contactgegevens
APOTHEEK VELGHE
Zottegemstraat 24
9688 Schorisse
T. 055 45 56 81
info@apotheekvelghe.be
APOTHEEK VELGHE RONSE
Peperstraat 19
9600 Ronse
T. 055 21 26 72
ronse@apotheekvelghe.be
Zottegemstraat 24
9688 Schorisse
T. 055 45 56 81
info@apotheekvelghe.be
APOTHEEK VELGHE RONSE
Peperstraat 19
9600 Ronse
T. 055 21 26 72
ronse@apotheekvelghe.be
› Suikerziekte (diabetes mellitus)
Hoe merk ik het?
- Veel plassen, dorst
- Gewichtsverlies
- Vermoeidheid
- Jeuk
- Slecht genezende wonden
Hoe werkt het?
- Diabetes mellitus betekent letterlijk 'honingzoete doorloop'. De bedenker van deze naam in de oudheid gaf daarmee aan wat er gebeurt als je 'suiker hebt': 'je gaat veel drinken en plassen en de urine bevat veel suiker. Normaal schommelt het suikergehalte in het bloed (bloedsuiker of bloedglucose) tussen nauwe grenzen. Bij suikerziekte wordt de bloedsuiker te hoog. Het teveel aan suiker wordt door de nieren uitgeplast. Daarmee gaat veel water verloren en krijgt u dorst. Daarom gaat u veel drinken. Suiker krijgen we binnen via de voeding in de vorm van suiker en zetmeel bevattende voedingsmiddelen als rijst, graanproducten en aardappels. In de darmen worden deze afgebroken tot de meest elementaire suikermolecule, glucose. In die vorm wordt het uit de darmen in de bloedbaan opgenomen. In het bloed wordt het glucosegehalte gecontroleerd door hormonen. Sommige kunnen het glucosegehalte verhogen, andere kunnen het verlagen. Het belangrijkste glucoseverlagende hormoon is insuline. Insuline zorgt ervoor dat glucose uit het bloed in de lichaamcellen wordt opgenomen. In geval van suikerziekte werkt dat systeem niet goed. Het kan zijn dat er niet genoeg insuline wordt gemaakt door de alvleesklier. In dat geval spreken we van type I diabetes. Vroeger noemden we dat jeugddiabetes. Het kan ook zijn dat er wel genoeg insuline wordt gemaakt maar dat de cellen in het lichaam er niet sterk genoeg op reageren. Dat noemen we type II diabetes (vroeger: ouderdomsdiabetes).
- Verschijnselen op korte termijn: Als de bloedsuiker te hoog wordt, gaat u meer drinken en plassen. Bovendien valt u af doordat u een boel calorieën uitplast. U wordt moe. U kunt last krijgen van jeuk, irritatie van slijmvliezen (vooral aan de vagina en de penis). Als het suikergehalte erg hoog wordt kan de stofwisseling in de war raken. Soms zo sterk dat u in coma raakt en komt te overlijden.
- Verschijnselen op langere termijn (tien tot twintig jaar): De gevolgen en complicaties van suikerziekte op langere termijn worden veroorzaakt door aantasting van de bloedvaten, zowel van de grote (slagaders) als van de kleine bloedvaatjes. Aantasting van de slagaders komt tot uiting in een versterkte aderverkalking (atherosclerose). Daardoor wordt de kans groter op het krijgen van een hartinfarct, een beroerte of van bloedvatvernauwing in de benen. De aantasting van de kleine bloedvaatjes kan leiden tot slechte wondgenezing, tot beschadiging van onder andere de ogen, nieren en de zenuwen. Dit kan op den duur blindheid veroorzaken, een verminderde nierfunctie of zenuwpijnen en tintelingen en doofheid in voeten en handen. Ook het seksuele functioneren kan verslechteren.
Hoe ontstaat het?
De exacte oorzaak van type I diabetes is niet bekend. De insulineproducerende cellen in de alvleesklier worden vernietigd. Mogelijk speelt een virusinfectie een rol of een auto-immuun aandoening (dat is een kwaal waarbij het lichaam antistoffen produceert tegen zijn eigen cellen) of een combinatie van beide. Type I diabetes komt voor bij zo'n drie procent van de bevolking en ontstaat vrijwel altijd op relatief jonge leeftijd (voor het 30ste jaar). Type II diabetes komt verreweg het meeste voor. Hoewel het zelden gezien wordt voor het 30ste levensjaar kan het op iedere leeftijd ontstaan. Zo'n vijftien procent van de mensen boven de 70 jaar lijdt aan diabetes mellitus type II. Een aantal factoren draagt bij aan het ontstaan ervan. overgewicht is de belangrijkste. De meeste mensen met diabetes type II hebben overgewicht . Als het gewicht afneemt zien we dat de bloedsuikers lager worden of zelfs normaliseren. Erfelijkheid is een andere factor, evenals ras (men ziet het relatief vaker bij Hindoestanen).Hoe ga ik er zelf mee om?
Zorg dat u niet te zwaar bent. Zeker in geval van diabetes type II gaat de bloedsuiker omlaag als u afvalt. suikerziekte is een aandoening waarbij de bloedvaten worden beschadigd. Daarom is het zaak de andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten zoveel mogelijk te beperken. Een gezonde levensstijl is daarbij van groot belang. Als u rookt, stop daar dan onmiddellijk mee; met diabetes vormt roken de grootste risicofactor voor hart- en vaatziekten. Zorg voor gezonde evenwichtige voeding. Dat betekent voeding die voldoende vezels bevat met een goede verhouding tussen eiwitten, koolhydraten en vetten. Verspreid de maaltijden goed over de dag, maak ze niet te uitgebreid en gebruik liever af en toe een tussendoortje. Gebruik niet teveel vet en zorg dat de vetten die u gebruikt grotendeels onverzadigd zijn. In de praktijk betekent dit dat u vooral vloeibare vetten (oliën dus) gebruikt en vaste vetten (margarine, boter, dierlijke vetten) beperkt. Beperk u ook in het gebruik van suiker, zout en alcohol. Regelmatige lichaamsbeweging is van groot belang. U valt erdoor af, u traint hart en bloedvaten, cholesterol- en suikergehalte dalen erdoor en ook de bloeddruk gaat erdoor omlaag. U hoeft daarbij geen grote inspanningen te verrichten. Van meer belang is dat het regelmatig gebeurt en gedurende voldoende lange tijd (vier keer per week een half uur is prima). Fietsen en (door)wandelen zijn goede voorbeelden.Hoe gaat de arts er mee om?
- In geval van type II diabetes: Als wordt vastgesteld dat u suikerziekte hebt of als u vermoedt dat u suikerziekte hebt, neem dan contact op met uw arts. Met een simpele vingerprik kan de diagnose worden bevestigd. Uw arts zal u uitleggen wat de ziekte inhoudt. Tevens zal hij met u nagaan of er in uw geval sprake is van andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten ( overgewicht , roken, verhoogd cholesterolgehalte, hoge bloeddruk). In eerste instantie zal hij u naar de diëtiste verwijzen voor advies betreffende een gezonde voeding. Een gezonde regelmatige voeding is de kern van de diabetesbehandeling. De diëtiste zal u adviseren en zonodig begeleiden met het afvallen. Het kan zijn dat met deze maatregelen alleen uw bloedsuiker al normaal wordt. Als met dieet en meer lichaamsbeweging onvoldoende resultaat wordt bereikt dan zijn medicijnen nodig. Grofweg kent men twee soorten medicijnen bij suikerziekte: medicijnen die de productie van insuline in de alvleesklier stimuleren (sulfonylureumderivaten) e
- In geval van type I diabetes: Ook bij type I diabetes is een regelmatige gezonde voeding en levensstijl van groot belang. Het bloedsuikergehalte kan niet met tabletten verlaagd worden en er moet insuline worden gespoten. Type I diabetespatiënten leren regelmatig hun suikergehalte te controleren. Meestal spuiten zij enkele malen per dag voor de maaltijd een kort werkende insuline. Zij leren zelf de hoeveelheid insuline en de voeding aan te passen aan de behoefte van dat moment. Type I diabetespatiënten worden begeleid door de internist en de diabetesverpleegkundige.