Episodische clusterhoofdpijn treedt op in bepaalde periodes van 8 tot 12 weken waarin de patiënt dagelijks twee tot drie aanvallen te verwerken krijgt. Die duren een paar uur, veroorzaken hevige pijn aan één kant van het hoofd en kunnen gepaard gaan met verschijnselen als tranende ogen, neusverstopping en zweten. In een Amerikaans onderzoek (Cephalalgia, november 2002)werden 16 patiënten die aan deze aandoening leden, onderworpen aan een therapie met zuurstof. De helft kreeg zuivere zuurstof toegediend, dan andere helft een placebo met 10 procent zuurstof. Beide groepen kregen twee sessies binnen 24 uur die 70 minuten duurden. De resultaten waren opmerkelijk. Maar liefst 83 procent meldde een jaar later dat de frequentie van de aanvallen de helft minder was geworden. Het maakte daarbij niet uit in welke groep een patiënt had gezeten.
In september 2015 ging een groot onderzoek van start naar nieuwe migrainemedicijnen. Het zijn antilichamen die de werking blokkeren van CGRP, een eiwit dat vrijkomt tijdens een migraineaanval. Kleinere studies lieten gunstige resultaten zien bij zowel migraine als clusterhoofdpijn. “We kijken ook of we kunnen voorspellen of de medicijnen bij iemand wel of niet gaat werken”, aldus Michel Ferrari, hoogleraar Neurologie in het LUMC. ‘Helft minder migraine dankzij revolutionair wondermiddel’, kopten de kranten onlangs. “Dat ‘wondermiddel’ is natuurlijk overdreven, maar het gaat wel om veelbelovende middelen”, reageert prof. Michel Ferrari, leider van het onderzoek naar nieuwe middelen tegen migraine dat na de zomer van start gaat. “De middelen die we gaan testen lijken minder bijwerkingen te hebben en effectiever te zijn dan de huidige middelen, zo lieten de eerste kleine studies in Amerika zien. Wij gaan nu een groot onderzoek doen naar de precieze effectiviteit, veiligheid en de optimale dosering. Het zijn preventieve middelen, medicijnen die aanvallen voorkómen bij mensen die twee of meer aanvallen per maand hebben.” Het geteste medicijn bestaat uit een groep van drie verschillende antilichamen. Alle drie blokkeren ze de werking van CGRP, een eiwit dat vrijkomt bij migraineaanvallen. “Twee van de drie doen dat door CGRP weg te vangen. Het andere antilichaam bindt aan de CGRP-receptor, waardoor het eiwit zijn functie niet meer uit kan oefenen.” De rol van CGRP bij migraine is niet goed bekend. Ferrari: “We weten wel dat CGRP bij migraineaanvallen vrijkomt en dat onderdrukken van dit eiwit de aanval tegen kan gaan. In deze studie hopen we onder meer te ontdekken hoe dat komt.” De onderzoekers hopen ook te kunnen gaan voorspellen bij wie deze nieuwe medicijnen wel, en bij wie ze niet werken. “Bij sommige patiënten verdwijnen alle aanvallen, bij andere slechts een deel of is er helemaal geen vermindering”, licht Ferrari toe. De behandeling bestaat uit maandelijks een injectie van het CGRP-blokkerende eiwit. Deze behandeling is bestemd voor mensen die veel last van migraine hebben: minimaal twee keer per maand een aanval. Ook mensen met clusterhoofdpijn kunnen vermoedelijk baat hebben bij de antilichamen, omdat CGRP ook bij clusterhoofdpijn een rol speelt. Het zal nog zeker een aantal jaar duren voordat de middelen, mits ze goed blijken te werken, op de markt komen. “We zitten echt te springen om betere medicijnen, want de huidige preventieve migrainemedicijnen werken onvoldoende. Het zijn medicijnen die eigenlijk bestemd zijn voor andere aandoeningen, zoals epilepsie of hoge bloeddruk, waarvan toevallig ontdekt is dat ze ook tegen migraine kunnen helpen. De antilichamen die we nu gaan testen zijn echt speciaal gericht op de ernstige hoofdpijnaanvallen die mensen met migraine en clusterhoofdpijn hebben.” Aanmelden voor onderzoek naar migraine en clusterhoofdpijn kan op www.lumc.nl/hoofdpijn. U wordt dan op de hoogte gehouden van het onderzoek naar de nieuwe medicijnen.
Migraine zorgt voor heel wat verloren werkdagen en in het water gevallen feestjes. Het loont de moeite om goed uit te zoeken welke medicijnen het beste werken, want dat verschilt per persoon. In het LUMC wordt veel onderzoek gedaan om de aandoening beter te begrijpen. Veel mensen kennen het: bonzende hoofdpijn, meestal aan één kant van het hoofd. Als je daarbij ook nog misselijk bent of geen geluid en licht kunt verdragen, dan heb je vrijwel zeker migraine. Wie pech heeft is er drie dagen zoet mee, maar het kan ook na een paar uur weer over zijn. “De eerste migraineaanval treedt vaak op in de puberteit of vlak erna. Vanaf middelbare leeftijd nemen de aanvallen meestal af of verdwijnen”, vertelt dr. Gisela Terwindt van de hoofdpijnpoli van het LUMC. Terwindt en haar collega’s doen onderzoek naar hoe een migraineaanval ontstaat. “We weten al goed wat er tijdens een aanval gebeurt. Maar wat wij, en onze patiënten, heel graag willen weten is waarom een aanval op een bepaald moment begint. Wat is de oorzaak? Met die kennis kunnen we betere behandelingen ontwikkelen die echt helpen om aanvallen te voorkomen.” Er zijn nu al verschillende medicijnen waaruit migrainepatiënten kunnen kiezen, maar daar bestaat een aantal problemen mee. “Niet iedere migrainepatiënt slikt de pillen die voor hem of haar het beste werken”, zegt dr. Frans Dekker. Hij deed onderzoek onder migrainepatiënten en promoveerde daarop vorig jaar bij het LUMC. “Veel mensen gaan nooit naar de huisarts met hun migraine. Bijvoorbeeld omdat ze niet weten dat ze migraine hebben, of omdat ze denken dat de huisarts niets voor ze kan doen. Ze kopen pillen bij de drogist en die helpen meestal wel, maar lang niet altijd optimaal. Mijn onderzoek laat zien dat er niet één beste middel tegen migraine is”, aldus Dekker. ' Voor zijn promotieonderzoek liet Dekker patiënten drie van hun migraineaanvallen bestrijden met paracetamol, drie met ibuprofen en voor drie andere aanvallen kregen ze triptanen, speciale migrainemedicijnen die alleen op recept verkrijgbaar zijn. Zowel arts als patiënt wist niet welk middel op welk moment gebruikt werd. Wat bleek? Bij een deel van de patiënten werd de hoofdpijn het meest effectief bestreden met paracetamol, een andere groep was juist het meest gebaat bij ibuprofen en weer andere patiënten waren het beste af met triptanen. In de nieuwe migrainerichtlijnen voor huisartsen is het advies dan ook om mensen verschillende middelen te laten uitproberen. “Frequente migraine is een ernstige aandoening die mensen treft in de bloei van hun leven. Het loont dus absoluut de moeite om heel goed uit te zoeken wat voor iemand persoonlijk het meest geschikte medicijn is”, aldus Dekker, die als huisarts in Purmerend werkt. Een ander probleem is dat migrainepatiënten soms verkeerd met hun medicijnen omgaan. Ze nemen soms uit voorzorg pillen in die daar niet voor bedoeld zijn, bijvoorbeeld wanneer ze naar hun werk moeten. Veel patiënten weten niet dat het gebruik van te veel pijnstillers ook weer hoofdpijn kan uitlokken. Migrainepatiënten kunnen daardoor in een vicieuze cirkel terechtkomen, waarbij ze meer en meer pijnstillers gaan gebruiken omdat ze steeds vaker hoofdpijn hebben. “Het sluipt erin, zonder dat mensen zich er van bewust zijn. Het verraderlijke is dat de pillen de aanvallen vaak wel minder hevig maken, maar mensen krijgen er een ander soort hoofdpijn voor terug, die veel vaker optreedt”, aldus Dekker. Hij berekende dat triptanen in Nederland zelfs meer hoofdpijn veroorzaken dan verhelpen. Neuroloog dr. Gisela Terwindt beaamt dat te veel gebruik van medicatie een groot probleem is. In het LUMC is er veel aandacht voor. “Patiënten die te veel medicijnen gebruiken en bij ons op de hoofdpijnpoli komen proberen we te laten afkicken. Onze hoofdpijnverpleegkundige speelt hier een belangrijke rol bij. Door goede begeleiding bij dit afkickproces houden meer patiënten het vol.” Voor wie migraineaanvallen liever voorkomt dan bestrijdt zijn er wel degelijk preventieve medicijnen. Patiënten met meer dan twee aanvallen per maand komen hiervoor in aanmerking. “Sommige mensen willen hier niet aan, omdat ze niet elke dag een pil willen slikken. Maar mensen met ernstige migraine kunnen er veel baat bij hebben.” Een groot deel van de migrainepatiënten blijkt ooit preventieve medicijnen geprobeerd te hebben, maar er al snel weer mee gestopt te zijn, vaak vanwege bijwerkingen, zoals een lage bloeddruk. “Het is jammer dat mensen vaak maar één poging ondernemen met preventieve medicijnen. Als die toevallig niet aanslaan, stoppen ze er helemaal mee. Maar er zijn meerdere soorten en ook hier geldt: wat bij de een werkt, werkt niet altijd bij de ander”, aldus Dekker. Hij pleit ervoor om minstens twee of drie middelen uit te proberen. Te hoge dosering De preventieve medicijnen die voor migraine worden gebruikt zijn niet speciaal voor migraine gemaakt. Het zijn bijvoorbeeld bloeddrukverlagers of medicijnen tegen epilepsie. Nieuwe, specifiek op migraine gerichte medicijnen zijn wel in de maak. “De nadruk ligt nog te veel op pijnstillers, terwijl je met preventieve medicijnen gemiddeld de helft van de aanvallen kunt voorkomen. Je slikt ze een aantal maanden en daarna stop je een tijdje om te zien of je weer vaker migraine krijgt. Zo kun je zien of je er baat bij hebt”, legt Dekker uit. Terwindt is ook van mening dat er meer aandacht zou moeten zijn voor preventieve medicijnen. En zij ziet ook dat mensen er soms snel mee stoppen vanwege bijwerkingen. “Niet alle huisartsen en neurologen hebben evenveel affiniteit of ervaring met de preventieve behandeling. Patiënten beginnen daarom soms met een te hoge dosering, terwijl je deze middelen langzaam moet opbouwen om zo min mogelijk last van bijwerkingen te hebben. Wij zien veel patiënten in het LUMC bij wie daarin nog winst valt te halen.” Veel migrainepatiënten hebben het idee dat hun aanvallen worden uitgelokt door een bepaald voedingsmiddel, bijvoorbeeld chocolade. Maar volgens Terwindt denken patiënten dit vaak ten onrechte. “Bij een beginnende aanval treden allerlei verschijnselen op die voorafgaan aan de hoofdpijn, zoals gapen, vocht vasthouden, vermoeidheid, of gevoelens van stress of somberheid. Ook kan er behoefte aan het eten van bepaald voedsel ontstaan. Als mensen dan bijvoorbeeld chocolade eten en de migraineaanval zet door, dan denken ze dat het door de chocolade komt. Oorzaak en gevolg worden dus omgedraaid. Het is te vergelijken met vrouwen die vlak voor de menstruatie trek krijgen in lekkere dingen. Niemand denkt dat chocolade in dat geval de menstruatie veroorzaakt. Overigens denken we dat zowel bij migraine als bij menstruatie die voorafgaande verschijnselen worden veroorzaakt door een bepaald gebied in de hersenen, de hypothalamus. We zoeken dit nu verder uit.” Van maar een paar zaken is echt bewezen dat ze een migraineaanval kunnen uitlokken, zoals slaapgebrek en (vrouwelijke) hormonen. Bij vrouwen is vaak sprake van ‘hormonale migraine’, zij hebben dan vooral last van aanvallen tijdens de menstruatie. Migraine en depressie Mensen die migraine hebben lopen een groter risico om depressief te worden. LUMC-onderzoekers ontdekten een aantal jaar geleden dat dit niet komt doordat mensen somber worden van de hoofdpijn. Terwindt: “We hebben aanwijzingen dat het in de genen zit: waarschijnlijk verhogen bepaalde erfelijke factoren zowel de kans op migraine als op depressiviteit.” Het LUMC doet nu onderzoek naar migraine en depressie onder de ongeveer zesduizend mensen die zich voor het migraineonderzoek in het LUMC hebben aangemeld. “We hebben aangetoond dat depressie een risicofactor is voor het chronisch worden van migraine. We spreken van chronische migraine als iemand de helft of meer dagen van de maand hoofdpijn heeft of pijnmedicatie gebruikt. We denken ook dat er bij patiënten met chronische migraine iets in de hersenen verandert, wat ze blijvend gevoeliger maakt voor terugkerende migraineaanvallen. Dat onderzoeken we nu met hersenscans.” Omdat er nog veel onbekend is over migraine, loopt er ook een groot algemeen onderzoek naar de biochemie in de hersenen van migrainepatiënten. Hiervoor wordt hersenvocht van migrainepatiënten afgenomen via een ruggenprik en vergeleken met hersenvocht van gezonde proefpersonen. “We kijken hierin onder andere naar eiwitten en stofwisselingsproducten. Juist omdat we nog niet goed weten hoe een migraineaanval ontstaat, willen we heel breed kijken. De grote vraag is: wat is er anders in de hersenen van migrainepatiënten waardoor er op een bepaald moment een aanval ontstaat?” Lees meer over migraine en de behandeling op www.lumc.nl/migraine. U kunt zich daar ook aanmelden voor wetenschappelijk onderzoek naar migraine, en u vindt er informatie over clusterhoofdpijn.
Feiten over migraine:
Ruim 15 procent van de mensen heeft regelmatig een migraineaanval.
Iemand heeft officieel migraine als hij of zij ten minste vijf migraineaanvallen heeft gehad zonder aura, of twee aanvallen met aura. Ongeveer een op de drie vrouwen voldoet hieraan. Bij mannen komt het drie keer minder voor: ongeveer een op de negen mannen lijdt aan migraine.
Veel vrouwelijke migrainepatiënten krijgen tijdens hun zwangerschap minder of geen migraineaanvallen.
Ook kinderen kunnen aan migraine lijden. Bij hen zit de bonzende hoofdpijn vaak aan beide kanten van het hoofd en duurt de aanval meestal korter.
Mensen met migraine hebben meer kans op een aantal andere aandoeningen, zoals flauwvallen, slaapstoornissen, epilepsie en depressie.
Migraine wordt in een aantal soorten onderscheiden, zoals migraine met en zonder aura. Migraine met aura houdt in dat iemand schitteringen, flitsen of golvende beelden ziet aan het begin van de aanval. Ongeveer 30 procent van de migrainepatiënten heeft aurasymptomen. Bij een zeldzamere vorm van migraine (hemiplegische migraine) gaat de aura gepaard met krachtsverlies. Die verschijnselen variëren van krachtsvermindering in één hand, tot verlamming in een hele lichaamshelft. Migraine moet niet verward worden met clusterhoofdpijn, waarnaar het LUMC ook onderzoek doet. Iemand met clusterhoofdpijn heeft korte periodes van vijftien minuten tot drie uur met zeer ernstige, eenzijdige hoofdpijn. Deze treden één tot tien keer per dag op, met name ’s nachts. De pijn zit dan vaak rond het oog. Typisch voor clusterhoofdpijn zijn verschijnselen zoals een tranend, rood oog, een hangend ooglid, een verstopte neus of loopneus en/of bewegingsdrang (patiënten kunnen niet stilliggen maar willen graag bewegen).
Bent u man, gezond, tussen de 30 en 65 jaar oud, rookt u en heeft u 20 minuten tijd over? Doe dan mee aan wetenschappelijk onderzoek van de afdeling Neurologie naar clusterhoofdpijn. Zij zoeken deelnemers voor de controlegroep. Concreet betekent meedoen aan dit onderzoek dat u een vragenlijst invult en enkele buisjes bloed afstaat. Daarnaast wordt er een wangslijmvliesmonster met een wattenstaafje bij u afgenomen. Wilt u meedoen of meer informatie? Stuur dan een e-mail naar hoofdpijnonderzoek@lumc.nl. Voldoet u niet aan de criteria, maar bent uw wel geïnteresseerd in deelname aan het hoofdpijnonderzoek? Mensen met en zonder migraine kunnen op verschillende manieren deelnemen. Kijk op www.lumc.nl/hoofdpijn voor meer informatie en online aanmelding.