervoor onderzocht hij twee risicogroepen: injecterende druggebruikers en hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen (MSM). Ook keek Grady naar het risico op een herinfectie met HCV na succesvolle behandeling van een chronische infectie met medicijnen. Hij liet zien dat injecterende druggebruikers een laag risico op herinfectie hebbben na een geslaagde therapie. Opvallend is dat het risico bij hiv-positieve MSM veel hoger is. Mensen met HCV hebben een verhoogd risico op sterfte door ernstige leverziekte. Zeker als ze ook besmet zijn met hiv.
Een wereldwijd onderzoek van onder andere het Erasmus MC in Rotterdam wijst uit dat de behandeling van hepatitis C levensreddend kan zijn. Het was al bekend dat het virus dat hepatitis C veroorzaakt, niet meer terugkomt na een behandeling met interferon en ribavirine. Nu is ook aangetoond, dat deze patiënten langer leven. Zij krijgen minder vaak leverfalen en leverkanker, waarvan bekend is dat het complicaties zijn hepatitis C.
Anouk Urbanus: ‘Hepatitis C virus infection: spread and impact in the Netherlands’. In Nederland lopen hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen de meeste kans op een infectie met het hepatitis C-virus (HCV). Voorheen waren dat injecterende druggebruikers en hemofiliepatiënten. Dit constateert Anouk Urbanus in haar onderzoek naar het voorkomen van HCV onder nieuwe en bekende risicogroepen. In haar onderzoek geeft ze aan voor welke groepen een gericht screeningsprogramma nodig is. Aanleiding voor het onderzoek was een rapport van de Gezondheidsraad uit 2004. De Raad adviseerde meer epidemiologisch onderzoek te verrichten naar HCV, omdat begin 2000 nieuwe en verbeterde behandelopties voor hepatitis C beschikbaar kwamen. Eerste generatie niet-westerse migranten in Nederland vormen de grootste groep met een bestaande HCV-infectie. Zij zijn veelal geïnfecteerd geraakt in hun land van herkomst. Daarnaast doen veel van de nog niet opgespoorde HVC-infecties zich voor onder mensen die in het verleden risico liepen op HCV (ooit een bloedtransfusie ondergaan, ooit drugs gespoten) en zichzelf niet als risicogroep zien. HCV-screeningsprogramma’s moeten zich richten op deze risicogroepen (hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen, eerste generatie niet-westerse migranten en mensen die in het verleden risico hebben gelopen). Daarnaast concludeert Urbanus dat screenings- en preventieprogramma’s voor traditionele risicogroepen zoals injecterende druggebruikers gecontinueerd dienen te worden.
Joep de Bruijne: ‘Direct-acting antiviral therapy for chronic hepatitis C’. De studies in dit proefschrift geven meer inzicht in de veiligheid, toepasbaarheid en het werkingsmechanisme van nieuwe direct-acting antivirals voor de behandeling van chronische hepatitis C. Deze nieuwe generatie geneesmiddelen bezit een sterke antivirale activiteit waardoor meer patiënten een blijvende virale respons bereiken ten opzichte van de oude standaardbehandeling met peg-interferon en ribavirine. Wel blijkt dat er resistente virusvarianten ontstaan na behandeling met proteaseremmers (een van de nieuwe antivirale middelen) en dat dit kan leiden tot falen van de therapie. Tevens toonde De Bruijne aan dat het merendeel, maar niet alle, resistente virusvarianten verdwijnen na het staken van de therapie en dat patiënten succesvol kunnen worden herbehandeld met een vergelijkbare proteaseremmer.
Xiomara Thomas: ‘Virological aspects of acute and chronic hepatitis C virus infections’. Het virus dat hepatitis C veroorzaakt, is zeer variabel en daarom bijzonder ingewikkeld te bestrijden. Het is voor het immuunsysteem van het lichaam een uitdaging om het virus het lichaam uit te werken. Uit het onderzoek van Thomas blijkt dat er tegenwoordig betere therapieën zijn. Ook zijn er betere vooruitzichten op een vaccin.
Het toevoegen van een derde geneesmiddel - boceprevir - aan de huidige behandeling van hepatitis C verbetert de effectiviteit van de therapie [Lancet, e-publicatie 6 augustus 2010]. De huidige behandeling met peginterferon en ribavirine werkt bij minder dan de helft van de patiënten met chronische hepatitis-C-infectie. Toevoeging van de proteaseremmer boceprevir verhoogde de sustained virological response (ondetecteerbare hoeveelheid virusdeeltjes). Het onderzoek werd gedaan bij 520 hepatitis-C-patiënten uit de Verenigde Staten, Canada en Europa. Bron: PW 2010;145(35):31 + FUS
De Stichting HIV Monitoring meldt dat één op de twintig hiv-geïnfecteerde patiënten die in Nederland in zorg zijn momenteel chronisch geïnfecteerd is met het hepatitis C-virus (HCV), en een verhoogd risico loopt op het ontwikkelen van chronische leverziekte en leverkanker. Een toenemend aantal hiv-patiënten is de afgelopen jaren behandeld met de tot voor kort geldende standaard behandeling voor HCV. Die behandeling gaat gepaard met veel bijwerkingen en is beperkt effectief. Als gevolg hiervan is een groot aantal patiënten met hiv in zorg nog niet of nog niet met succes behandeld voor hun chronische HCV co-infectie. Twee nieuwe middelen tegen HCV zijn begin 2012 geïntroduceerd. Toevoeging van deze middelen aan de reeds bestaande behandeling gaf weliswaar een grotere maar nog steeds onvoldoende kans op genezing van HCV. Bovendien gaat ook het gebruik van deze nieuwe middelen nog steeds gepaard met belastende bijwerkingen. Diverse nieuwere behandelingen met een zeer hoge kans op genezing van HCV en weinig bijwerkingen worden momenteel ontwikkeld. De beschikbaarheid van dergelijke behandelingen voor klinische toepassing wordt met spanning afgewacht. De hoop is dat deze nieuwe behandelingen sterk zullen bijdragen aan het verminderen van het aantal toekomstige gevallen van chronische leverziekte, leverkanker, en de kans voor mensen met hiv om hieraan te overlijden. ____________________
Het toevoegen van een derde geneesmiddel - boceprevir - aan de huidige behandeling van hepatitis C verbetert de effectiviteit van de therapie [Lancet, e-publicatie 6 augustus 2010]. De huidige behandeling met peginterferon en ribavirine werkt bij minder dan de helft van de patiënten met chronische hepatitis-C-infectie. Toevoeging van de proteaseremmer boceprevir verhoogde de sustained virological response (ondetecteerbare hoeveelheid virusdeeltjes). Het onderzoek werd gedaan bij 520 hepatitis-C-patiënten uit de Verenigde Staten, Canada en Europa. Bron: PW 2010;145(35):31 + FUS
Jannie van der Helm: ‘International epidemiological studies on HIV, HCV, and STI’. Zeer sporadisch worden mensen die besmet raken met hiv niet ziek. Dit is een van de vele conclusie uit het proefschrift van Van der Helm waar ze internationale epidemiologische studies naar hiv, hepatitis C-virus en andere soa’s, alsmede de kwaliteit van testen heeft onderzocht. Doel was de verspreiding en ziektelast van deze infecties te verminderen. Ze stelt dat de bevinding dat sommige patiënten met hiv niet ziek worden waardevolle informatie kan opleveren voor de ontwikkeling van een vaccin tegen de ziekte aids. Ook keek ze naar de besmetting van hiv-positieve homomannen met hepatitis C virus, dat tot ernstige leverschade kan leiden. Deze ziekte kwam in deze groep na 2002 sterk op en de kans op problemen met hiv is groter als de patiënt ook is besmet met hepatitis C. Van der Helm adviseert dat hiv-positieve patiënten met veel risicocontacten ook regelmatig getest moeten worden op hepatitis C. Een ander van het proefschrift behandelt de besmetting met chlamydia en sneltest hiervoor. De door de fabrikant geclaimde gevoeligheid van de test voldeed niet, vooral bij patiënten met weinig bacteriën. Ten slotte blijkt een zelf afgenomen rectaal uitstrijkje om chlamydia vast te stellen even goed te zijn als wanneer een verpleegkundige het uitstrijkje afneemt. De patiënten stellen het op prijs dit zelf te kunnen doen.
Hoe bereik je 100.000 Nederlandse hepatitisdragers die dat niet van zichzelf weten en ook nog geen klachten hebben? Dragers die intussen wel besmettelijk zijn voor anderen en van wie de lever steeds verder onherstelbaar wordt aangetast. Voor die opgave ziet het Nationaal Hepatitis Centrum zich gesteld en vraagt het aandacht tijdens de Wereld Hepatitis Dag op 19 mei a.s. Niet alleen van mensen uit risicogroepen, maar ook van politiek Den Haag. In een nieuwe resolutie spoort de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) overheden van Nederland en andere landen aan om virale hepatitis te bestrijden door betere preventie, opsporing en behandeling. De grootste winst is te behalen met preventie en voorlichting. Het Nationaal Hepatitis Centrum (NHC) raadt mensen uit risicogroepen dringend aan om zich te laten testen op hepatitis B en C. Met een snelle en eenvoudige test kan iemand zichzelf op termijn veel onnodige ellende besparen omdat in veel gevallen tijdige behandeling de gevolgen van een chronische hepatitis kan voorkomen. Het gaat daarbij om drugsgebruikers, ontvangers van bloedtransfusies voor 1992, mensen die ooit een operatie of tandartsbehandeling in het buitenland hebben ondergaan, mensen die in het buitenland een tatoeage of piercing hebben laten zetten, mensen van wie de moeder bij hun geboorte was besmet, migranten uit risicolanden en mensen met homoseksuele contacten. "Mensen uit risicogroepen doen er verstandig aan om zich te melden bij hun huisarts om getest te worden. En als hepatitis is vastgesteld moeten zij zich laten behandelen. Huisartsen en GGD"s spelen in Nederland een cruciale rol bij de opsporing en behandeling van hepatitis en het redden van levens", aldus Prof. dr. H.L.A. Janssen, hoogleraar Hepatologie, Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Vaccinatie tegen hepatitis C is nog niet mogelijk. Daarom is het van belang dat mensen de risicofactoren en infectieroutes van het hepatitisvirus kennen en bepaalde leefregels in acht nemen. Vaccinatie is een doeltreffende manier om hepatitis B infectie te voorkomen. Mensen uit risicogroepen moeten hierom vragen bij hun huisarts. Al sinds 1992 pleit de WHO voor een algehele hepatitis B vaccinatie. In maart 2009 heeft de Gezondheidsraad de minister van VWS geadviseerd om alle zuigelingen via het Rijksvaccinatieprogramma te laten vaccineren tegen hepatitis B, in combinatie met een inhaalvaccinatie bij 12-jarigen gedurende 11 jaar. Het NHC vindt het nu hoog tijd dat de minister een besluit neemt en het advies opvolgt. Chronische virale hepatitis wordt veroorzaakt door het hepatitis B of het hepatitis C virus. Nederland telt naar schatting 100.000 dragers van hepatitis B of C. Elk jaar komen daar 700-800 patiënten bij. Die dragers moeten opgespoord en behandeld worden om te voorkomen dat zij een besmettingsgevaar vormen voor anderen of dat zij een chronische hepatitis ontwikkelen, die kan leiden tot levercirrose, leverfalen en/of leverkanker en zelfs de dood.
De Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) en de Coordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – Human (CMDh) hebben in hun maandelijkse vergaderingen de onderstaande adviezen gegeven.
De CHMP is het geneesmiddelenbeoordelingscomité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) is vertegenwoordigd. De CMDh is een Europees besluitvormend orgaan dat verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de Wederzijdse erkennings- en Decentrale procedures. Verder worden ook alle nationaal geregistreerde producten besproken die op grond van potentieel ernstig risico voor de volksgezondheid zijn doorverwezen naar het geneesmiddelenbewakingscomité Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) voor discussie.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Vynfinit (vintafolide, een oncolyticum), weesgeneesmiddel voor de behandeling van platina-resistent ovariumcarcinoom met expressie van foliumzuurreceptoren op de tumoren. . Het kan in combinatie met de diagnostica Folcepri (etarfolatide) en Neocepri (folinezuur) worden gegeven ter visualisatie van de foliumzuurreceptor. Het betreft een handelsvergunning om een geneesmiddel in een vroeg stadium van de ontwikkeling beschikbaar te stellen voor een levensbedreigende aandoening, op voorwaarde dat er aanvullende data verzameld wordt.
- Sylvant (siltuximab, een monoklonaal antilichaam), weesgeneesmiddel voor de behandeling van de multicentrische vorm van de ziekte van Castleman.
- Entyvio (vedolizumab, een monoklonaal antilichaam), voor de behandeling van Colitis Ulcerosa en de ziekte van Crohn.
- Jardiance (empagliflozine, een natrium-glucose co-transporter-2-remmer (SGLT-2-remmer)), voor de behandeling van diabetes mellitus type II.
- Olysio (simeprevir, een hepatitis C protease remmer), voor de behandeling van chronische hepatitis C in combinatie met andere geneesmiddelen.
Aanpassingen indicaties
CHMP adviseerde positief over de volgende indicatie-aanpassingen:
- Pegasys (peginterferon alfa-2a), dient gebruikt te worden in combinatie met andere geneesmiddelen voor de behandeling van chronische hepatitis C bij patiënten met gecompenseerde leverziekte.
- Tresiba (insuline degludec), mag nu ook gebruikt worden in combinatie met een GLP-1-receptor agonist bij patiënten met diabetes mellitus type II.
- Victoza (liraglutide), mag nu ook gebruikt worden in combinatie met insuline.
Diacereïne
De CMDh adviseert op basis van een meerderheidsstandpunt om het gebruik van diacereïne te beperken. Hiermee onderschrijft de CMDh de aanbevelingen van de PRAC. Het advies wordt nu voor verdere besluitvorming voorgelegd aan de Europese Commissie. Diacereïne is een geneesmiddel voor de behandeling van artrose en is niet in Nederland geregistreerd.
Influenza vaccin 2014-2015
De CHMP heeft de aanbevelingen voor de Europese Unie ten aanzien van de samenstelling van de influenzavaccins overgenomen. Deze aanbevelingen hebben betrekking op de virusstammen die vaccins voor de preventie van seizoensgriep 2014-2015 dienen te bevatten.
Meer informatie
Geneesmiddelenbeoordelingscomité CHMP adviseert positief over het verlenen van handelsvergunningen voor 6 geneesmiddelen, waaronder 2 geneesmiddelen voor een chronische infectie met het hepatitis C-virus.
Positieve adviezen voor handelsvergunningen (in alfabetische volgorde)
- Fotivda (tivozanib) is een vasculair endotheel groeifactor receptor (VEGFR) kinase remmer en bestemd voor de eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met gevorderde niercelkanker. Ook is het middel bestemd voor volwassen patiënten met ziekteprogressie na één eerdere behandeling met cytokine therapie voor gevorderde niercelkanker en die niet eerder behandeld zijn met een VEGF en mTOR remmer.
- Kisqali (ribociclib) is een cycline-afhankelijk kinase 4 en 6 (CDK4/6) remmer en in combinatie met een aromatase remmer bestemd voor de behandeling van postmenopauzale vrouwen met hormoonreceptor (HR) positieve, humane epidermale groeifactorreceptor 2 (HER2) negatieve lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker als initiële endocrien-gebaseerde therapie.
- Mavenclad (cladribine) is een purine-analoog en bestemd voor de behandeling van zeer actieve relapsing multiple sclerose vastgesteld door klinische testen of beeldvormende technieken.
- Maviret (glecaprevir / pibrentasvir) en Vosevi (sofosbuvir / velpatasvir / voxilaprevir) zijn nieuwe combinatiebehandelingen bestemd voor de behandeling van chronische hepatitis C (CHC). Beide geneesmiddelen zijn beoordeeld volgens de versnelde beoordelingsprocedure van de EU.
- Imraldi ((biosimilar van Humera, adalimumab) is bestemd voor de behandeling van patiënten met reumatoïde artritis, juveniele idiopathische artritis, axiale spondyloartritis, artritis psoriatica, psoriasis, plaque psoriasis bij kinderen, hidradenitis suppurativa, ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en uveïtis.
Aanpassing therapeutische indicaties (in alfabetische volgorde)
Er zijn positieve adviezen gegeven over de uitbreiding van de indicaties voor:
- Faslodex (fulvestrant) is een oestrogeenreceptorantagonist en nu ook bestemd voor de behandeling van postmenopauzale vrouwen met oestrogeenreceptor positieve, lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker die eerder niet behandeld zijn met endocriene therapie.
- Harvoni (sofosbuvir / ledipasvir acetonsolvaat) is een combinatie van een NS5A remmer en een NS5B polymerase remmer en nu ook bestemd voor de behandeling van chronische hepatitis C (CHC) bij adolescenten (12 tot 18 jaar).
- Kaletra (lopinavir en ritonavir) is een combinatie van twee proteaseremmers en bestemd voor de behandeling van met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv-1) en nu ook bestemd voor de behandeling van kinderen ouder dan 14 dagen.
- Mimpara (cinacalcethydrochloride) is een calcium regulator en nu ook bestemd voor de behandeling van secundaire hyperparathyreoïdie (HPT) bij kinderen vanaf 3 jaar met ernstig nierfalen (End-Stage Renal Disease; ESRD) die gedialyseerd worden.
- Orencia (abatacept) is een immunosupressivum en nu ook bestemd voor, alleen of in combinatie met MTX , de behandeling van actieve psoriatische artritis onvoldoende reagerend op DMARD-therapie, waaronder MTX, en voor wie extra systemische therapie voor psoriatische huidletsels niet noodzakelijk is.
- Soliris (eculizumab) is een gehumaniseerd monoklonaal IgG2/4k antichaam en nu ook bestemd voor refractaire gegeneraliseerde myasthenia gravis (gMG) bij patiënten die anti-acetylcholine receptor (AChR) antilichaam positief zijn.
- SonoVue (zwavelhexafluoride) is een echocardiografisch contrastmiddel en nu ook bestemd voor gebruik in ultrasonografie bij pediatrische patiënten tot 18 jaar om een vesicoureterale reflux te detecteren.
- Stivarga (regorafenib) is een brede kinase remmer en nu ook bestemd als monotherapie voor de behandeling van patiënten met hepatocellulair carcinoom die eerder zijn behandeld met sorafenib.
- Victoza (liraglutide) is een GLP-1 analoog bestemd voor de behandeling van diabetes mellitus type 2. Op basis van de resultaten van de LEADER-studie is de indicatie enigszins gewijzigd. De resultaten van de studie staan beschreven in sectie 5.1 van de productinformatie.
Intrekking van aanvragen
De aanvragen voor een handelsvergunning voor Elmisol (levamisol) en Zafiride (NGR-menselijke tumornecrosefactor alfa) zijn ingetrokken.
Elmisol zou bestemd zijn voor de behandeling van een steroïd gevoelig nefrotisch syndroom (SSNS) bij kinderen en adolescenten van 2 jaar tot 18 jaar.
Zafiride zou bestemd zijn voor de behandeling van gevorderde maligne pleuramesothelioom, een kanker van het longvlies die meestal wordt veroorzaakt door blootstelling aan asbest.
Uitkomst herbeoordeling Symbioflor 2
De CHMP concludeerde dat Symbioflor 2 gebruikt kan blijven worden voor de behandeling van prikkelbare darm syndroom bij volwassenen. Het geneesmiddel dient echter niet breder te worden gebruikt voor de behandeling van functionele gastro-intestinale aandoeningen. Deze groep aandoeningen met verschillende oorzaken vergen een andere behandelingsaanpak.
Dit is besproken in de bijeenkomst van de CHMP (Commitee for Medicinal Products for Human Use) van het Europese geneesmiddelenagentschap EMA van 19-22 juni 2017. Nederland is in dit comité vertegenwoordigd door 2 medewerkers van het CBG.
Bron: CBG
De Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) en de Coordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – Human (CMDh) hebben in hun maandelijkse vergaderingen de onderstaande adviezen gegeven.
De CHMP is het geneesmiddelenbeoordelingscomité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) is vertegenwoordigd. De CMDh is een Europees besluitvormend orgaan dat verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de Wederzijdse erkennings- en Decentrale procedures. Verder worden ook alle nationaal geregistreerde producten besproken die op grond van potentieel ernstig risico voor de volksgezondheid zijn doorverwezen naar het geneesmiddelenbewakingscomité Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) voor discussie.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Daklinza (daclatasvir) voor de behandeling (in combinatie met andere geneesmiddelen) van chronisch hepatitis C bij volwassenen.
- Abasria (insuline glargine) is de eerste biosimilar insuline in Europa voor de behandeling van diabetes mellitus.
- Vizamyl (flutemetamol [18F]) kan worden gebruikt voor de detectie van β-amyloïde neuritische plaques in de hersenen.
- Triumeq (combinatie van abacavir, dolutegravir en lamivudine) voor de behandeling van HIV infectie bij volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder met een lichaamsgewicht van tenminste 40 kg.
- Velphoro (mengsel van polynucleair ijzeroxyhydroxide, sucrose en zetmeel) kan worden gebruikt als fosfaatbinder bij volwassen patiënten met eindstadium nierfalen.
- Clopidogrel / Acetylsalicylzuur Teva is een combinatieproduct voor de preventie van atherotrombotische gebeurtenissen bij patiënten met acuut coronair syndroom in een vaste dosering bestemd voor substitutie wanneer patiënten op een stabiele onderhoudsdosis staan na acuut coronair syndroom.
Aanpassing indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende aanpassingen van de indicatie:
- Avastin (bevacizumab) wordt gebruikt - in combinatie met diverse andere geneesmiddelen – voor onder meer gemetastaseerde borstkanker. Het mag nu ook worden toegepast - in combinatie met paclitaxel, topotecan of liposomaal doxorubicine - voor de behandeling van patiënten met platinum-resistente epitheliale eierstok, eileider of primaire peritoneale (buikvlies) kanker die eerder meer dan twee chemotherapieën hebben gehad en niet eerder zijn behandeld met bevacizumab of andere VEGF remmers.
- Eliquis (apixaban) wordt gebruikt voor preventie van veneuze trombose, beroerte en systemische embolie bij patiënten na heup of knie chirurgie en van beroerte en systemische embolie bij patiënten met boezemfibrilleren. Het kan nu ook worden toegepast voor de behandeling van diep veneuze trombose (DVT) en longembolie (PE) en preventie van terugkerende DVT en PE bij volwassenen.
- Enbrel (etanercept) wordt gebruikt bij diverse vormen van artritis (gewrichtsontsteking). Het kan nu ook worden toegepast bij patiënten met ernstige niet-radiografische axiale spondylartritis met kenmerken van ontsteking op geleide van verhoogd C-reactief eiwit en/of onderbouwd met MRI beelden die onvoldoende reageren op non-steroidal anti-inflammatory drugs (NSAIDs).
- Eylea (aflibercept) wordt gebruikt voor patiënten met macula degeneratie (netvliesveroudering) en maculair oedeem (vochtophoping in de ‘gele vlek’ van het oog) t.g.v. centrale veneuze retinale occlusie (CRVO). Het kan nu ook worden toegepast bij patiënten met een verminderd gezichtsvermogen als gevolg van diabetisch maculair oedeem (DME).
- Isentress (raltegravir) wordt gebruikt, in combinatie met andere antiretrovirale therapieën, voor de behandeling van HIV-1 infectie bij volwassenen, adolescenten, kinderen vanaf 2 jaar. Het kan nu ook worden toegepast bij zuigelingen en baby’s vanaf 4 weken.
- Kalydeco (ivacaftor) wordt gebruikt voor patiënten met cystische fibrose (taaislijmziekte) van 6 jaar en ouder met een G551D mutatie in het CFTR gen. Het kan nu ook worden toegepast voor de behandeling van de aandoening bij een groot aantal andere mutaties (G551D, G1244E, G1349D, G178R, G551S, S1251N, S1255P, S549N, or S549R) in het betreffende gen.
- Stivarga (regorafenib) wordt gebruikt voor patiënten met gemetastaseerde darmkanker. Het kan nu ook worden toegepast voor de behandeling van patiënten met inoperabele of gemetastaseerde gastro intestinale stroma tumoren (GIST) die progressief zijn of intolerant zijn voor eerdere behandeling met imatinib en sunitinib.
Uitkomst arbitrageprocedure
Seasonique is een levonorgestrel en ethinylestradiol bevattende anticonceptiepil die door de fabrikant werd aangemeld in een decentrale procedure. De beoordeling werd verricht door Frankrijk, maar andere lidstaten waren het oneens met de conclusies, met name wat betreft de doorbehandeling gedurende 3 maanden zonder pil vrije periode. De CHMP kwam op basis van alle ingediende gegevens tot de conclusie dat de balans werkzaamheid – risico’s voor Seasonique positief was.
Uitkomst harmonisatieprocedure
Sandostatine en Sandostatine LAR bevatten octreotide dat het lichaamseigen hormoon somatostatine imiteert. Dit hormoon blokkeert de afgifte van groeihormoon. Sandostatine is in een groot aantal Europese lidstaten via een nationale procedure geregistreerd, waardoor er verschillen zijn ontstaan de in de wetenschappelijke bijsluiter, de SmPC. De CHMP heeft deze verschillen geïdentificeerd en de teksten geharmoniseerd.
Terugtrekking registratieaanvraag
De registratieaanvraag voor Faldaprevir (behandeling van hepatitis C) is door de firma teruggetrokken. Als reden wordt aangegeven dat er inmiddels meerdere soortgelijke geneesmiddelen op de markt beschikbaar zijn en dit middel niets toevoegt.
Terugtrekking aanpassing indicatie
Tasigna (nilotinib) wordt gebruikt bij de behandeling van chronische myeloïde leukemie bij patiënten met het Philadelphia chromosoom in de chronische fase. Een nieuwe indicatie was aangevraagd voor patiënten bij wie de moleculaire response op imatinib onvoldoende was. De firma trekt deze indicatie-uitbreiding terug omdat er tot dusver onvoldoende bewijs is verzameld om aanpassing van de indicatie mogelijk te maken.
Overig nieuws CHMP
De CHMP is een harmonisatieronde gestart voor Haldol en Haldol Decanonaat (haloperidol). De procedure is geïnitieerd door de Europese Commissie en heeft als doel de bijsluiterteksten in alle lidstaten te harmoniseren.
De CHMP keurde verder een groot aantal wetenschappelijke en protocol adviezen goed.
De CHMP ontving een overzicht van goed- en afgekeurde namen van nieuwe geneesmiddelen. Nieuwe namen worden bekeken en beoordeeld door de Name Review Group.
Vanaf oktober 2013 vervangt de PegIntron (peginterferon alfa-2b) CLEARCLICK voorgevulde pen geleidelijk de huidige voorgevulde injectiepen. Alleen de soort pen zal veranderen en daardoor ook de wijze van het gebruik. Er is geen verandering in het geneesmiddel zelf. Om ervoor te zorgen dat patiënten de nieuwe CLEARCLICK pen op de juiste manier gaan gebruiken, is het belangrijk dat alle bestaande en nieuwe patiënten goed geïnformeerd en geïnstrueerd worden. Dit schrijft de firma MSD in een brief, een zogenaamde Direct Healthcare Professional Communication (DHPC). De brief met deze belangrijke risico-informatie is in overleg met het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gestuurd naar artsen (in opleiding) die hepatitis C behandelen en naar apothekers. De voorgevulde PegIntron pen wordt in combinatie met ribavirine gebruikt bij de behandeling van patiënten met chronische hepatitis C. Het signaleren en analyseren van bijwerkingen gedurende de gehele levenscyclus van een geneesmiddel wordt geneesmiddelenbewaking of farmacovigilantie genoemd. Dit is een kerntaak van het CBG. In geval van urgente en/of belangrijke veiligheidsissues worden medische beroepsbeoefenaren door middel van een ‘Direct Healthcare Professional Communication’ op de hoogte gebracht.
De CHMP heeft positief advies uitgebracht over Vyndaqel als eerste weesgeneesmiddel voor de behandeling van transthyretine amyloïdose bij volwassen patiënten met symptomatische polyneuropathie.
De ‘Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP)’ is het wetenschappelijke comité van het Europese geneesmiddelenagentschap EMA, waarin het CBG is vertegenwoordigd.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Dexdor (dexmedetomidine) voor sedatie van volwassen intensive care unit (ICU) patiënten, bij wie diepere sedatie niet nodig is.
- Incivo (telaprevir) voor de behandeling van chronische hepatitis C met genotype 1 bij volwassen patiënten met gecompenseerde leverziekte. Dit is het tweede geneesmiddel in een nieuwe klasse van geneesmiddelen voor de behandeling van chronische hepatitis. De CHMP heeft Teleprevir versneld beoordeeld gezien het belang voor de Europese populatie.
- Plenadren (hydrocortison), een weesgeneesmiddel voor de behandeling van bijnierinsufficiëntie bij volwassenen. Het gaat om een product met verlengde afgifte, dat eenmaal per dag gegeven kan worden.
- Vyndaqel (tafamidis), een weesgeneesmiddel voor de behandeling van transthyretine amyloïdose bij volwassen patiënten met symptomatische polyneuropathie, een ernstige en progressieve aandoening. Vyndaqel is de eerste orale farmacologische behandeling die voor deze zeldzame ziekte wordt aanbevolen. De CHMP heeft de handelsvergunning verleend onder uitzonderlijke omstandigheden.
- Zytiga (abirateronacetaat) bedoeld in combinatie met prednison of prednisolon voor de behandeling van gemetastaseerd, castratieresistente prostaatkanker bij volwassen mannen met een progressieve vorm van deze ziekte tijdens of na een chemotherapeutisch regime op basis van docetaxel. De CHMP heeft deze aanvraag versneld beoordeeld vanwege de medische noodzaak.
Tweede positief advies pediatrisch gebruik Mercaptopurine
De CHMP heeft het tweede positieve advies uitgebracht voor de verlening van een handelsvergunning voor pediatrisch gebruik voor het weesgeneesmiddel Mercaptopurine (mercaptopurine-monohydraat), bedoeld voor de behandeling van acute lymfoblastische leukemie bij volwassenen, adolescenten en kleine kinderen. Het gaat om een suspensie, waardoor een betere nauwgezetheid en groter toedieningsgemak wordt geboden, vooral bij gebruik bij kinderen. De ontwikkeling van een leeftijdsgeschikte formulering ter behandeling van deze ziekte is door het Pediatrisch Comité van de Autoriteit als onderzoeksgebied met prioriteit aangewezen.
Negatieve adviezen voor nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft negatieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor Sumatriptan Galpharm (sumatriptan). Sumatriptan Galpharm was bedoeld als receptvrij geneesmiddel voor de behandeling van migraineaanvallen. Sumatriptan is een generieke vorm van Imigran.
Uitbreiding indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende indicatie-uitbreidingen:
- Afinitor (everolimus) voor de behandeling van patiënten met inoperabele of gemetastaseerd, goed of matig gedifferentieerde neuro-endocriene tumoren met pancreatische oorsprong bij volwassenen met een progressieve vorm van deze aandoening.
- Enbrel (etanercept) om de onderste leeftijdsgrens bij polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (JIA) te verlagen van vier naar twee jaar; en om de onderste leeftijdsgrens bij pediatrische psoriasis en plaque te verlagen van acht naar zes jaar.
- Tarceva (erlotinib) voor uitbreiding met de eerstelijnsbehandeling van patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom met EGFR activerende mutaties.
De CHMP adviseerde negatief over de volgende indicatie-uitbreidingen:
- Duloxetine bevattende geneesmiddelen over uitbreiding van de huidige therapeutische indicaties met de behandeling van matige tot ernstige chronische somatische pijn bij patiënten die niet regelmatig NSAIDs (non-steroidal anti-inflammatory drugs) gebruiken.
Herbeoordeling van pioglitazon-bevattende geneesmiddelen afgerond
Na afronding van een beoordeling van de baten-risico balans heeft de CHMP bevestigd dat deze geneesmiddelen een valide behandeloptie blijven voor bepaalde patiënten met diabetes type 2, maar dat er een klein verhoogd risico bestaat op blaaskanker. Conclusie is dat pioglitazon alleen gebruikt zou moeten worden na uitgebreide patiëntenselectie. en –exclusie, waaronder een noodzaak voor periodieke herbeoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van de behandeling van de individuele patiënt.
Voorschrijvers wordt geadviseerd om deze geneesmiddelen niet te gebruiken bij patiënten met huidige of een anamnese van blaaskanker en bij patiënten met niet-onderzochte macroscopische hematurie. Voor aanvang met pioglitazon moeten risicofactoren voor blaaskanker worden beoordeeld.
Meer informatie vindt u in het nieuwsbericht over Pioglitazon bevattende geneesmiddelen
Herbeoordeling van Pandemrix afgerond
De CHMP heeft aanbevolen dat het vaccin Pandemrix bij personen jonger dan 20 jaar uitsluitend kan worden gebruikt als het aanbevolen trivalente influenzavaccin niet beschikbaar is en als immunisatie tegen H1N1 nog noodzakelijk is (bijv. bij personen met risico voor de complicaties van infectie). Het Comité heeft bevestigd dat de algehele balans werkzaamheid-bijwerkingen van Pandemrix positief blijft.
Meer informatie vindt u in het nieuwsbericht over Pandemrix
Advies over Vimpat overeengekomen
De CHMP heeft geadviseerd Vimpat 15mg/ml siroop terug te roepen vanwege een kwaliteitsdefect in sommige batches. Artsen ontvangen binnenkort een brief waarin wordt geadviseerd om contact op te nemen met hun patiënten en hen indien mogelijk te laten overstappen op Vimpat filmgecoate tabletten.
Update herbeoordeling baten- risico balans Multaq
De CHMP heeft de herbeoordeling voortgezet van de baten-risico balans van Multaq in afwachting van definitieve gegevens uit een klinisch onderzoek (PALLAS). Uit de voorlopige resultaten bleek een verhoogd risico op cardiovasculaire bijwerkingen zoals cardiovasculaire sterfte, CVA en cardiovasculaire ziekenhuisopname bij patiënten met permanent atriumfibrilleren. In afwachting van het resultaat van de huidige herbeoordeling worden voorschrijvers in de EU eraan herinnerd de aanbevelingen in de productinformatie te volgen voor wat betreft de indicaties, gedefinieerde contra-indicaties en waarschuwingen. Advies is om patiënten regelmatig te controleren om er zeker van te zijn dat zij binnen de toegestane indicatie blijven en geen permanent atriumfibrilleren ontwikkelen. Nader advies wordt gegeven bij de afronding van de beoordeling in september.
Meer informatie vindt u in het nieuwsbericht over Multaq
Update over Champix
De CHMP heeft bevestigd dat de baten-risico balans voor Champix(varenicline) positief blijft, ondanks de resultaten van een recente meta-analyse. Conclusie is dat het licht verhoogde risico van cardiovasculaire incidenten niet opweegt tegen de voordelen van Champix bij het stoppen met roken.
Aanvoertekort Thyrogen duurt voort
Naar verwachting duurt het aanvoertekort van Thyrogen (thyrotropine alfa) nog tot 2012. Artsen worden ingelicht over herziene tijdelijke behandelaanbevelingen:
- Aan nieuwe patiënten mag geen Thyrogen worden voorgeschreven.
- In landen waar Thyrogen nog verkrijgbaar is, moet de voorraad worden gereserveerd voor patiënten die het geneesmiddel al gebruiken en die staking van schildklierhormoon niet verdragen of bij wie staking van schildklierhormoon niet werkzaam zou zijn.
Thyrogen is geregistreerd voor de diagnose en behandeling van schildklierweefselresten na thyroïdectomie bij patiënten met schildklierkanker.
Arbitrageprocedure Dexamethason afgerond
De CHMP heeft een arbitrageprocedure voor Dexamethasone Alapis(dexamethason) afgerond. Deze procedure werd in gang gezet vanwege een meningsverschil onder EU-lidstaten over de registratie van dit generieke geneesmiddel. Dit geneesmiddel is een ontstekingsremmend, immuunonderdrukkend agens.
Conclusie was dat de ingediende gegevens voldoende waren om aan te tonen dat Dexamethasone Alapis veilig en effectief kon worden gebruikt, op basis van het lang bekende gebruik van dexamethason.
Harmonisatie afgerond
De CHMP heeft de harmonisatie afgerond van de productinformatie vanNorvasc (amlodipine besilaat) en verwante namen. Dit geneesmiddel is een calciumkanaalblokkeerder die wordt gebruikt voor de behandeling van hypertensie, chronische stabiele angina en vasospastische of Prinzmetal’s angina.
- Stollingsafwijkingen en de anticonceptiepil (Medicatieveiligheid) (MFM 2016;6(3):41-5)
- Bedaquiline (Nieuw middel) (MFM 2016;6(3):46-8)
- Mepolizumab (Nucala) (Nieuw middel) (MFM 2016;6(3):49-50)
- Moderne therapie van inflammatoire darmziekten (Nascholing) (MFM 2016;6(3):13-20)
- Canagliflozine beschermt ook de nieren (Nieuws) (PW 2016;151(35):7)
- Apixaban voorlopig de beste papieren bij VTE (Wetenschap) (PW 2016;151(35):13)
- Rebound na stoppen fingolimod (Wetenschap) (PW 2016;151(35):13)
- Neus voor nieuwe antibiotica (Wetenschap) (PW 2016;151(35):13)
- Welke nieuwe orale antidiabetica bij welke patiënt? (Postgraduaat onderwijs) (Tijdschr. voor Geneeskunde 2016;72(21):1244-51)
- Verhoogt hormonale anticonceptie het risico op depressie? (Uit de pers gelicht) (Tijdschr. voor Geneeskunde 2016;72(21):1258-60)
- Osteoporose: hooguit 500 mg extra calcium (Nieuws) (PW 2016;151(43):6-7)
- Vaccinatie tegen humaan papillomavirus (Hoofdartikel) (Gebu 2016;5010):112-122)
- Bètablokkers bij hartfalen met verminderde ejectiefractie: bij iedereen? (In het kort) (NTvG 2016;160(43):D611
- Baby met borstvoeding moet meer vitamine K (Journaal) (H&W 2016;59(11):473)
- Antidepressiva bij enuresis nocturna (Pearls) (H&W 2016;59(11):522)
- Depressie bijwerking hormonale AC (Wetenschap) (PW 2016;151(44)15)
- Antidepressiva en het vermeende effect op gewichtstoename (Interactie) (MFM 2016;6(3):26-8)
- Antibiotica bij chlamydia (Referaat) (MFM 2016;6(3):56-7)
- Sofosbuvir vormt hoeksteen van hepatitis C-behandeling (State of the art lever) (PW 2016;151(45):12-5)
Bron: FUS
Andreas Kremer: ‘Molecular mechanisms of pruritis in cholestasis’. Mensen met galklachten (cholestasis) hebben vaak last van ernstige jeuk die de kwaliteit van leven danig kan aantasten. Kremer heeft ontdekt dat in het bloedserum van patiënten met jeuk een bepaalde factor is verhoogd. Bovendien leidt het inspuiten van die stof bij muizen tot een dosisafhankelijke krabactiviteit. Dit blijkt uit het proefschrift van Kremer naar jeuk. Kremer heeft zich verder gestort op de vraag hoe die bewuste stof, lysofosfatidezuur of LPA in het bloed komt. Op deze wijze kwam hij op een bepaald enzym (ATX) dat veel actiever is in patiënten met jeuk. Hij ontdekte dat dit enzym actiever is, onafhankelijk van de onderliggende ziekte aan de lever die vaak ook tot galklachten leidt, zoals hepatitis C, obstructie van de galweg door een galsteen of tumor. ATX is niet actiever als de oorzaak van de jeuk te maken heeft met huidklachten, nierproblemen of een Hodgkin-lymfoom. Ook heeft Kremer gekeken naar de medicijnen die de jeuk verminderen. Er zijn therapieën, zoals UV-licht en medicijnen, die de jeuk (tijdelijk) verminderen. Hij oppert dat het blokkeren van LPA-receptoren en het remmen van de enzymactiviteit tot een goede therapie kan leiden.
Geneesmiddelenbeoordelingscomité CHMP heeft een positief advies gegeven voor handelsvergunningen voor de volgende geneesmiddelen. Dit brengt het totale aantal geneesmiddelen dat door de CHMP in 2016 is goedgekeurd op 81.
Positief advies voor voorwaardelijke handelsvergunning
Alecensa (alectinib), is een remmer van het anaplastisch lymfoomkinase (ALK) en is bestemd voor de behandeling van patiënten met ALK-positieve, gevorderde niet-kleincellig longkanker, voorheen behandeld met crizotinib.
Positieve adviezen voor handelsvergunningen (in alfabetische volgorde)
· Ledaga (chlormethine), is een alkylerend geneesmiddel en bestemd voor de behandeling van patiënten met cutaan T-cellymfoom, type mycosis fungoïdes.
· Lifmior (etanercept) is een biosimilar van Enbrel en bestemd voor de behandeling van patiënten met reumatoïde artritis, juveniele idiopathische artritis, artritis psoriatica, axiale spondyloartritis, niet-radiografische axiale spondyloartritis, plaque psoriasis en plaque psoriasis bij kinderen.
· Olumiant (baricitinib) is een Janus kinase (JAK) remmer. Het is bestemd voor de behandeling van matige tot ernstige actieve reumatoïde artritis bij volwassen patiënten die onvoldoende reageren op, of die intolerant zijn voor een of meer disease modifying anti-reumatische drugs. Olumiant kan gegeven worden als monotherapie of in combinatie met methotrexaat.
· Truxima (rituximab), is een biosimilar van MabThera en bestemd voor de behandeling van patiënten met non-Hodgkin lymfoom, chronische lymfatische leukemie, reumatoïde artritis, granulomatose met polyangiitis en microscopische polyangiitis.
· Vihuma (simoctocog alfa), is een recombinante factor VIII en bestemd voor de preventie en behandeling van bloedingen bij patiënten met hemofilie A (aangeboren tekort aan factor VIII).
· Zinplava (bezlotoxumab), is een humane monoklonale antistof van de IgG1/kappa isotype onderklasse met een hoge affiniteit voor Clostridium difficile. Het is bestemd voor de preventie van recidiverende infecties met Clostridium difficile bij volwassenen wanneer er sprake is van een hoog risico op een recidief.
Aanpassing therapeutische indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende aanpassingen van de indicaties:
· Ameluz (5-aminolevulinic acid) is een antineoplasticum. Het is nu ook bestemd voor de behandeling van een superficiaal en/of nodulair basaalcel carcinoom, dat niet geschikt is voor andere beschikbare behandelingen door de mogelijk aan de behandeling gerelateerde morbiditeit en slechte cosmetische resultaten.
· Cinryze is een C1-remmer en nu ook bestemd voor de behandeling en pre-procedure preventie van angio-oedeemaanvallen bij kinderen vanaf 2 jaar met hereditair angio-oedeem (HAE). Daarnaast is het bestemd voor routinepreventie van angio-oedeemaanvallen bij kinderen vanaf 6 jaar met ernstige en recidiverende aanvallen van hereditair angio-oedeem (HAE) die geen orale preventiebehandelingen verdragen of er onvoldoende door beschermd worden, of patiënten die ontoereikend worden behandeld met herhaalde acute behandeling.
· Ilaris (canakinumab) is een interleukineremmer en nu ook bestemd voor de behandeling van Familiaire mediterrane koorts in combinatie met colchicine wanneer dit mogelijk is.
· Jardiance (empaglifozin) is een SGLT2 remmer. Op basis van de resultaten van de EMPA-REG studie is de indicatie enigszins verbreed en de resultaten van de studie staan beschreven in sectie 5.1 van de productinformatie.
· Jentadueto (linagliptin met metformine) is een DPP4 remmer in combinatie met metformine en kan nu ook gebruikt worden in combinatie met empaglifozine.
· Keytruda is een PD-L1 remmend antilichaam en nu bestemd als monotherapie voor de eerste lijn behandeling van uitgezaaide niet-kleincellig longkanker bij volwassenen van wie de tumor PD-L1 tot expressie brengt met een ≥50% tumor deel score (TPS) score zonder EGFR of ALK positieve mutaties in de tumor.
· Tivacy (dolutegravir) is een integraseremmer en nu ook bestemd, in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen, voor de behandeling van een infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv-infectie) bij kinderen vanaf 6 jaar.
· Trajenta (linagliptin) is een DPP-4-remmer en kan nu ook gebruikt worden in combinatie met empaglifozine.
· Votubia (everolimus) is een selectieve mTOR- remmer en nu ook bestemd voor de aanvullende behandeling van patiënten van 2 jaar en ouder bij wie therapieresistente partieel-beginnende insulten, met of zonder secundaire generalisatie, zijn geassocieerd met het tubereuze sclerose complex.
Start herbeoordeling Micro Therapeutic Research Labs, India
Het Europees geneesmiddelenagentschap European Medicines Agency (EMA) is een herbeoordeling gestart van medicijnen waarvoor studies zijn uitgevoerd door het Indiase bedrijf Micro Therapeutic Research Labs op twee plaatsen in India. Aanleiding voor de herbeoordeling zijn resultaten van een inspectie. Hieruit is naar voren gekomen dat er bij bepaalde onderdelen van het onderzoek niet volgens de richtlijnen (zogenaamde Good Clinical Practices) is gewerkt. Dit roept vragen op over de betrouwbaarheid van de studies die zijn gebruikt voor het aanvragen van een handelsvergunning.
Uitkomst van beoordeling van direct werkende antivirale middelen
De CHMP heeft de aanbeveling van de PRAC overgenomen om alle patiënten op hepatitis B te screenen voordat zij starten met de behandeling met direct werkende antivirale middelen voor hepatitis C. Patiënten die zowel een hepatitis B als C-infectie hebben, moeten gecontroleerd en behandeld worden volgens de huidige klinische richtlijnen. Deze maatregelen zijn bedoeld om het risico op reactivering van hepatitis B door direct werkende antivirale middelen te verkleinen.
Intrekking van aanvragen
De aanvragen voor handelsvergunningen van de volgende producten zijn ingetrokken:
· Cavoley (pegfilgrastim) en Efgratin (pegfilgrastim), beide generieke aanvragen met als referentieproduct Neulasta.
· Graspa (eryaspase) bestaat uit rode bloedcellen die asparaginase bevatten voor de behandeling van patiënten met acute lymfatische leukemie na ofwel recidiverende of gefaalde eerste lijn behandeling, ofwel met overgevoeligheid voor asparaginase.
· Kepnetic (aceneuraminezuur), een substraat replacement therapie van siaalzuur en bestemd voor langetermijn behandeling van volwassen patiënten met GNE Myopathie.
Een verzoek om uitbreiding van de indicatie van Arzerra (ofatumumab) in een nieuwe combinatie met bendamustine, bestemd voor de behandeling van gerecidiveerde chronische lymfatische leukemie, is ingetrokken.
Dit is besproken in de bijeenkomst van de CHMP (Commitee for Medicinal Products for Human Use) van het Europese geneesmiddelenagentschap EMA van 12-15 december 2016. Nederland is in dit comité vertegenwoordigd door twee medewerkers van het CBG.
Bron: CBG
De Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) en deCoordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – Human (CMDh) hebben in hun maandelijkse vergaderingen de onderstaande adviezen gegeven. De CHMP is het wetenschappelijke comité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het CBG is vertegenwoordigd. De Coordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – human (CMDh) is een Europees besluitvormend orgaan dat verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de Wederzijdse erkennings- en Decentrale procedures. Verder worden ook alle nationaal geregistreerde producten besproken die op grond van potentieel ernstig risico voor de volksgezondheid zijn doorverwezen naar de PRAC voor discussie.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Cholic Acid FGK (cholic acid), voor de behandeling van bepaalde aangeboren stoornissen in de aanmaak van galzuur.
- Para-aminosalicylic acid Lucane (para-aminosalicylic acid), voor de behandeling van multiresistente tuberculose (tbc) in combinatie met andere geneesmiddelen, als een andere behandeling onvoldoende effectief is of onvoldoende wordt getolereerd.
- Sovaldi (sofosbuvir), voor de behandeling van chronische hepatitis C, in combinatie met andere geneesmiddelen.
- Tivicay (dolutegravir), voor de behandeling van HIV.
- Xigduo (dapagliflozine/metformine), voor de combinatiebehandeling van diabetes type 2.
De CHMP heeft een negatief advies uitgebracht voor het verlenen van een handelsvergunning voor het volgende nieuwe geneesmiddel:
- Masican (masitinib), bedoeld voor de behandeling van gastro-intestinale stroma tumoren (GIST). Vanwege twijfels over de opzet van de ingediende studies en onvoldoende gegevens over de risico’s, kon de CHMP (nog) niet tot een positieve baten/risicobalans komen.
- Herbeoordeling eerder CHMP advies
- Deltyba (delamnid), voor de behandeling van multiresistente pulmonaire tuberculose (tbc) in combinatie met andere geneesmiddelen, als een andere behandeling onvoldoende effectief is of onvoldoende wordt getolereerd. De CHMP vereist aanvullende studies om ook de werkzaamheid op lange termijn vast te stellen.
De CHMP adviseerde positief over de volgende indicatie-aanpassingen:
- Abraxane (paclitaxel), mag nu ook gebruikt worden in combinatie met gemcitabine voor de behandeling van gemetastaseerd pancreaskanker.
- Pradaxa (dabigatran etexilaat), de indicatie met betrekking tot de inclusie van patiënten met atriumfibrilleren is aangepast, waardoor deze meer in lijn is met deze indicatie bij andere NOAC’s.
- Erbitux (cetuximab), de indicatie voor gemetastaseerd coloncarcinoom is beperkt tot RAS-positieve patiënten.
Herbeoordelingen
- Gecombineerde hormonale anticonceptiemiddelen, zieapart website bericht CBG.
- Iclusig (pontainib), de CHMP heeft het advies van de PRACovergenomen om het gebruik te beperken en daarmee het risico op arteriële of veneuze trombose te verminderen. Er volgt binnenkort een DHPC (Direct Healthcare Professional Communication).
- Thiocolchicoside bevattende geneesmiddelen - deze middelen zijn niet in Nederland op de markt. Het middel mag alleen nog als add-on gebruikt worden voor de behandeling van pijnlijke spieren. Onder andere wordt de duur, gebruik en dosering van het middel sterk beperkt en het gebruik daarnaast gecontra-indiceerd bij zwangerschap en borstvoeding.
Het is mogelijk om met methylering op viraal DNA, de activiteit van virusgenen in een cel te remmen. Dat toont Julio Rendon Londono aan in zijn proefschrift. Hij laat zien dat DNA methylering hiermee niet alleen interessant is als onderzoeksinstrument, maar dat het mogelijk ook als strategie kan worden ingezet om virusinfecties te controleren.Virussen zijn lastig te bestrijden als ziekteverwekker, omdat zij zich verstoppen in cellen van mensen. De virussen laten DNA achter in de cel, waardoor lichaamscellen eiwitten gaan maken die bij het virus horen. Bij een occulte Hepatitis B infectie is de infectie niet duidelijk waarneembaar. Rendon Londono concludeert dat occulte hepatitis B infectie vooral voorkomt bij patiënten met cryptogene leverziekte of hepatitis C infecties. Rendon Londono gebruikte vervolgens epigenetica om de (latere) effecten van de virusinfectie in levercellen te verminderen. Epigenetica bestudeert veranderingen op het DNA en op de eiwitten waar het DNA omheen gewikkeld zit. Deze epigenetische modificaties bepalen de activiteit van genen. In plaats van het DNA zelf te veranderen, kan de activiteit van het DNA veranderen door de epigenetische modificaties aan te passen. Eén van de manieren om dat te doen is methylering van het DNA door CRISPR/dCas9. Hiermee zijn genen heel gericht uit of aan te schakelen. Rendon Londono toont aan dat methylering van bepaalde plekken in het DNA het effect van virus-DNA kan verminderen. De methode zou een krachtige tool kunnen zijn in het bestrijden van virusinfecties. Julio Rendon Londono (1984) studeerde Biologie aan de universiteit van Medelin, Colombia. Zijn onderzoek is uitgevoerd bij de afdeling Medische Biologie en Pathologie, UMCG en valt binnen onderzoeksprogramma DARE (Damage and Repair in Cancer Development and Cancer Treatment) van onderzoeksinsituut CRCG . Het onderzoek werd gefinancierd door ATTP. De titel van het proefschrift luidt Genetic characterizations and epigenetic interference to better understand and fight occult Hepatitis B virus infection.
Bron: RUG
Virussen vermenigvuldigen zich in cellen. Hoe ze dat precies doen was niet precies duidelijk. Frank van Kuppeveld van het UMC St Radboud zet in een publicatie in Cell uiteen hoe dat proces in elkaar zit. Hierin laat hij zien hoe RNA- virussen door het kapen van de uitscheidingsmachinerie van de cel zichzelf efficiënt kunnen vermenigvuldigen. Een virus heeft een cel nodig om zichzelf te vermenigvuldigen. Voor die vermenigvuldiging gebruikt het virus bestaande onderdelen van de cel. Die onderdelen zijn niet op deze nieuwe taak voorbereid, dus moeten ze eerst door het virus worden bijgespijkerd. Na de infectie van een cel begint het virus aan het kapen dan wel gebruiken / misbruiken van de vereiste onderdelen. Hoe het virus dit precies aanpakt was tot dusver niet bekend. Enkele belangrijke onderdelen in dat verbouwingsproces zijn nu opgehelderd door experimenteel viroloog Frank van Kuppeveld van het UMC St Radboud, in samenwerking met Amerikaanse collega"s. Ze beschrijven hun ontdekking deze week online in het vakblad Cell. Van Kuppeveld: "Bij enterovirussen - bijvoorbeeld polio en coxsackievirus - zagen we dat het virus in staat is om met één eiwit de complete machinerie te kapen die de cel normaal gebruikt voor het uitscheiden van nieuwe eiwitten. Het virale eiwit 3A blokkeert de afvoer van de eiwitten uit de cel. Vervolgens wordt datzelfde afvoermechanisme van de cel gedwongen om actief mee te werken aan de productie van nieuwe virale RNA-moleculen. Door het kapen van de cel zorgt het virus voor zijn nageslacht." Een dergelijk mechanisme wordt ook door het hepatitis C-virus gebruikt, maar hier is het verantwoordelijke virale eiwit nog niet geïdentificeerd. Met enkele genetische trucs bracht de onderzoeksgroep een aantal van de belangrijkste eiwitten in kaart die een rol spelen bij deze cellulaire verbouwing. Van Kuppeveld: "We hebben nu veel beter zicht op de manier waarop een virus de processen in de cel naar zijn hand zet. Het is fascinerend om te zien hoe een virus bepaalde mechanismes in de cel exploiteert voor de eigen overleving. Mogelijk komt die kennis van pas bij de ontwikkeling van nieuwe antivirale middelen."
Sofosbuvir (Sovaldi) is de eerste vertegenwoordiger van een nieuwe klasse antivirale middelen. Het wordt in combinatie met andere middelen gebruikt bij chronische hepatitis C. Sofosbuvir is een pan-genotypische remmer van het rna-afhankelijke rna-polymerase hcv ns5b, dat essentieel is voor virale replicatie. In klinische trials waarin sofosbuvir werd gebruikt in combinatie met ribavirine alleen, bleek het middel overtuigend effectief en veilig. Bij een groot deel van de patiënten was 12 tot 24 weken na de behandeling geen virus meer detecteerbaar. Ze werden beschouwd als genezen. Gebruik van sofosbuvir in combinatie met peginterferon alfa en ribavirine kan de behandelduur verkorten naar 12 weken, de huidige behandeling duurt 24 tot 48 weken. Een voordeel, gezien de ernstige bijwerkingen van interferon alfa zoals leukopenie en depressies. Dosering: eenmaal daags 400 mg, in combinatie met ribavirine met of zonder peginterferon alfa. Bijwerkingen: - in combinatie met ribavirine: verlaagd hemoglobine, slapeloosheid, hoofdpijn, anemie, depressie; - in combinatie met ribavirine en peginterferon alfa: anemie,neutropenie, gewichtsverlies en migraine.
Bron: FUS
Er is een risico op vertraagde hartslag (ernstige bradycardie) en hartritmestoornis (hartblok) bij gelijktijdig gebruik van Harvoni (sofosbuvir/ledipasvir) of Daklinza (daclatasvir) met Sovaldi (sofosbuvir) in combinatie met amiodaron. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) ontraadt deze geneesmiddelen gelijktijdig te gebruiken. Er zijn in Europa acht meldingen van ernstige hartproblemen bij gebruik van deze geneesmiddelen in combinatie met amiodaron. Het geneesmiddel amiodaron bevordert een regelmatige hartslag. Harvoni en de combinatie Daklinza met Sovaldi worden gebruikt bij de behandeling van chronische hepatitis C (CHC) bij volwassenen. Deze geneesmiddelen zijn in 2014 in Europa geregistreerd. Het is onbekend hoeveel patiënten amiodaron gelijktijdig met sofosbuvir/ledipasvir of met sofosbuvir en daclatasvir hebben gebruikt. Het is daarom niet mogelijk aan te geven hoe groot het risico op ernstige hartproblemen is. Aanbevolen wordt om amiodaron alleen voor te schrijven bij patiënten die sofosbuvir/ledipasvir of een combinatie van sofosbuvir en daclatasvir gebruiken, als andere middelen die de hartslag vertragen niet gebruikt kunnen worden. Als patiënten deze geneesmiddelen gelijktijdig gebruiken, is nauwkeurige controle in een ziekenhuis noodzakelijk. De uitgebreide productinformatie voor arts en apotheker (SmPC) en bijsluiter worden aangepast. Dit schrijven de firma’s Bristol-Myers Squibb B.V. en Gilead Sciences in een brief, een zogenaamde Direct Healthcare Professional Communication (DHPC). De brief met deze belangrijke risico-informatie is in overleg met het CBG en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gestuurd naar MDL artsen (i.o.) en verpleegkundig specialisten, infectiologen (i.o.) en verpleegkundig specialisten, cardiologen (i.o.) en ziekenhuisapothekers (i.o.).
De Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) en de Co-ordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – Human (CMDh) hebben in hun maandelijkse vergaderingen de onderstaande adviezen gegeven.
De CHMP is het geneesmiddelenbeoordelingscomité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) is vertegenwoordigd. De CMDh is een Europees besluitvormend orgaan dat verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de Wederzijdse erkennings- en Decentrale procedures. Verder worden ook alle nationaal geregistreerde producten besproken die op grond van potentieel ernstig risico voor de volksgezondheid zijn doorverwezen naar het geneesmiddelenbewakingscomité Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) voor discussie.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Opdivo (nivolumab) is een antineoplastisch monoklonaal antilichaam dat zich bindt aan de PD-1 receptor bestemd voor de behandeling van patiënten met progressief (inoperabel of metastatisch) melanoom.
- Hetlioz (tasimelteon) is een melatonine receptor agonist bestemd voor de behandeling van 24-uurs slaap-waak stoornissen bij blinden. Tasimelteon interacteert op het circadiaanse slaap-waak ritme door het resetten van de ‘master klok’ in de suprachiasmatische kern. De ‘master klok’ regelt de circadiaanse ritmen van hormonen zoals melatonine en cortisol en synchroniseert de fysiologische processen van de slaap-waak cyclus.
- Lixiana (edoxaban) is een direct oraal anticoagulans (DOAC) bestemd voor de preventie van cerebrale en systemische embolieën bij patiënten met atrium fibrilleren en voor de behandeling en preventie van veneuze trombose en longembolie bij risico patiënten.
- LuMark (Lutetium (177Lu) chloride) is een radiofarmaceutische voorloperstof bestemd voor de radioactieve labeling van specifieke dragermoleculen.
Negatieve opinie
De CHMP was negatief over de aanvraag voor Lympreva(dasiprotimut-T), een autoloog immuunglobuline vaccin bestemd voor de behandeling van patiënten met folliculair non-Hodgkin lymfoom.
Aanpassing indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende aanpassingen van de indicaties:
- Esmya (ulipristal) is een selectieve progesteron receptor modulator die nu ook bestemd is voor de chronische, intermitterende, behandeling van matig tot ernstige symptomen van uteriene vleesbomen bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd.
- Invega (paliperidon) is een psycholepticum dat bestemd is voor de behandeling van schizo-affectieve stoornis bij volwassenen. De vermelding is komen te vervallen dat geen werkzaamheid is aangetoond op depressieve symptomen.
- Levemir (insuline detemir) is een insuline die nu ook bestemd is voor de behandeling van diabetes mellitus als de GLP-1 analoog liraglutide wordt toegevoegd.
- Relistor (methylnaltrexon bromide) is een perifere opioïdreceptor antagonist die nu ook bestemd is voor de behandeling van opioïd-geïnduceerde obstipatie bij volwassen patiënten, 18 jaar en ouder, met chronische niet-kanker pijn.
- Resolor (prucalopride) is een selectieve serotonine receptoragonist die nu ook bestemd is voor de symptomatische behandeling van chronische obstipatie bij mannen.
- Tygacil (tigecycline) is een antibioticum dat nu ook bestemd is voor de behandeling van gecompliceerde infecties van huid en weke delen, uitgezonderd diabetische voetinfecties en gecompliceerde intra-abdominale infecties bij kinderen en adolescenten tussen 8 en 18 jaar.
PRAC aanbevelingen
De CHMP heeft een signaal bevestigd van een potentieel risico op ernstige bradycardieën (vertraagde hartslag) en hartblok (problemen met de geleiding van elektrische signalen in het hart) bij gelijktijdig gebruik van een aantal geneesmiddelen voor hepatitis C en amiodarone (een anti-aritmicum). Het gaat om het combinatiepreparaat Harvoni (sofosbuvir / ledipasvir) of een combinatie van Sovaldi (sofosbuvir) en Daklinza (daclatasvir).
Om het risico zo klein mogelijk te houden wordt aanbevolen amiodarone uitsluitend te geven aan patiënten die Harvoni of een combinatie van Sovalidi en Daklinza gebruiken wanneer andere anti-aritmica niet gebruikt kunnen worden. Wanneer gelijktijdig gebruik van amiodarone niet kan worden vermeden, moeten patiënten nauwkeurig worden gevolgd. Een ‘Direct Healthcare Professional Communication (DHPC)’, met deze inhoud wordt op korte termijn verstuurd aan de relevante beroepsgroepen.
CMDh
Codeïne-bevattende geneesmiddelen
De CMDh bekrachtigt met consensus de PRAC aanbeveling over nieuwe maatregelen om het risico op ernstige bijwerkingen, waaronder ademhalingsmoeilijkheden, te beperken bij codeïne-bevattende geneesmiddelen die worden gebruikt voor hoest en verkoudheid bij kinderen. Het gebruik van codeïne voor hoest en verkoudheid (stroop en tabletten) is nu gecontra-indiceerd voor kinderen jonger dan 12 jaar. Gebruik van codeïne voor hoest en verkoudheid wordt afgeraden bij kinderen en adolescenten van 12 tot 18 jaar die al ademhalingsmoeilijkheden hebben. De contra-indicaties bij kinderen jonger dan 12 jaar voor codeïne bij hoest en verkoudheid zijn in lijn met de eerder genomen maatregel voor codeïne gebruikt bij pijn.
De contra-indicatie voor vrouwen in alle leeftijden die borstvoeding geven is van toepassing voor alle codeïne-bevattende geneesmiddelen die zijn aanvaard voor volwassenen. Het maakt daarbij niet uit voor welke indicatie de geneesmiddelen zijn geregistreerd. De CMDh vraagt de handelsvergunninghouders van deze producten de productinformatie aan te passen en deze contra-indicatie op te nemen. Dit kan via een zogenoemde type IA-variatie wanneer geen verdere wijzigingen nodig zijn.
Geneesmiddelenbeoordelingscomité CHMP adviseert positief over het verlenen van handelsvergunningen voor 8 geneesmiddelen, waaronder 5 weesgeneesmiddelen.
Positieve adviezen voor handelsvergunningen (in alfabetische volgorde)
- Bavencio (avelumab) is een antineoplastische antistof en weesgeneesmiddel, als monotherapie bestemd voor de behandeling van volwassen patiënten met gemetastaseerd merkelcelcarcinoom.
- Dupixent (dupilumab) is een humaan monoclonaal antilichaam dat interleukine-4 en interleukine-13 inhibeert en bestemd is voor de behandeling van matige tot ernstige atopische dermatitis bij volwassen patiënten die kandidaat zijn voor systemische therapie.
- Lutathera (lutetium-[177Lu]-oxodotreotide) is een radiotherapeutisch weesgeneesmiddel gericht tegen de somatostatine-receptor subtype 2, bestemd voor de behandeling van volwassen patiënten met niet resectabele of gemetastaseerde, progressieve, goed-gedifferentieerde (G1 en G2) somatostatine receptor positieve gastro-enteropancreatische neuro-endocriene tumoren (GEP-NET).
- Rydapt (midostaurine) is een kinase remmend weesgeneesmiddel,
- bestemd voor de behandeling van patiënten met acute myeloïde leukemie met een FLT3-mutatie in combinatie met daunorubicine en cytarabine inductietherapie en hoge dosis cytarabine consolidatietherapie, gevolgd door Rydapt monotherapie onderhoudsbehandeling voor de patiënten die in complete remissie zijn gekomen.
- als monotherapie voor de behandeling van patiënten met agressieve systemische mastocytose (ASM), systemische mastocytose met een geassocieerde hematologische maligniteit (SM-AHN) en mestcelleukemie (MCL). - Symtuza (darunavir / cobicistat / emtricitabine / tenofoviralafenamide) is een combinatietablet en bestemd voor de behandeling van HIV-1-infectie bij volwassenen en adolescenten (12 jaar en ouder).
- Tecentriq (atezolizumab) is een antineoplastisch antistof en
- als monotherapie bestemd voor de behandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom na eerder platinum-bevattende chemotherapie of van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom die niet geschikt zijn voor cisplatinum.
- als monotherapie voor de behandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig long carcinoom na eerdere chemotherapie. Patiënten met EGFR-activerende mutaties of ALK-positieve tumor mutaties moeten een mutatie gerichte therapie hebben gehad voordat ze in aanmerking komen voor Tecentriq. - Verkazia (ciclosporine) is een weesgeneesmiddel, bestemd voor de behandeling van ernstige vernal keratoconjunctivitis bij kinderen vanaf 4 jaar en adolescenten. Dit geneesmiddel werd beoordeeld volgens de versnelde beoordelingsprocedure.
- Xermelo (telotristat ethyl) is een enzym remmend weesgeneesmiddel, bestemd voor de combinatiebehandeling met somatostatine analoog therapie (SSA) van volwassen patiënten met carcinoïd syndroom-gerelateerde diarree welke inadequaat gecontroleerd wordt door SSA therapie.
Aanpassing therapeutische indicaties (in alfabetische volgorde)
Er zijn positieve adviezen gegeven over de uitbreiding van de indicaties voor:
- Bydureon (exenatide) is een lang werkend GLP1-receptor agonist en nu ook bestemd voor de behandeling van type 2 diabetes mellitus in combinatie met een SGLT2-inhibitor.
- Gazyvaro (obinutuzumab) is een anti-CD20 antistof en nu ook bestemd voor de behandeling van patiënten met eerder onbehandeld gevorderd folliculair lymfoom in combinatie met chemotherapie, gevolgd door onderhoudsbehandeling voor die patiënten in response.
- Humira (adalimumab) is een ontstekingsremmer uit de groep van de tumornecrosefactor blokkers en nu ook bestemd voor de behandeling van chronische niet-infectieuze uveitis bij kinderen vanaf 2 jaar die onvoldoende reageren op of intolerant zijn voor confessionele therapie.
- Keytruda (pembrolizumab) is een antineoplastisch antistof en nu ook als monotherapie bestemd voor de behandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom na eerder platinum-bevattende chemotherapie of van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom die niet in aanmerking komen voor behandeling met cisplatinum-bevattende chemotherapie.
- RoActemra (tocilizumab) is een IL-6 receptor blokker en nu ook bestemd voor de behandeling van reuscelartritis en artritis temporalis bij volwassen patiënten.
- Signifor is een analoog van het natuurlijke hormoon somatostatine en nu ook bestemd voor de ziekte van Cushing bij patienten die niet in aanmerking komen voor chirurgie of onvoldoende hebben gereageerd op chirurgie.
- Sovaldi (sofosbuvir) is een nucleotide analoog en nu ook bestemd voor de behandeling van chronische hepatitis C (CHC) bij adolescenten vanaf 12 jaar oud.
- Vimpat (lacosamide) is een anti-epilepticum en beschikbaar als adjuvante therapie voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen, met of zonder secundaire generalisatie en nu ook beschikbaar voor kinderen vanaf 4 jaar.
Negatieve adviezen voor nieuwe geneesmiddelen (in alfabetische volgorde)
- Fanaptum (iloperidon). Fanaptum was bestemd voor de behandeling van schizofrenie.
- Onzeald (etirinotecan pegol). Onzeald was bestemd voor de behandeling van patiënten met borstkanker met hersenmetastasen, die eerder lokale behandeling hebben ondergaan (chirurgie en/of radiotherapie) en systemische anthracycline, taxaan en capecitabine, tenzij de patiënten niet geschikt waren voor deze behandelingen.
Intrekking van aanvraag
De aanvraag voor een handelsvergunning voor Infinia (alfa-1-antitrypsine) is ingetrokken. Dit geneesmiddel was bestemd voor de behandeling van volwassenen met een longziekte als gevolg van een aangeboren tekort aan alfa-1-antitrypsine.
Inperking gebruik van gadolinium contrastmiddelen bij MRI-scans
In een Europese herbeoordeling is aangetoond dat bij gebruik van gadolinium- contrastmiddelen bij MRI-scans, een restant achterblijft in de hersenen. Dit speelt vooral bij zogenaamde lineaire gadolinium-contrastmiddelen. Er zijn tot nu toe geen aanwijzingen dat dit schadelijk is.
Uit voorzorg beveelt het Europees geneesmiddelenagentschap EMA aan om een deel van de contrastmiddelen te schorsen of het gebruik ervan in te perken. De definitieve beslissing over deze voorzorgsmaatregel ligt nu bij de Europese Commissie.
In Nederland is het gebruik van deze lineaire contrastmiddelen laag. De Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) heeft aan het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) laten weten dat de radiologen vooral andere gadolinium-contrastmiddelen gebruiken bij MRI-scans.
Van de producten waarvan EMA adviseert te schorsen zijn Omniscan en Optimark op de Nederlandse markt.
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen bespreekt in de komende vergadering de gevolgen van deze EMA-aanbeveling voor de Nederlandse situatie.
Heronderzoek van arbitrageprocedure
De aanvrager voor Alcover 750 mg, 1250 mg, 1750 mg granules (natriumoxybaat) heeft verzocht om een heronderzoek van het CHMP-advies van juni 2017. Na ontvangst van de redenen voor het verzoek zal de CHMP het advies heronderzoeken en een definitief advies uitgeven.
Dit is besproken in de bijeenkomst van de CHMP (Commitee for Medicinal Products for Human Use) van het Europese geneesmiddelenagentschap EMA van 17-20 juli 2017. Nederland is in dit comité vertegenwoordigd door 2 medewerkers van het CBG.
Bron: CBG
Ten gevolge van de Severe Acute Respiratory Syndrome-coronavirus (SARS-CoV) uitbraak in 2003 zijn wereldwijd ruim 8000 besmettingen en ongeveer 800 sterfgevallen geregistreerd. Er waren geen antivirale middelen of vaccins tegen SARS-CoV voorhanden en de uitbraak werd na 4 maanden uiteindelijk onder controle gebracht met behulp van traditionele maatregelen, zoals opsporing en quarantaine van patiënten, en controle van hun contacten. Tien jaar na de SARS-epidemie, in de zomer van 2012, dook in Saoedi-Arabië een onbekend coronavirus op: Middle East Respiratory Syndrome-coronavirus (MERS-CoV). Tot september 2013 werden meer dan 100 besmettingen formeel vastgesteld en ongeveer de helft van deze patiënten is overleden. Hoewel er officieel relatief weinig gevallen geregistreerd zijn, wordt aangenomen dat mogelijk (tien)duizenden mensen (ongemerkt) besmet zijn met dit virus. De recente MERS-uitbraak maakt duidelijk dat er 10 jaar na de SARS-epidemie nog steeds geen specifieke behandelmethoden zijn voor patiënten die besmet zijn met dit soort coronavirussen. Voor de ontwikkeling van antivirale strategieën is het noodzakelijk om de virale levenscyclus beter te begrijpen om zo aangrijpingspunten te vinden voor gerichte antivirale therapie. Dit proefschrift verschaft meer inzicht in de vermenigvuldiging (replicatie) van nidovirussen, de groep waartoe ook de coronavirussen MERS-CoV en SARS-CoV behoren. Het genetisch materiaal van nidovirussen bestaat net als voor veel andere belangrijke humane ziekteverwekkers (pathogenen) uit een zogenaamd positiefstrengig RNA (+RNA) genoom. Dit genoom kan na infectie direct door de gastheercel vertaald worden in virale eiwitten. Deze virale eiwitten (niet-structurele eiwitten; nsps) vormen de replicatie- en transcriptiecomplexen (RTCs) die vervolgens het virale genetisch materiaal kopiëren en zorgen dat de structurele eiwitten tot expressie komen. Samen met het virale RNA genoom vormen deze eiwitten nieuwe virusdeeltjes die omhuld zijn met een membraan. Nidovirus RTCs zijn, net als de replicatiecomplexen van andere +RNA virussen, geassocieerd met speciale, viraal geïnduceerde intracellulaire membraanstructuren. Het onderzoek beschreven in dit proefschrift is gedaan om meer inzicht te verkrijgen in nidovirus RTCs en het samenspel tussen nidovirussen en de gastheercel. In het bijzonder is gekeken naar de rol van gastheerfactoren betrokken bij nidovirusreplicatie. Voor dit onderzoek is in eerste instantie gebruik gemaakt van het paardenvirus Equine arteritis virus (EAV), een voor de mens ongevaarlijk maar goed gekarakteriseerd modelvirus. In hoofdstuk 2 wordt een methode beschreven voor het isoleren van actieve RTCs uit EAV-geïnfecteerde cellen. Met deze methode kan de RNA-synthetiserende activiteit van deze RTCs in vitro in detail bestudeerd worden. Het bleek dat diverse nsps geassocieerd zijn met cellulaire membranen. Een van deze nsps is het RNA-afhankelijke RNA polymerase (RdRp) dat het virale RNA kopieert. Deze membranen leken het complex te beschermen en waren cruciaal voor virale RNA synthese. Bovendien bleek de RNA synthese activiteit absoluut afhankelijk te zijn van een gastheereiwit met een massa van 60-70 kDa, dat opmerkelijk genoeg niet permanent geassocieerd is met de membraangebonden complexen. De identificatie van dit eiwit is gaande. Hoofdstuk 3 beschrijft het remmende effect van Cyclosporine A (CsA) op de replicatie van de arterivirussen EAV en het varkensvirus Porcine Reproductive and Respiratory Syndrome Virus. Behandeling van geïnfecteerde cellen met CsA blokkeert de aanmaak van virale eiwitten en ook de productie van nieuwe virusdeeltjes. De in hoofdstuk 2 beschreven in vitro methode werd gebruikt om aan te tonen dat CsA een direct effect heeft op de synthese van het EAV RNA. Van CsA is bekend dat het de activiteit remt van een specifieke groep van cellulaire eiwitten: de cyclophilins (Cyps). Het belang van enkele van deze Cyps, voornamelijk cyclophilin A (CypA) en CypB, is al eerder beschreven voor o.a. hepatitis C virus (HCV). Door gebruik te maken van een techniek (RNA interferentie) om het expressieniveau van specifieke eiwitten in de cel te verlagen, kon worden aangetoond dat CypA belangrijk is voor EAV replicatie. Verder zijn er aanwijzingen gevonden dat dit eiwit aanwezig is in EAV replicatiecomplexen en daar mogelijk een essentiële rol speelt. CsA is een onderdrukker van het immuunsysteem en is daardoor niet direct geschikt als antiviraal middel. Er bestaan echter varianten van CsA die wel de activiteit van Cyps blokkeren maar het immuunsysteem niet onderdrukken. Verscheidene van deze moleculen zijn al in klinische studies geëvalueerd voor de behandeling van HCV infecties. Eén van deze niet-immuunsuppressieve CsA-varianten, Debio-064, remt de EAV infectie. Dit bevestigt de betrokkenheid van Cyps bij arterivirus replicatie en suggereert dat deze klasse van middelen in de toekomst mogelijk ook ingezet kan worden als antivirale therapie tegen arterivirussen. In hoofdstuk 4 wordt aangetoond dat ook de replicatie van SARS-CoV, humaan coronavirus 229E (HCoV-229E), en het modelcoronavirus muizenhepatitis virus (MHV) wordt geremd door CsA. Echter kon geen duidelijke betrokkenheid van één of meer specifieke Cyps bij de SARS-CoV replicatie worden vastgesteld, wat erop zou kunnen wijzen dat de remming van de replicatie van SARS-CoV en EAV door CsA op verschillende mechanismen gebaseerd is. Dit verklaart ook mogelijk het verschil in gevoeligheid van deze virussen voor deze gastheercelgerichte remmer. Om inzicht te krijgen in de rol van gastheerfactoren in de virale levenscyclus zijn voor een aantal virussen zogenaamde siRNA screens uitgevoerd, waarbij op systematische wijze de hoeveelheid van een bepaald gastheereiwit in de cel wordt verminderd, waarna het effect daarvan op virusreplicatie wordt gemeten. Op deze manier kunnen zowel provirale factoren (nodig voor virusreplicatie) als antivirale factoren (die virusreplicatie remmen) worden geïdentificeerd. Hoofdstuk 5 beschrijft een dergelijke RNAi screen naar de rol van kinasen - eiwitten die vele cellulaire processen reguleren – in de SARS-CoV levenscyclus. Van de ~800 onderzochte eiwitten bleken er 90 een antiviraal effect te hebben, waarvan een groot deel een rol bleek te spelen in de signaaloverdracht binnen het immuunsysteem. Verder werden 40 provirale factoren geïdentificeerd, waaronder enkele die betrokken (kunnen) zijn bij de virus-geïnduceerde membraanveranderingen. De rol van twee van de gevonden factoren – de antivirale factor PKR en de provirale factor COPB2 - is vervolgens in meer detail bestudeerd. PKR is eerder beschreven als antivirale factor voor andere virussen, en depletie van dit eiwit bleek inderdaad een stimulerend effect op SARS-CoV replicatie te hebben. COPB2 is een component van COPI-gecoate blaasjes die het transport vanuit het Golgi-complex regelen. Vermindering van COPB2 expressie resulteerde in een vermindering van SARS-CoV eiwit- en virusproductie. Niet alleen COPB2, maar ook andere componenten die betrokken zijn bij de vorming van de COPI-gecoate blaasjes, zoals COPB1 en GBF1, bleken een proviraal effect te hebben. Deze resultaten wijzen erop dat de vorming en/of aanwezigheid van deze blaasjes essentieel is voor efficiënte SARS-CoV replicatie. De resultaten van de RNAi experimenten vormen een goede basis voor het onderzoeken van de rol van gastheerfactoren in de SARS-CoV replicatie. In hoofdstuk 6 wordt inzicht verschaft in MERS-CoV replicatie. Verschillende cellen, waaronder Vero, VeroE6, Huh7 en Calu3 cellen, bleken met dit virus geïnfecteerd te kunnen worden. Met behulp van elektronenmicroscopie konden in MERS-CoV-geïnfecteerde Vero cellen blaasjes met een dubbel membraan (double-membrane vesicles; DMVs) en “in elkaar gedraaide” membranen (convoluted membranes; CM) worden waargenomen. Deze structuren zijn typerend voor coronavirusgeïnfecteerde cellen. In dezelfde studie wordt aangetoond dat MERS-CoV snelle celdood induceert in Vero en Huh7 cellen. Dit fenomeen is gebruikt om een methode te ontwikkelen voor de identificatie van antivirale middelen, waarin het remmen van MERS-CoV-geïnduceerde celdood door deze middelen kwantitatief kan worden bepaald. CsA is gebruikt als “proof-of-principle” antiviraal middel en bleek inderdaad MERS-CoV te remmen bij vergelijkbare concentraties als gevonden voor SARS-CoV. Verder bleek interferon-α een potente remmer van MERS-CoV-geïnduceerde celdood en virus productie. Interessant is dat MERS-CoV ongeveer 50-100 keer gevoeliger is voor interferon-α behandeling dan SARS-CoV. Een mogelijke (deel)verklaring voor dit verschil is dat MERS-CoV geen homoloog van het SARS-CoV ORF6 eiwit heeft, zodat dit virus de immuunrespons van de gastheer mogelijk minder efficiënt onderdrukt. Deze bevindingen bieden mogelijk een aangrijpingspunt voor de ontwikkeling van antivirale therapieën tegen MERS-CoV infecties.
De ‘Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP)’ heeft in haar maandelijkse vergadering de onderstaande adviezen gegeven aan de Europese Commissie. De CHMP is het wetenschappelijke comité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het CBG is vertegenwoordigd.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Giotrif (afatinib), een pan-ErbB tyrosinekinaseremmer, voor de behandeling van patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom met activerende EGFR mutaties. De behandeling is beperkt tot patiënten die niet eerder tyrosinekinaseremmers gehad hebben.
- Grastofil (filgrastim), een biosimilar van Neupogen en derhalve goedgekeurd voor dezelfde indicaties.
- Vipidia (alogliptin), Incresync (alogliptin/pioglitazon), Vipdomet (alogliptin/metformin),
goedgekeurd voor de behandeling van patiënten met diabetes type 2. - Tybost (cobicistat), goedgekeurd als farmacokinetische versterker van darunavir of atazanavir te gebruiken bij de behandeling van HIV-1 patiënten.
- Ultibro en Xoterna Breezhalers (glycopryrronium/indacaterol), goedgekeurd voor luchtwegverwijdende onderhoudsbehandeling van COPD om de symptomen van de aandoening te verlichten.
Herbeoordeling nieuwe geneesmiddelen
- Defitelio (defibrotide). Op verzoek van de firma werd deze aanvraag opnieuw beoordeeld. Hierbij kwam de CHMP tot een positief oordeel, maar heeft het product alleen goedgekeurd voor de behandeling van ernstige hepatische veno-occlusieve aandoeningen (VOD) na beenmergtransplantatie.
- Xeljanz (tofacitinib), bedoeld voor de behandeling van reumatoïde artritis. De aanvraag werd op verzoek van de firma opnieuw beoordeeld. Het advies van de CHMP blijft negatief.
Uitbreiding indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende indicatie-uitbreidingen:
- Eylea (aflibercept), uitbreiding van de indicatie met maculaoedeem ten gevolge van central retinal vein occlusion (CRVO).
- Ilaris (canakinumab), mag nu ook gebruikt worden (als monotherapie of in combinatie met methotrexaat) voor de behandeling van actieve systemische juveniele idiopathische artritis bij kinderen vanaf 2 jaar, die onvoldoende reageren op NSAID’s en systemische corticosteroïden.
- Prezista (darunavir), mag nu ook gebruikt worden bij niet eerder behandelde adolescenten vanaf 12 jaar met een gewicht van ten minste 40 kg.
- Revolade (eltrombopag), mag nu ook gebruikt worden bij volwassen patiënten met chronische hepatitis C infectie ter behandeling van trombocytopenie waarbij het aantal trombocyten zo laag is dat een behandeling met interferon niet gestart kan worden.
- Simponi (golimumab), mag nu ook gebruikt worden voor de behandeling van matig tot ernstige vormen van colitis ulcerosa bij volwassenen, die onvoldoende reageerden op standaardtherapie.
- Stelara (ustekinumab), de indicatie wordt uitgebreid naar de behandeling van artritis psoriatica, al dan niet samen met methotrexaat na andere DMARDs (Disease-modifying antirheumatic drugs).
- Zonegran (zonisamide), mag nu ook gebruikt worden als aanvullende behandeling van partiële epileptische aanvallen bij adolescenten en kinderen vanaf 6 jaar.
Weigering handelsvergunning
- Delamanid (delamanid), was bedoeld voor de behandeling van multiresistente Tuberculose in combinatie met een andere behandeling. De CHMP oordeelde dat de werkzaamheid van het geneesmiddel onvoldoende is aangetoond.
Uitkomst herbeoordelingen
- Ketoconazole bevattende producten (ketoconazole) was eerder goedgekeurd voor de behandeling van schimmelinfecties. De CHMP is van mening dat vanwege de bijwerkingen op de lever en de beschikbaarheid van andere behandelingen de baten/risico balans niet langer positief is, voor gebruik als antischimmelmiddel.
- Metoclopramide bevattende producten zijn bedoeld voor de behandeling en het tegen gaan van misselijkheid en braken. Gezien de neurologische bijwerkingen heeft de CHMP de aanbeveling gedaan metoclopramide bevattende producten alleen kortdurend te gebruiken (maximaal 5 dagen) en niet voor te schrijven aan kinderen tot 1 jaar. Bij kinderen vanaf 1 jaar zou het alleen gebruikt mogen worden bij de behandeling van misselijkheid en braken na narcose en/of als gevolg van chemotherapie als andere behandelingen onvoldoende effect hebben.
Terugtrekkingen
- Effentora (fentanyl citrate) De indicatie uitbreiding voor de behandeling van doorbraakpijn bij volwassenen met chronische pijn niet ten gevolge van kanker, is door de firma terug getrokken. De CHMP heeft aangegeven dat de baten/risico balans niet langer positief is.
- Eviplera (emtricitabine, rilpivirine hydrochloride, tenofovir disoproxil fumarate) De indicatie uitbreiding naar patiënten met een hogere virale belasting (i.e. van 100.000 copies per ml naar 500.000 per ml) is door de firma ingetrokken. De CHMP was van oordeel dat het risico op resistentie te groot was om tot een positief oordeel te komen.
De Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) en de Coordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – Human (CMDh) hebben in hun maandelijkse vergaderingen de onderstaande adviezen gegeven.
De CHMP is het geneesmiddelenbeoordelingscomité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) is vertegenwoordigd. De CMDh is een Europees besluitvormend orgaan dat verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de Wederzijdse erkennings- en Decentrale procedures. Verder worden ook alle nationaal geregistreerde producten besproken die op grond van potentieel ernstig risico voor de volksgezondheid zijn doorverwezen naar het geneesmiddelenbewakingscomité Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) voor discussie.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Harvoni (combinatiepreparaat van sofosbuvir en ledipasvir) voor de behandeling van chronische hepatitis C bij volwassenen.
- Ketoconazol HRA (ketoconazol) voor de behandeling van patiënten met het syndroom van Cushing. Met deze positieve opinie komt er een officiele handelsvergunning voor de behandeling van het syndroom van Cushing met ketoconazol als weesgeneesmiddel.
- Vargatef (nintedanib), in combinatie met docetaxel, voor de behandeling van patiënten met voortgeschreden niet-kleincellig adenocarcinoom van de long (NKCLK) na eerdere behandeling met chemotherapie.
- Cyramza (ramucirumab) is een weesgeneesmiddel voor de behandeling van patiënten met voortgeschreden maagcarcinoom in combinatie met paclitaxel of als monotherapie wanneer paclitaxel niet in aanmerking komt.
- Lymphoseek (tilmanocept) is een diagnosticum en geïndiceerd voor de beeldvorming en intraoperatieve schildwachtklier detectie bij volwassen patiënten met borstkanker, melanoom of plaatselijk plaveiselcarcinoom in de mondholte.
- Egranli (balugrastim) is geïndiceerd voor de behandeling van door chemotherapie geïnduceerde neutropenie.
- Rezolsta (combinatiepreparaat van darunavir en cobicistat) voor de behandeling van HIV-1 bij volwassenen (18 jaar of ouder).
- Trulicity (dulaglutide), bedoeld als add-on therapie de behandeling van diabetes mellitus type 2 en mono-therapie als metformine niet gebruikt kan worden.
- Moventig (naloxegol) voor de behandeling van opioïd-geïnduceerde constipatie bij volwassen patiënten die onvoldoende reageren op laxantia.
Aanpassing indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende aanpassingen van de indicatie:
- Voor Prezista (darunavir) werd de indicatie uitgebreid met de behandeling van HIV-1 infectie bij ART-naïeve pediatrische patiënten (3 tot 17 jaar en met een lichaamsgewicht van ten minste 15 kilogram). Daarnaast werd, in combinatie met andere retrovirale geneesmiddelen, de gelijktijdige toediening met Cobicistat toegestaan.
- Signifor (pasireotide) is bedoeld voor de behandeling van volwassen patiënten met acromegalie bij wie chirurgisch ingrijpen niet mogelijk of niet succesvol is geweest en die onvoldoende reageren op behandeling met een andere somatostatine analoog. (pasireotide) is bedoeld voor de behandeling van volwassen patiënten met acromegalie bij wie chirurgisch ingrijpen niet mogelijk of niet succesvol is geweest en die onvoldoende reageren op behandeling met een andere somatostatine analoog.
Start herbeoordelingsprocedure bioequivalentie onderzoeken GVK Biosciences Hyderabad, India
Deze herbeoordelingsprocedure is gestart omdat na inspectie is gebleken dat de firma GVK Biosciences niet altijd volgens ‘good clinical practice’ (GCP) heeft gehandeld. Er zijn vooral twijfels aan onderzoeksgegevens die zijn gebruikt als ondersteuning voor registraties van generieke geneesmiddelen.
De CHMP bekijkt nu op verzoek van de Europese Commissie op welke registratiedossiers de inspectiebevindingen van invloed zijn en of de handelsvergunningen van deze geneesmiddelen gehandhaafd, veranderd, geschorst of doorgehaald moeten worden in de EU-lidstaten.
Sluiting productieplaats MACI
De Europese productieplaats voor het geneesmiddel MACI (matrix applied characterised autologous cultured chondrocytes) is per 5 september 2014 gesloten door de eigenaar. Dit betekent dat deze ‘advanced therapy’ niet langer beschikbaar is voor nieuwe patiënten totdat een nieuwe productieplaats is gevonden. De productieplaats is gesloten uit commerciële overwegingen, de veiligheid en werkzaamheid van MACI zijn niet in het geding. MACI is in Nederland niet op de markt (geweest).
De ‘Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP)’ heeft in haar maandelijkse vergadering de onderstaande adviezen gegeven aan de Europese Commissie. De CHMP is het wetenschappelijke comité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het CBG is vertegenwoordigd.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Bosulif (bosutinib), goedgekeurd voor een beperkte indicatie voor de behandeling van volwassenen met Philadelphia chromosoom positieve chronische lymfatische leukemie (Ph+ CLL). Het gaat om patiënten die eerder behandeld zijn met één of meer tyrosine kinase remmers, en voor wie imatinib, nilotinib en dasatinib niet behoren tot de behandelmogelijkheden. Het middel is voorwaardelijk toegelaten en de firma zal aanvullende data moeten genereren binnen de goedgekeurde indicatie.
- Jetrea (ocriplasmin), voor de behandeling van de oogaandoening vitreomaculair tractiesyndroom (VMT), inclusief als deze geassocieerd is met een klein gaatje in de macula van het oog.
Weigering handelsvergunningen*
- Raxone (idebenone), bedoeld voor de behandeling van patiënten met Leber’s erfelijk optische neuropathie (LHON, erfelijk disfunctioneren van de oogzenuw). Geweigerd omdat de werkzaamheid onvoldoende was onderbouwd.
* Bij deze weigeringen kan de firma nog in beroep gaan.
Uitbreiding indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende indicatie-uitbreidingen:
- Humira (adalimumab), mag nu worden gebruikt bij polyarticulaire juveniele idiopathische artritis bij kinderen vanaf 2 jaar (was 4 jaar).
- Ilaris (canakimumab), het gaat om uitbreiding met een gelimiteerde indicatie voor de behandeling van patiënten met frequente jichtaanvallen (minimaal 3 aanvallen in de voorgaande 12 maanden), bij wie NSAIDs of colchicine gecontra-indiceerd zijn, niet getolereerd worden of onvoldoende effectief zijn en voor wie herhaald gebruik van corticosteroïden niet geschikt is.
- Komboglyze (saxagliptin / metformin) en Onglyza (saxagliptin), uitbreiding van het gebruik in combinatie met een sulfonylureumderivaat in triple therapie (saxagliptin+metformin+SU).
- Pegasys (peginterferon alfa-2a), mag in combinatie met ribavirine nu ook worden gebruikt voor de behandeling van kinderen vanaf vijf jaar met chronische hepatitis C die nog niet eerder behandeld zijn en positief zijn getest op HCV-RNA. Voor deze indicatie is een speciale kinderformulering ontwikkeld. Voor start van behandeling dient een arts in overweging te nemen dat deze combinatietherapie kan zorgen voor een tragere groei en het onduidelijk is of dit hersteld als de behandeling wordt gestopt.
Arbitrage
- Formodual 100/6 microgram/dosis, verzoek voor indicatie uitbreiding waardoor het product nu ook als zo nodig medicatie voor astma kan worden gebruikt tezamen met onderhoudstherapie, is toegekend. Binnen de wederzijdse erkenningsprocedure was eerder verschil van mening tussen de lidstaten.
Terugtrekkingen
- Loulla (mercaptopurine), deze is teruggetrokken omdat er al een mercaptopurine bevattend middel voor kinderen aanvaard is en de firma de weesgeneesmiddel status hiervan niet kon doorbreken.
- Memantine FGK (memantine), hier ging het om een formulering met verlengde afgifte in plaats van een directe afgifte. De firma kon de vragen van de CHMP naar de onderbouwing van de werkzaamheid onvoldoende beantwoorden.
Overig nieuws CHMP
- Prolia (denosumab), binnenkort zal de productinformatie worden aangepast, naar aanleiding van meldingen van atypische femurfracturen. Een verhoogd risico van dit type fracturen is al eerder gerapporteerd bij bifosfonaten (een ander type anti-resorptieve behandeling bij postmenopauzale osteoporose). Voorschrijvers zullen middels een brief, een zogenaamde Direct Healthcare Professional Communication (DHPC), worden geïnformeerd.
De Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) en de Coordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – Human (CMDh) hebben in hun maandelijkse vergaderingen de onderstaande adviezen gegeven.
De CHMP is het geneesmiddelenbeoordelingscomité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) is vertegenwoordigd. De CMDh is een Europees besluitvormend orgaan dat verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de Wederzijdse erkennings- en Decentrale procedures. Verder worden ook alle nationaal geregistreerde producten besproken die op grond van potentieel ernstig risico voor de volksgezondheid zijn doorverwezen naar het geneesmiddelenbewakingscomité Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) voor discussie.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positief geadviseerd over het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Cerdelga (eliglustat) als weesgeneesmiddel voor de behandeling van patiënten met type I ziekte van Gaucher met een langzaam, “intermediate” of normaal CYP2D6 metabolisme.
- Exviera (dasabuvir) en Viekirax (ombitasvir + paritaprevir + ritonavir) voor de behandeling van chronische hepatitis C. Deze middelen moeten waar nodig in combinatie met andere geneesmiddelen gebruikt worden.
- Ofev (nintedanib), als weesgeneesmiddel voor de behandeling van idiopathische pulmonale fibrose.
- Cosentyx (secukinumab) voor de behandeling van matige tot ernstige plaque psoriasis bij patiënten die in aanmerking komen voor systemische therapie.
- Otezla (apremilast) voor de behandeling van:
- actieve artritis psoriatica bij patiënten die intolerant zijn voor of bij wie de respons op eerdere ‘disease modifying antirheumatic drug’-therapie onvoldoende is gebleken;
- matige tot ernstige plaque psoriasis bij patiënten met onvoldoende respons op, dan wel een intolerantie voor, of een contra-indicatie voor andere systemische therapie (waaronder ciclosporine, methotrexaat of PUVA).
- Senshio (ospemifene) voor de behandeling van vulvaire en vaginale atrofie (VVA) bij postmenopauzale vrouwen die niet in aanmerking komen voor lokale, vaginale behandeling met oestrogenen.
- Zontivity (vorapaxar) voor de vermindering van atherotrombotische gebeurtenissen bij patiënten die eerder een hartinfarct hadden. Het middel moet gebruikt worden in combinatie met acetylsalicylzuur en, waar nodig, clopidogrel.
Aanpassing indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende indicatie-aanpassingen:
- Inductos (dibotermin alfa) kan nu ook gebruikt worden voor posterior lumbale wervelkolom chirurgie, op alle lumbale niveaus met verschillende medische hulpmiddelen.
- Travatan (travoprost) kan nu ook worden gebruikt worden bij kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot 18 jaar voor oculaire hypertensie en glaucoom.
Aanpassing afleverstatus
- EllaOne (ulipristal acetate) hoeft volgens de CHMP niet langer receptplichtig te zijn. Het CBG zal in januari een besluit nemen welke afleverstatus voor dit geneesmiddel in Nederland wordt toegekend. Voor niet-receptplichtige geneesmiddelen kent Nederland drie categorieën: Uitsluitend Apotheek (UA), Uitsluitend Apotheek of Drogist (UAD) of Algemene Verkoop (AV).
CMDh beoordelingen
- Valproaat-bevattende geneesmiddelen (Depakine (Chrono), Orfiril, Natriumvalproaat, Propymal) - De CMDh bekrachtigt met consensus de PRAC-aanbeveling omtrent de aangescherpte waarschuwingen bij het gebruik van valproaat-bevattende geneesmiddelen door vrouwen en meisjes. Zij worden beter geïnformeerd over de risico’s van gebruik van valproaat tijdens de zwangerschap. Zie ook het eerderewebbericht over deze herbeoordeling. Binnenkort ontvangen zorgverleners een DHPC met meer informatie. De herbeoordeling door de PRAC werd gestart naar de publicatie van nieuwe gegevens met betrekking tot het risico van aangeboren afwijkingen en problemen in ontwikkeling van baby’s die zijn blootgesteld aan valproaat in de baarmoeder.
- Testosteron-bevattende geneesmiddelen (Andriol, Androgel, Nebido, Sustanon, Testim, Tostran, Testogel) – De CMDh bekrachtigt met consensus de PRAC aanbeveling van testosteron-bevattende geneesmiddelen. De voordelen van testosteron-bevattende geneesmiddelen blijven opwegen tegen de risico’s. Deze geneesmiddelen moeten uitsluitend worden ingezet wanneer een tekort aan testosteron is bevestigd door zowel symptomen als laboratoriumtesten. De herbeoordeling door de PRAC werd gestart naar aanleiding van zorgen over ernstige bijwerkingen op hart en bloedvaten.
Rianne Vriend: ‘Interventions for STI control: vaccination and testing’. Het testen op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) is goed georganiseerd in Nederland, maar met name bij hiv-geïnfecteerde mannen die seks hebben met mannen is ruimte voor verbetering. Daarnaast zijn extra inspanningen nodig om risicogroepen te bereiken die een hoge kans hebben op het oplopen van een soa of hepatitis C-infectie en die zich niet op eigen initiatief laten testen. Dit blijkt uit het proefschrift van Vriend. Zij keek onder andere naar soa’s bij mannen die seks hebben met mannen (msm). In die groep komen soa’s naar verhouding veel voor. Vriend adviseert om de soa- en hiv-zorg gedeeltelijk samen te voegen en mannen die zorg krijgen in een hiv-behandelcentrum jaarlijks een gecombineerde test op chlamydia en gonorroe aan te bieden. Een ander deel van het proefschrift gaat over HPV, het humaan papillomavirus dat verschillende vormen van kanker kan veroorzaken. Daarom is de inenting tegen twee varianten van HPV (type 16 en 18) opgenomen in het rijksvaccinatieprogramma. Uit Vriends onderzoek blijkt dat meer dan de helft van heteroseksuele mannen en vrouwen tussen de 16 en 24 jaar is besmet met HPV, vrouwen vaker dan mannen.