Hoe merk ik het?
Vaginaal bloedverlies nadat de menstruatie al een jaar of langer is weggebleven
Hoe werkt het?
De meeste vrouwen raken tussen hun 45e en 55e in de overgang. De menstruatie wordt onregelmatig (met soms meer, soms minder bloedverlies) en houdt geleidelijk op. Als er een jaar of langer na de laatste menstruatie toch weer bloedverlies optreedt, moet worden nagegaan wat hiervan de oorzaak is.
Hoe ontstaat het?
Meestal zal de oorzaak onschuldig zijn, vaak is er sprake van een beschadiging van het na de overgang kwetsbaar geworden slijmvlies van de vagina. Toch is er in tien procent van de gevallen sprake van een kwaadaardige aandoening van de baarmoeder.
Hoe ga ik er zelf mee om?
Ook al stopt het bloedverlies spontaan dan mag u zich hierdoor nog niet laten geruststellen. U moet toch contact opnemen met uw huisarts.
Hoe gaat de arts er mee om?
Vaginaal bloedverlies ontstaat meestal in de baarmoeder. Omdat de huisarts het inwendige van uw baarmoeder niet kan onderzoeken zal hij u bijna altijd doorverwijzen naar de gynaecoloog. De gynaecoloog zal de baarmoedermond onderzoeken en een uitstrijkje maken. Laboratoriumonderzoek van de met behulp van het uitstrijkje verkregen cellen zal uitwijzen of er sprake is van baarmoederhalskanker of een voorstadium daarvan. De gynaecoloog zal ook een echoscopisch onderzoek van de baarmoeder verrichten. Hiermee wordt het inwendige van de baarmoeder goed zichtbaar. Afwijkingen die met dit onderzoek gevonden kunnen worden zijn onder andere vleesbomen, poliepen van het slijmvlies van de baarmoeder of een abnormale verdikking van het slijmvlies. Is er sprake van een abnormaal dik baarmoederslijmvlies, dan kan dat erop duiden dat het slijmvlies onder invloed van resterende hormonale activiteit toch is gaan groeien en is gaan "lekken". Maar het kan er ook op wijzen dat zich een kwaadaardige celwoekering ontwikkeld heeft. Zijn er inderdaad afwijkingen aan het slijmvlies aangetroffen, dan moet er altijd curettage plaatsvinden. Baarmoederkanker kan vaak goed worden behandeld. In ieder geval betekent het dat de baarmoeder en meestal ook de eierstokken weggenomen moeten worden.
Wetenschappelijk nieuws
Merel Breijer: ‘Management of endometrial abnormalities in postmenopausal women, an individualized approach’. Het is niet nodig om bij vrouwen met bloedverlies na de overgang een biopt te nemen van het baarmoederslijmvlies om de aanwezigheid van kwaadaardig weefsel uit te sluiten. Een vaginale echo voldoet, ook als het slijmvlies dikker is dan 4 millimeter. Dit blijkt uit het proefschrift van Maria Breijer. Tot nu toe wordt bij bloedverlies een echo gemaakt en als het baarmoederslijmvlies dikker is dan 4 millimeter een biopt genomen. De reden daarvoor is dat vrouwen met bloedverlies na de overgang een grotere kans hebben op baarmoederkanker. Breijer concludeert dat het doen van deze laatste test slechts een minimale winst in (kosten)effectiviteit oplevert en daarom geen toegevoegde waarde heeft ten opzichte van alleen echoscopische meting van het baarmoederslijmvlies en rekening houden met het risicoprofiel van de vrouw. Van invloed op dat laatste zijn onder andere suikerziekte, een zwangerschap hebben doorgemaakt en overgewicht. Vrouwen van 50 jaar of jonger met maximaal één risicofactor kunnen worden gerustgesteld zonder verder onderzoek met echo. Bij vrouwen na de overgang zonder bloedverlies worden vaginale echo’s gemaakt voor andere indicaties, zoals buikpijn. Hierbij meet men soms een baarmoederslijmvlies van meer dan 4 mm. Ook deze vrouwen adviseert Breijer geen biopt van het baarmoederslijmvlies te laten nemen vanwege de lage kans op de aanwezigheid van kwaadaardig weefsel. Artsen moeten deze vrouwen aanraden om zich bij bloedverlies, net als iedere vrouw na de overgang, te melden voor verder onderzoek.