contactgegevens
APOTHEEK VELGHE
Zottegemstraat 24
9688 Schorisse
T. 055 45 56 81
info@apotheekvelghe.be

APOTHEEK VELGHE RONSE
Peperstraat 19
9600 Ronse
T. 055 21 26 72
ronse@apotheekvelghe.be
› Blaasontsteking

Hoe merk ik het?

  • Pijn en/of een branderig gevoel tijdens het plassen en/of in de onderbuik
  • Vaker moeten plassen en aandrang om te plassen
  • Kleinere hoeveelheden plassen
  • Troebele urine
  • Bloed in de urine

Hoe werkt het?

Een blaasontsteking (cystitis) is een ontsteking van het slijmvlies van de blaas. Een blaasontsteking wordt veroorzaakt door een infectieverwekker, meestal een bacterie. Als er ook sprake is van koorts en pijn in de zij is er waarschijnlijk sprake van een nierbekkenontsteking.

Hoe ontstaat het?

De infectieverwekkende bacteriën dringen via de plasbuis de blaas binnen. Vaak zijn dat bacteriën die in de darmen voorkomen. Omdat bij vrouwen zowel de plasbuis als de afstand van de anus naar de plasbuis veel korter zijn dan bij mannen komen blaasontstekingen bij vrouwen vaker voor dan bij mannen. Ook tijdens het vrijen kunnen bacteriën in de plasbuis terecht komen waardoor sommige vrouwen na het vrijen last krijgen van een ontsteking van de blaas. Bij kinderen is een afwijking aan de urinewegen soms de oorzaak van een blaasontsteking. Meestal is er voor het ontstaan van een blaasontsteking echter geen oorzaak te vinden. Bij mannen gaat een blaasontsteking vaak samen met een ontsteking van de prostaat (prostatitis).

Hoe ga ik er zelf mee om?

Bij klachten die passen bij een blaasontsteking is het verstandig om veel te drinken. Stel het plassen niet uit en plas de blaas goed leeg. Voor vrouwen die regelmatig een blaasontsteking krijgen na het vrijen is plassen direct na het vrijen aan te raden. Na de ontlasting moet u van voor naar achter afvegen om te voorkomen dat darmbacteriën in de buurt van de plasbuis komen. Een blaasontsteking ontstaat niet door de kou. Warm ondergoed dragen voorkomt een blaasontsteking dus niet. Voor vrouwen met lichte klachten is contact opnemen met de huisarts niet noodzakelijk. Veel drinken en goed leegplassen kan al voldoende zijn om de blaasontsteking te verhelpen. Maar als de klachten toenemen of als ze na enkele dagen niet verdwijnen is het alsnog aan te raden contact op te nemen met uw huisarts. Mannen en zwangere vrouwen met klachten die passen bij een blaasontsteking moeten altijd contact opnemen met de huisarts. Voor het bezoek aan de huisarts moet u het middelste deel van uw plas in een schoon potje opvangen. Plas eerst een beetje in het toilet en vang de rest daarna pas op. Mannen moeten daarbij eerst de voorhuid terugtrekken, vrouwen de schaamlippen spreiden. De urine mag niet ouder zijn dan twee uur. In de koelkast bewaard niet ouder dan een dag. De huisarts zal de urine onderzoeken en soms een lichamelijk onderzoek verrichten. Bij koorts boven de 38.5 graden, bij kinderen onder de twaalf jaar en bij zwangere vrouwen zal de huisarts de urine ook op laten sturen naar een laboratorium voor een uitgebreider onderzoek.

Hoe gaat de arts er mee om?

In het algemeen zal de huisarts blaasontstekingen zelf behandelen. Indien de klachten niet spontaan verdwijnen kan hij behandelen met een antibioticum. Bij vrouwen is een korte kuur van drie dagen meestal voldoende. Als de klachten tijdens de kuur verdwijnen is een controle, behalve bij kinderen onder de twaalf en bij zwangere vrouwen, niet meer nodig. Indien de klachten blijven bestaan moet de urine opnieuw worden onderzocht. Indien de blaasontstekingen regelmatig terugkeren is een behandeling met een lage dosis van een antibioticum gedurende enkele maanden mogelijk.

Wetenschappelijk nieuws

Capsules met lactobacillen kunnen verrassend goed blaasontstekingen voorkomen. Ze zijn minder effectief dan antibiotica, maar het verschil is niet zo vreselijk groot. Bovendien treedt er bij lactobacillen geen resistentie op, terwijl dat bij antibiotica een groot probleem is. Dat blijkt uit een studie onder leiding van AMC-onderzoekers Suzanne Geerlings en Mariëlle Beerepoot. Een publicatie hierover verschijnt 14 mei in de Archives of Internal Medicine. In de periode na de overgang (menopauze) krijgen heel wat vrouwen vaak, tot wel meerdere keren per jaar, urineweginfecties. Zo’n blaasontsteking treedt op omdat de hoeveelheid oestrogeen in hun lichaam daalt, met als gevolg minder ‘goede’ lactobacillen in de vagina. Daardoor kunnen bacteriën die blaasontstekingen veroorzaken de overhand krijgen. Voor postmenopauzale vrouwen die last hebben van steeds terugkerende urineweginfecties bestaan oestrogeencrèmes en tabletten voor vaginaal gebruik. Dat werkt niet altijd. Bovendien vinden veel vrouwen het smeren of inbrengen erg vervelend. De enige remedie is dan een dagelijkse, lage dosis antibiotica om nieuwe blaasontstekingen te voorkomen. Ideaal is dat niet, want op den duur kunnen de bacteriën die de urineweginfecties veroorzaken, resistent worden voor deze medicijnen. Suzanne Geerlings en Mariëlle Beerepoot van de afdeling Inwendige Geneeskunde onderzoeken daarom alternatieven voor antibiotica. Uit eerdere studies bleek dat lactobacillen veelbelovend zijn. Daarom zetten de AMC’ers samen met onderzoekers van het Maastricht UMC een studie op bij een groep van 252 gezonde vrouwen die de menopauze achter de rug hebben. Gedurende twaalf maanden kreeg de helft van hen lage hoeveelheden van het antibioticum co-trimoxazol. De rest kreeg twee keer per dag capsules met daarin de lactobacillen L. reuteri RC-14 en L. rhamnosus GR-1. Voordat ze aan de studie meededen, hadden de vrouwen gemiddeld zo’n zeven urineweginfecties per jaar. Degenen die antibiotica kregen, liepen in twaalf maanden tijd gemiddeld 2,9 urineweginfecties op. De lactobacillengroep had er gemiddeld 3,3. Een hoog percentage vrouwen in beide groepen kreeg minstens één blaasontsteking. Onder de antibioticagebruikers trad de eerste urineweginfectie gemiddeld na zes maanden op, bij degenen die lactobacillen kregen, al na drie maanden. ‘Lactobacillen doen het dus minder goed dan antibiotica’, zegt Geerlings. ‘Maar de resultaten liggen erg dicht bij elkaar, én er treedt geen resistentie op tegen de lactobacillen.’ Tegen de antibiotica wel: een maand nadat de vrouwen ermee waren begonnen, was 80 tot 95 procent van de blaasontsteking veroorzakende E. coli bacteriën resistent geworden. Er zit zeker toekomstmuziek in het gebruik van lactobacillen ter preventie van urineweginfecties, meent Geerlings. De onderzoekers splitsten de resultaten van de studie uit naar vrouwen met urineweginfecties die verder gezond zijn en vrouwen met gecompliceerde blaasontstekingen. Bij deze laatste groep deden antibiotica het stukken slechter en kwamen de lactobacillen er beter uit. ‘Waarschijnlijk omdat deze vrouwen veel vaker antibioticakuren hebben gehad. Daardoor is er meer kans op resistentie’, aldus Geerlings.