Hoe merk ik het?
- Ronde verdikkingen in de huid, scherp afgegrensd van de omgeving
- één millimeter tot één centimeter groot, soms samenvloeiend tot grotere oppervlakken
- Ruw oppervlak, soms ook bloemkoolachtig.
- Vooral voorkomend op handen, knieën, voetzolen
- Pijnloos, maar op drukpunten (voetzool) wel pijn veroorzakend
Hoe werkt het?
Wratten zijn gezwelletjes in de huid, rond, met een doorsnede van één tot tien millimeter. Ze hebben een wat ruw oppervlak. Soms groeit een aantal wratten samen tot een groter geheel. Wratten zien we meestal aan de handen, knieën, soms ook in het gelaat en onder de voetzolen, maar ze kunnen overal voorkomen. Ze komen het meest voor bij kinderen, maar ook bij volwassenen zijn ze niet zeldzaam. Wratten onder de voetzolen (verrucae plantares) zijn vaak bedekt met en omgeven door een eeltlaag. Ze zijn dan vaak herkenbaar als een groepje donkere puntjes in de huid. Wratten zijn in principe pijnloos. Door hun lokalisatie kunnen ze soms wel pijn veroorzaken: wratten onder de voetzool, vooral onder de hak en de bal van de voet vormen met het omgevende eelt een knobbel die erg pijnlijk kan zijn als men erop staat.
Hoe ontstaat het?
Wratten ontstaan als gevolg van besmetting met een virus, het Humaan Papilloma Virus, type 1 en 2. Door direct contact kan het van de een aan de ander doorgegeven worden. Geleidelijk aan ontwikkelt men weerstand tegen het virus. Dat is de reden dat de meeste wratten na verloop van tijd (meestal na een jaar of twee) spontaan verdwijnen. Ook is dat de reden dat men wratten vaker ziet bij kinderen: de meeste volwassenen hebben immers al weerstand opgebouwd.
Hoe ga ik er zelf mee om?
Wratten zijn onschuldig, (meestal) niet pijnlijk en ze verdwijnen vrijwel altijd spontaan. Men zou dus dit moment van verdwijnen rustig kunnen afwachten. Toch willen veel mensen eraan behandeld worden. Vooral om cosmetische redenen, om sociaal isolement te voorkomen (wratten zijn "vies") en soms vanwege de pijnklachten (vooral bij voetwratten). Er zijn verschillende behandelmethoden. Ze zijn alle bewerkelijk en succes is bij geen der methoden gegarandeerd. Bij de apotheek kunt u een flesje salicylcollodium 20 procent kopen. Hiermee stipt u de wrat dagelijks aan, bijvoorbeeld met de achterkant van en lucifer. Eventueel de omgevende huid beschermen met wat vaseline. U laat het drogen en plakt de wrat af met een pleister. Na verloop van tijd de verweekte bovenlaag van de wrat afkrabben en zo doorgaan tot de wrat verdwenen is. In de plaats van salicylcollodium kan men een zalf gebruiken: salicyl 40 procent in vaseline. Vooral voor voetwratten is deze zalf geschikt. Men knipt of ponst een gat ter grootte van de wrat in een pleister en plakt die over de wrat. Op het gat wordt de zalf aangebracht en daarover een nieuwe pleister. De bovenlaag van de wrat en het eelt zal na enkele dagen verweken en kan weggekrabd worden. De pijnlijke knobbel wordt daardoor steeds dunner en minder pijnlijk. Uiteindelijk bereikt men de kern van de wrat, maar dat kan soms enkele maanden duren.
Hoe gaat de arts er mee om?
Een alternatief is de wratten aan te stippen met vloeibare stikstof. Door de zeer koude verdampende stikstof ontstaat een blaar waardoor de wrat loslaat van de onderlaag. Vaak moet deze procedure een aantal malen herhaald worden. Geheel pijnloos is de behandeling niet. Voor voetwratten is deze methode minder geschikt omdat de huid van de voetzool zò dik is dat de koude de kern van de wrat niet bereikt. De meeste huisartsen houden regelmatig een "wrattenspreekuur" waarop wratten aangestipt worden.
Wetenschappelijk nieuws
Kinderen lopen wratten meestal niet op in het zwembad of de gymzaal, maar eerder in het gezin of de schoolklas. Dat blijkt uit het onderzoek van huisarts Sjoerd Bruggink, die op 25 september promoveerde aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Behandeling met stikstof werkt het beste bij wratten op de handSjoerd Bruggink onderzocht 1.500 basisschoolleerlingen, van wie eenderde wratten bleek te hebben. Wratten kwamen het meest voor bij oudere kinderen met een blanke huid. Een inventarisatie van risicofactoren – aanwezigheid van wratten bij andere gezinsleden, bezoek aan zwembaden, sportzalen enzovoorts - suggereert dat besmetting vooral optreedt in het gezin en op school, en minder in openbare gelegenheden zoals het zwembad. “Dat heeft te maken met de hoeveelheid tijd die kinderen daar doorbrengen”, vermoedt Bruggink. Dat preventieve maatregelen zoals het dragen van slippers zich nu vooral op openbare gelegenheden richten, is volgens hem dan ook onterecht. Bruggink onderzocht binnen zijn promotieonderzoek ook welke behandeling van wratten de beste resultaten geeft. “Hoewel wratten heel veel voorkomen, was er nog weinig bekend over de optimale behandeling”, merkt Bruggink op. “Dat geldt wel voor meer ‘kleine kwalen’. Er wordt te weinig geld en tijd aan onderzoek naar zulke kwalen besteed”, vindt Bruggink, die tegenwoordig als huisarts in Nieuw-Zeeland werkt. Hij voerde twee randomized-controlled trials (RCT’s) uit: studies waarbij het lot toewijst wie een behandeling ondergaat en wie in de controlegroep terechtkomt. “Bij volwassenen zijn voetzoolwratten erg hardnekkig, terwijl ze bij kinderen gelukkig meestal vanzelf snel verdwijnen.” Daaruit bleek dat bij handwratten een behandeling met stikstof het effectiefst is, terwijl internationale richtlijnen regelmatig aanstippen met salicylzuur als eerste-keus-behandeling noemen. Voor voetwratten werken zowel salicylzuur als stikstof niet: afwachten geeft dezelfde resultaten. “Bij volwassenen zijn voetzoolwratten erg hardnekkig, terwijl ze bij kinderen gelukkig meestal vanzelf snel verdwijnen.” Bruggink toonde aan dat een minder bekende behandeling met monochloorazijnzuur wél werkzaam is bij de helft van de patiënten met voetzoolwratten. De boosdoener achter wratten is een HPV-virus, of eigenlijk: een groep van twintig virussen uit de HPV-familie. Samen met dermatologen en virologen in het LUMC ontwikkelde Bruggink een geheel nieuwe test om te testen welk HPV-virus verantwoordelijk is voor een bepaalde wrat. “Voor onze test hoef je alleen maar een uitstrijkje te maken van een wrat, terwijl je vroeger echt een stukje wrat moest wegsnijden.” Zo’n 80 procent van de wratten bleek veroorzaakt door HPV1 óf door HPV2, HPV27 of HPV57. Die laatste drie virussen lijken erg op elkaar en kwamen het meest voor. Zij bleken ook het moeilijkst te behandelen: HPV1-wratten genezen acht keer zo snel. “Mogelijk kunnen patiënten daar in de toekomst nog iets aan hebben: als een huisarts ziet dat het om een HPV1-wrat gaat, kan een behandeling achterwege blijven.” Wratten zijn eeltachtige knobbeltjes op de huid, veroorzaakt door een HPV-virus. Ze komen vooral vaak voor bij kinderen. Hoewel wratten niet gevaarlijk zijn, kunnen ze wel pijnklachten geven en ontsieren. Zo’n 6 procent van de kinderen onder de twaalf en 2 procent van de totale bevolking komt jaarlijks met wratten bij de huisarts. De meeste wratten verdwijnen vanzelf zodra het lichaam voldoende antistoffen tegen het virus heeft aangemaakt. Als één wrat verdwijnt, zullen eventuele andere exemplaren daarom vaak ook verdwijnen.
Wratten bevriezen met vloeibare stikstof is de meest effectieve manier waarop de huisarts ze kan behandelen. Dat blijkt uit onderzoek van onder meer huisarts in opleiding Sjoerd Bruggink van het Leids Universitair Medisch Centrum, op 13 september gepubliceerd in het Canadian Medical Association Journal. De onderzoekers vergeleken drie behandelgroepen van in totaal 240 kinderen en volwassenen. Eén willekeurig gekozen groep werd elke twee weken behandeld met stikstof ("cryotherapie"), een andere groep bracht gedurende minimaal vier weken minstens vier keer per week zelf salicylzuur aan op de wrat. Salicylzuur verweekt de hoornlaag van de huid, waarna men die kan wegschrapen. De derde groep kreeg geen behandeling. Met stikstof bleek 49 procent van de wratten te verdwijnen, met salicylzuur slechts 15 procent. Wie niets deed, raakte in 8 procent van de gevallen toch van zijn wrat af. "Hoewel cryotherapie vaker en ook vervelendere bijwerkingen geeft, blijken mensen daarover toch het meest tevreden", aldus Bruggink (afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde). Voor wratten op de voetzool, vaak in de voet gedrukt en met eelt eromheen, weken de resultaten sterk af. Bij voetzoolwratten hadden salicylzuur en stikstof geen meerwaarde boven niets doen. Deze wratten verdwenen bij de helft van de kinderen onder de twaalf binnen drie maanden, ongeacht of ze behandeld werden. Bij adolescenten en volwassenen verdween maar een enkele wrat, ook met behandeling. "Bij voetzoolwratten kan de huisarts stikstof of salicylzuur dus achterwege laten", concludeert Bruggink. Vervolgonderzoek moet gaan uitwijzen waarom de respons van voetwratten afwijkt; of het bijvoorbeeld om een ander virus gaat. Daarnaast wordt bekeken of de (minder bekende) behandeling met monochloorazijnzuur - een irriterende stof die de cellen doodt - of een combinatie van stikstof en salicylzuur bij deze wratten wél effectief is. Wratten zijn eeltachtige knobbeltjes op de huid, veroorzaakt door virussen van de HPV-familie. Ze komen vooral vaak voor bij kinderen: op de basisschool heeft een op de drie ze. Hoewel wratten niet gevaarlijk zijn, kunnen ze wel pijnklachten geven en ontsieren. Zo"n 6 procent van de kinderen onder de twaalf en 2 procent van de totale bevolking komt jaarlijks met wratten bij de huisarts. Huidige richtlijnen wijzen salicylzuur aan als eerste-keus-behandeling. De Leidse studie laat zien dat dat onterecht is. Ook voor veel zogenoemde "kleine kwalen" is nog niet wetenschappelijk aangetoond welke behandeling het beste werkt, omdat er weinig onderzoek naar wordt gedaan en er weinig geld aan wordt besteed.
Het aantal nieuwe gevallen van genitale wratten (condylomata acuminata) bij jonge vrouwen is in Australië na invoering van de vaccinatie tegen het humaan papillomavirus (HPV) sterk gedaald. De retrospectieve studie, waarin gekeken werd naar het aantal gevallen van genitale wratten bij personen die tussen januari 2004 en december 2008 voor het eerst een soa-polikliniek in Melbourne bezochten, laat zien dat het aantal nieuwe diagnoses bij vrouwen jonger dan 28 jaar in 2008 elk kwartaal met 25,1% afnam, tegenover een stijging van 1,8% per kwartaal in de jaren daarvoor. Australië voerde in april 2007 als een van de eerste landen de gratis HPV-vaccinatie in voor meisjes van 12-18 jaar. In de zomer van dat jaar kwam het vaccin ook gratis beschikbaar voor vrouwen tot de leeftijd van 26 jaar. De deelname in beide groepen lag rond 70%. Als vaccin koos Australië het quadrivalente Gardasil dat bescherming biedt tegen de HPV-typen 6, 11, 16 en 18. Veel andere landen, waaronder Nederland, verkozen te vaccineren met Cervarix dat alleen beschermt tegen de oncogene subtypen van HPV 16 en 18 maar niet tegen HPV 6 en 11, de veroorzakers van genitale wratten. Tijdens de studieperiode bezochten 36.055 personen voor het eerst de soa-polikliniek in Melbourne. Bij 10% van hen werd de diagnose genitale wratten gesteld. Voor invoering van de vaccinatie bestond 13% daarvan uit vrouwen jonger dan 28 jaar. In 2008 daalde hun aandeel naar 6,6%. Bij andere subgroepen trad geen daling op. Uitzondering daarop vormden jonge heteroseksuele mannen: in die groep trad in 2008 een lichte daling op. Volgens de onderzoekers is het goed mogelijk dat het vaccineren van jonge vrouwen daarmee verband houdt. Bron: NTvG 2009;153(47):2272.
Meisjes en jonge vrouwen die zijn gevaccineerd tegen de meest voor komende typen humaan papilloma virus (hpv) hebben tot acht keer minder kans op genitale wratten. Dat meldt weekblad Knack op basis van onderzoek door producent Sanofi Pasteur MSD van het middel Gardasil. Belgische meisjes en jonge vrouwen in de leeftijd van 16 tot 20 jaar worden gevaccineerd tegen hpv-typen 6,11, 16 en 18, die onder meer baarmoederhalskanker kunnen veroorzaken. Infectie met hpv gebeurt via onbeschermd seksueel contact en blijft vaak tientallen jaren onopgemerkt. Genitale wratten zijn een eerste symptoom van zo’n besmetting. Naar schatting twee tot elf procent van de westerse volwassenen loopt ooit zulke wratten op.
Vaccinatie tegen infectie met hpv biedt ook bescherming tegen genitale wratten en andere minder ernstige gezwellen in de vrouwelijke geslachtsorganen. Dat zeggen wetenschappers van Lund University in Zweden op basis van onderzoek onder 17.622 vrouwen van 16 tot 26 jaar uit 24 landen. Volgens schattingen lopen jaarlijks 500 miljoen vrouwen wereldwijd door hpv veroorzaakte baarmoederhalskanker op. Nog eens 30 miljoen vrouwen lopen jaarlijks genitale wratten en andere minder ernstige gezwellen aan geslachtsorganen op door zo"n infectie. Volgens de onderzoekers biedt vaccinatie tegen hpv een krachtige en langdurige bescherming tegen verschillende typen genitale wratten en andere gezwellen in de geslachtsorganen.
Wratten verdwijnen niet door er langdurig plakband op te plakken, volgens onderzoekers van de Universiteit van Maastricht. Daarmee spreken zij de uitkomsten van een Amerikaans onderzoek van enkele jaren geleden tegen. Daarin werd gesteld dat plakband effectiever zou zijn dan de gangbare methode, bevriezing met vloeibare stikstof. De plakbandmethode is via het internet wijd verspreid. Tijdens het onderzoek kregen 103 kinderen van vier tot twaalf jaar oud een plakbandje of een kussentje opgeplakt. Het kussentje raakte de wrat niet aan en werd zodoende als niet werkzaam beschouwd. Na zes weken waren de wratten bij de kinderen met plakband in 16 procent van de gevallen verdwenen. Bij de kinderen met een kussentje was dat zes procent.
Ziektes die genitale zweren veroorzaken, zoals syfilis en chancroid, waren de hoofdreden van het ontstaan en de verspreiding van HIV in het begin van de 20ste eeuw. Dat blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van wetenschappers uit Leuven, Lissabon en Boedapest en is te lezen in op Plos One, een online wetenschappelijk tijdschrift.
Vaccinatie tegen infectie met hpv is een van de meeste effectieve methoden om baarmoederhalskanker en genitale wratten te voorkomen. Dat heeft de vooraanstaande dermatoloog J. Weinberg onlangs gezegd, tijdens het zomercongres van de American Academy of Dermatology. De hpv-typen 6 en 11 zijn volgens hem verantwoordelijk voor naar schatting 90 procent van alle gevallen van genitale wratten en de typen 16 en 18 voor zo"n 70 procent van de gevallen van baarmoederhalskanker. Vaccinatie tegen hpv wordt in de VS aanbevolen voor meisjes en vrouwen van 9 tot 26 jaar oud. Weinberg is zich er echter van bewust dat velen van hen aarzelen om zich te laten vaccineren. Ook de associatie met seksuele activiteiten speelt daarbij een rol, weet hij.
Vrouwen die een medische ingreep hebben ondergaan nadat voorloperstadia van baarmoederhalskanker of tumoren in de vagina waren geconstateerd, hebben mogelijk ook baat bij een vaccinatie tegen hpv. Dat schrijven Oostenrijkse wetenschappers in BMJ. Zij deden onderzoek onder in totaal 76.622 meisjes en jonge vrouwen. De wetenschappers wilden nagaan of vaccinatie tegen hpv ook effect heeft na verwijdering van genitale wratten of tumoren. Ze stellen dat het vaccin de kans op het ontstaan van nieuwe hpv-gerelateerde wratten of tumoren met 46,2 procent doet afnemen. Als specifiek wordt gekeken naar zogeheten hooggradige tumoren, zou vaccinatie de kans hierop met 64,9 procent verminderen.
Bij de promotie van het vaccin tegen humaan papilloma virus (hpv) kan de nadruk beter worden gelegd op de bescherming tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s). Dat schrijven onderzoekers van Ohio State University en Texas Tech University in Health Communication. Het vaccin wordt aan jonge meisjes toegediend ter bescherming tegen door hpv veroorzaakte baarmoederhalskanker. Maar baarmoederhalskanker is niet iets waar jonge vrouwen zich heel druk om maken, zeggen de onderzoekers. Uit hun onderzoek bleek dat vrouwen vooral bang zijn voor de door hpv veroorzaakte genitale wratten. De boodschap dat het vaccin ook daar tegen helpt, bleek veel beter over te komen. Daarna vonden de vrouwen het gemakkelijker om met hun huisarts over het vaccin te praten.
De Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) en de Coordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – Human (CMDh) hebben in hun maandelijkse vergaderingen de onderstaande adviezen gegeven.
De CHMP is het geneesmiddelenbeoordelingscomité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) is vertegenwoordigd. De CMDh is een Europees besluitvormend orgaan dat verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de Wederzijdse erkennings- en Decentrale procedures. Verder worden ook alle nationaal geregistreerde producten besproken die op grond van potentieel ernstig risico voor de volksgezondheid zijn doorverwezen naar het geneesmiddelenbewakingscomité Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) voor discussie.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Lenvima (lenvatinib) is een selectieve VEGF TK remmer, die ook andere pro-angiogenetische en oncogene pathways remt, bestemd voor de behandeling van progressief, lokaal gevorderd of gemetastaseerd, jodium-resistent gedifferentieerd schildkliercarcinoom.
- Gardasil 9 (humaan papillomavirus; HPV [types 6, 11, 16, 18, 31, 33, 45, 52, 58]) is een vaccin bestemd voor de preventie vanaf 9 jaar van premaligne genitale laesies (cervicaal, vulvair en vaginaal), premaligne anale laesies, baarmoederhalskankers en anale kankers veroorzaakt door bepaalde oncogene Humaan Papillomavirus (HPV) typen of genitale wratten (condylomata acuminata) veroorzaakt door specifieke HPV typen.
- Akynzeo (netupitant / palonosetron) is een combinatie van een selectieve NK1 receptor antagonist en een 5-HT3 receptor antagonist bestemd voor de preventie van door chemotherapie veroorzaakte misselijkheid en braken.
- Synjardy (empagliflozine / metformine) is een combinatiepreparaat van de SGLT2 remmer empagliflozine en de bloedglucoseverlager metformine bestemd voor de behandeling van Type 2 diabetes.
Aanpassing indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende aanpassingen van de indicaties:
- Tamiflu (oseltamivir) is een antiviraal middel dat nu ook bestemd is voor de preventie van influenza bij kinderen jonger dan een jaar.
Uitkomst herbeoordelingsprocedure
De CHMP nam de aanbeveling van de PRAC over om een patiëntenkaart te introduceren om de patiënt beter te informeren over maatregelen die het risico op kaaknecrose tijdens het gebruik van Aclasta (zoledroninezuur) beperken. Ook is de aanbeveling gedaan de productinformatie van Aclasta aan te passen. Voor alle andere bisfosfonaten en denosumab zullen in de komende periodieke herbeoordelingen soortgelijke aanbevelingen worden gedaan.
CMDh
Hydroxyzine-bevattende geneesmiddelen
De CMDh bekrachtigt met consensus de PRAC aanbeveling over nieuwe maatregelen om het risico op hartritmestoornissen te verkleinen voor hydroxyzine-bevattende geneesmiddelen. Zo wordt het gebruik bij patiënten met een hoog risico op hartritmestoornissen beperkt en wordt hydroxyzine toegepast in de laagst mogelijke werkzame dosis voor een zo beperkt mogelijke periode. De maximale dagdosering wordt verlaagd.
Hydroxyzine-bevattende geneesmiddelen zijn in Nederland geregistreerd voor de indicaties ‘symptomatische behandeling van pruritus (jeuk) bij volwassenen en kinderen vanaf 12 maanden’ en voor ‘symptomatische behandeling van spanning met angstgevoelens bij volwassenen.
Wijziging waarschuwing gelijktijdig gebruik antibiotica en orale anticonceptiva
De CMDh beveelt aan de waarschuwing voor de interactie tussen gecombineerde orale anticonceptiva en breedspectrum antibiotica te verwijderen uit de productinformatie van deze producten. Deze aanbeveling is gebaseerd op het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Hierin wordt gesteld dat de werkzaamheid van orale anticonceptiva niet wordt beïnvloed door het gelijktijdig geven van breedspectrum antibiotica. De CMDh publiceert hierover op korte termijn een publiek beoordelingsrapport.
Mannen staan meer open voor het halen van een vaccinatie tegen hpv wanneer ze begrijpen dat dit virus kanker kan veroorzaken. Dat zeggen onderzoekers van de University of North Carolina. Het virus kan verschillende kankervormen veroorzaken, waaronder aan de anus. 600 mannen in de leeftijdsgroep van 18 tot 59 jaar namen deel aan het onderzoek. Zij werden ondervraagd over hun bereidheid om zich te laten vaccineren tegen hpv. Van de ondervraagde mannen die te horen kregen dat het vaccin beschermt tegen kankers, toonde 60 procent zich bereid te laten vaccineren tegen hpv. Werd alleen maar verteld dat het vaccin beschermt tegen genitale wratten, dan stond slechts 42 procent open voor vaccinatie.
Er zijn geen aanwijzingen dat meisjes en vrouwen die zijn gevaccineerd tegen hpv meer risicovolle seksuele contacten hebben. Dat zeggen onderzoekers van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC). Hpv-infectie is de meest voor komende seksueel overdraagbare aandoening in de VS. De hpv-typen 16 en 18 veroorzaken er 70 procent van de gevallen van baarmoederhalskanker. Ook veroorzaken ze andere vormen van anale en genitale kanker en genitale wratten. Nadat vaccinatie tegen deze typen hpv in de periode 2006 tot 2009 werd ingevoerd in de VS, ontstond bij bepaalde partijen angst dat vaccinatie onbeschermde seksuele contacten zou bevorderen. De onderzoekers hebben daar geen bewijzen van gevonden.
Wratten verdwijnen niet door er langdurig plakband op te plakken, volgens onderzoekers van de Universiteit van Maastricht. Daarmee spreken zij de uitkomsten van een Amerikaans onderzoek van enkele jaren geleden tegen. Daarin werd gesteld dat plakband effectiever zou zijn dan de gangbare methode, bevriezing met vloeibare stikstof.
De CHMP [1] heeft een positief advies uitgebracht over Brinavess (vernakalant) bij atriumfibrilleren, Rapiskan (regadenoson) om de hartdoorbloeding beter zichtbaar te maken bij een scintigrafie (beeldvormende techniek) en Sycrest (asenapine) voor manische episoden bij volwassenen. De CHMP accepteerde twee nieuwe weesgeneesmiddelen: Ruconest (conestat-alfa), voorheen Rhucin, voor de behandeling van angio-oedeem en Vpriv (velaglucerase-alfa) voor de ziekte van Gaucher.
Positieve adviezen
De CHMP heeft een positief advies uitgebracht over:
Brinavess (vernakalant) voor de snelle conversie van recent ontstaan atriumfibrilleren naar sinusritme bij volwassenen;
Rapiscan (regadenoson), een farmacologisch stressagens bij myocardperfusiescintigrafie;
Sycrest (asenapine), voor de behandeling van matig ernstige tot ernstige manische episoden bij bipolaire stoornis type I bij volwassenen;
Ruconest (conestat-alfa) (voorheen bekend onder de naam Rhucin), een weesgeneesmiddel bedoeld voor de behandeling van aanvallen van angio-oedeem. De werkzame stof in Ruconest, conestat-alfa, wordt geproduceerd met behulp van recombinant-DNA-technologie. Het wordt gewonnen uit melk van konijnen waarin een menselijk gen is ingebracht, zodat de konijnen in staat zijn het humane eiwit in de melk aan te maken;
Vpriv (velaglucerase-alfa), een weesgeneesmiddel voor de behandeling van de ziekte van Gaucher. De CHMP heeft vanwege het grote belang voor de volksgezondheid dit geneesmiddel via een versnelde procedure beoordeeld. In het licht van het voortdurende tekort aan het geregistreerde geneesmiddel voor de behandeling van de ziekte van Gaucher, was de CHMP van mening dat Vpriv als alternatieve behandeloptie beschikbaar moet kunnen zijn.
Positief advies voor een "hybride generiek" geneesmiddel
De CHMP heeft positief geadviseerd over PecFent (fentanyl), voor de behandeling van doorbraakpijn bij volwassenen die al een onderhoudsbehandeling met opioïden krijgen tegen chronische pijn bij kanker. PecFent is een "hybride generiek" geneesmiddel. In dit geval gaat het om een middel dat een bekende werkzame stof bevat, maar wordt aangeboden in een nieuwe farmaceutische vorm (neusspray). De referentiegeneesmiddelen zijn Actiq zuigtabletten en Effentora buccale tabletten, maar in de SPC wordt gewaarschuwd dat de geneesmiddelen onderling niet uitwisselbaar zijn vanwege een verschillend farmacokinetisch profiel.
Het Comité heeft een positief advies uitgebracht voor de volgende "gewone" generieke geneesmiddelen:
Ibandronic Acid Teva (ibandroninezuur). De tabletten van 50 mg zijn bedoeld ter preventie van pathologische fracturen of botcomplicaties bij patiënten met borstkanker en botmetastasen. De tabletten van 150 mg zijn bedoeld voor de behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen met een verhoogd risico op botfracturen. Ibandronate Teva 50 mg is een generieke versie van Bondronat en Ibandronate Teva 150 mg is een generieke versie van Bonviva.
Telmisartan Actavis (telmisartan) voor de behandeling van essentiële hypertensie en de reductie van cardiovasculaire morbiditeit. Telmisartan Actavis is een generieke versie van Micardis.
Indicatie-uitbreidingen
Het Comité heeft een positief advies afgegeven voor:
Byetta (exenatide), voor uitbreiding van de indicatie met de behandeling van diabetes mellitus type 2 in combinatie met een thiazolidinedion (met of zonder metformine);
Gardasil (humaan papillomavirusvaccin), toevoeging van de leeftijdscategorie bij de preventie van premaligne genitale laesies, baarmoederhalskanker en externe genitale wratten bij middenvolwassen vrouwen in de leeftijd van 26 tot 45 jaar. Tevens is een waarschuwing opgenomen dat behandeling alleen zinvol is wanneer de vrouw nog niet besmet is met het virus.
Herbeoordelingsprocedure
De CHMP heeft een eerder afgegeven negatief advies bevestigd en een definitief negatief advies afgegeven over Zeftera (ceftobiprolmedocaril), een antibioticum dat is ontwikkeld voor de behandeling van gecompliceerde infecties van de huid en weke delen. Het negatieve advies was een gevolg van geconstateerde manco"s in de uitvoering van de klinische onderzoeken. Hierdoor ontstond twijfel aan de betrouwbaarheid van de resultaten.
Arbitrageprocedures
De CHMP heeft twee arbitrageprocedures afgerond die in gang waren gezet vanwege onenigheid tussen EU-lidstaten met betrekking tot de registratie van Fortipan Combi D (risedronaatnatrium, calciumcarbonaat en colecalciferol). Deze geneesmiddelen zijn geïndiceerd voor de behandeling van postmenopauzale osteoporose. De procedure is in gang gezet vanwege twijfel aan het mogelijke voordeel van de combinatieverpakking en de bewering dat de therapietrouw beter zou zijn in vergelijking tot de afzonderlijke tabletten. Het Comité concludeerde dat de combinatieverpakking het eenvoudiger maakt om het correcte doseringsregime aan te houden en was niet van mening dat het aantonen van verbeterde therapietrouw een absolute voorwaarde was om deze combinatieproducten goed te keuren. Daarom concludeerde het Comité dat de balans werkzaamheid - risico"s van deze geneesmiddelen positief is.
Een andere arbitrageprocedure betrof de uitbreiding van de indicatie van Genotropin (somatropine) en soortgelijke geneesmiddelen. Genotropin wordt gebruikt voor de behandeling van kinderen met een groeistoornis en volwassenen met groeihormoondeficiëntie. De procedure was gestart door bezorgdheid over de mogelijke bijwerkingen op lange termijn van deze geneesmiddelen bij kinderen met een ernstige vorm van juveniele idiopathische artritis (JIA). Het Comité concludeerde dat de balans werkzaamheid - schadelijkheid van deze geneesmiddelen negatief was bij kinderen met JIA onder langdurige behandeling met glucocorticoïden en adviseerde het indicatiegebied niet uit te breiden.
Harmonisatieprocedure
Het Comité heeft geadviseerd de productinformatie van Atacand Plus (candesartan / hydrochloorthiazide) te harmoniseren voor verschillen in de productinformatie in de landen waar de geneesmiddelen op de markt worden gebracht. Atacand Plus is geregistreerd voor behandeling van essentiële hypertensie bij patiënten bij wie de bloeddruk niet optimaal onder controle kan worden gebracht met candesartan of hydrochloorthiazide als monotherapie.
Beoordeling Invirase (saquinavir)
De CHMP is een beoordeling gestart van de baten en risico"s van Invirase (saquinavir) naar aanleiding van de uitkomsten van een onderzoek naar het proaritmische effect van met ritonavir gebooste saquinavir bij gezonde vrijwilligers. Uit het onderzoek bleek dat Invirase het QT-interval en het PR-interval duidelijk verlengde. Deze bevindingen zijn inmiddels opgenomen in de productinformatie van Invirase en er is bepaald dat het gebruik gecontraïndiceerd is bij patiënten met een verhoogd risico op aritmie en bij patiënten die andere geneesmiddelen gebruiken die verlenging van het QT- of het PR-interval kunnen veroorzaken. Tevens zijn in de productinformatie waarschuwingen opgenomen over het gebruik ervan bij patiënten met een matig verhoogd risico op aritmie, samen met aanbevelingen voor ecg-monitoring. Met ritonavir gebooste Invirase is geïndiceerd als combinatietherapie bij hiv-geïnfecteerde volwassen patiënten.
Angiotensine-II-blokkers en mogelijk risico op kanker
Het Comité is gestart met de beoordeling van het mogelijke risico op kanker bij patiënten die angiotensine-II-receptorblokkers gebruiken. Dit naar aanleiding van de publicatie van een meta-analyse van negen gerandomiseerde, gecontroleerde klinische onderzoeken met bijna 95.000 patiënten, die erop duidt dat deze geneesmiddelen in verband kunnen worden gebracht met een licht verhoogd risico op nieuw gediagnosticeerde gevallen van kanker in vergelijking tot placebo of andere hartmedicatie. De CHMP zal de meta-analyse grondig bestuderen, samen met andere beschikbare niet-klinische en klinische gegevens over angiotensine-II-receptorblokkers (waaronder gegevens uit klinische onderzoeken en epidemiologische onderzoeken), om duidelijkheid te verschaffen of er inderdaad sprake is van een verhoogd risico op kanker bij patiënten die deze geneesmiddelen gebruiken. Het Comité zal ook een advies uitbrengen of in de toekomst een wijziging van de productinformatie of risicomanagementplannen voor deze geneesmiddelen noodzakelijk wordt geacht.
[1] CHMP = het wetenschappelijke Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik van het Europese bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (EMA). In dit Comité is het CBG vertegenwoordigd.
HPV-infecties komen veel voor bij zowel mannen als vrouwen. Infecties met een laag-risico type van het virus kunnen genitale wratten veroorzaken; een langdurige HPV infectie met een hoog-risico type kan in zeldzame gevallen leiden tot keelkanker of kanker van de geslachtdelen. Het is bekend dat genitale HPV-infecties seksueel overdraagbaar zijn. Verschillende studies hebben inmiddels aangetoond dat HPV ook aanwezig kan zijn in sperma. Zo wordt een rol van sperma gesuggereerd bij de overdracht van HPV tijdens geslachtsgemeenschap. Arts-onderzoeker Roosmarijn Luttmer van VUmc deed onderzoek naar de aanwezigheid van HPV in sperma van gezonde jonge Nederlandse mannen. In deze (studenten)populatie werd bij ruim een kwart van de mannen HPV gevonden in sperma. Uit het onderzoek blijkt dat aanwezigheid van HPV in sperma sterk gerelateerd is aan HPV-infecties van de opperhuid van de penis. Aanwezigheid van het virus in sperma wordt mogelijk veroorzaakt door het loslaten van peniscellen die met HPV besmet zijn. Omdat HPV veel voorkomt in sperma, lijkt het zinvol om in de toekomst sperma van donoren te testen op HPV. Zo kan overdracht van het virus, aan de vrouw die het donorsperma ontvangt, worden tegengegaan. Luttmer publiceerde haar onderzoek in het Amerikaanse vaktijdschrift Fertility and Sterility.
Veldhuijzen beschrijft de epidemiologie van het humaan papillomavirus (HPV) en het humaan immunodeficiëntie virus (hiv) in twee verschillende bevolkingsgroepen in Kigali, Rwanda. Hoog-risico (HR)-HPV kan baarmoederhalskanker veroorzaken. Laag-risico (LR)-HPV wordt in verband gebracht met onder andere genitale wratten. Hiv en HPV zijn duidelijk met elkaar verbonden, en niet alleen omdat ze beide tijdens seksueel contact worden overgedragen. Onafhankelijk van het seksueel gedrag, komt HPV vaker voor bij patiënten met hiv. Recent is ook aangetoond dat de kans om hiv te krijgen mogelijk hoger ligt bij personen die een HR-HPV-infectie hebben. Proefschrift: Nienke Veldhuijzen: ‘The epidemiology of HPV and HIV among high-risk women and steady couples in Kigali, Rwanda’.