Hoe merk ik het?
- U heeft de behoefte om meer dan tien sigaretten per dag te roken
- U heeft vrijwel onmiddellijk na het opstaan behoefte aan roken
- Bij het stoppen met roken (ook tijdelijk) treden onthoudingsverschijnselen op (bijvoorbeeld: rusteloosheid, humeurigheid, hoofdpijn en minder concentratievermogen)
- In algemene zin: een minder goede en afnemende lichamelijke gezondheid
Hoe werkt het?
In tabak zitten verschillende stoffen. De stof die voor de verslaving zorgt is nicotine. Door het roken van een sigaret komt de nicotine in uw longen. Vanuit de longen wordt het via uw bloed in slechts enkele seconden naar uw hersenen getransporteerd. Dat veroorzaakt een speciaal gevoel dat eigenlijk niet precies is te omschrijven. Voor veel mensen is dat een plezierig gevoel. Van verslaving is sprake wanneer u na iedere sigaret weer trek heeft in een nieuwe. Bij sommige mensen (kettingrokers) treedt die behoefte direct op. Bij andere mensen is het gekoppeld aan bepaalde onderdelen van het dagritme (opstaan, koffiedrinken, na de maaltijd, gezelligheid, enzovoort). Een belangrijk kenmerk van verslaving is dat stoppen niet mogelijk is zonder ontwenningsverschijnselen zoals rusteloosheid, humeurigheid, hoofdpijn en minder concentratievermogen. Roken kan vele klachten veroorzaken zoals ontstekingen in de mond-, keel- en neusholten, hoesten en kortademigheid, een slechte conditie, maagaandoeningen, een verminderde vruchtbaarheid en seksuele impotentie. Door roken gaan uw kleren en haren stinken, uw adem ruikt onfris en uw huid veroudert. Door te roken in de nabijheid van anderen kunt u veel overlast veroorzaken. Veel niet-rokers vinden rooklucht vies en niet te verdragen. Bij astmapatiënten kunt uw een astma-aanval uitlokken en bij kinderen de gevoeligheid voor luchtweginfecties verhogen. Daarnaast dwingt u anderen mee te roken. Roken door vrouwen in verwachting kan allerlei nadelige gevolgen voor de baby hebben. Uiteindelijk kan roken leiden tot een aantal ernstige en/of levensbedreigende ziekten. De bekendste hiervan is longkanker. Ook het risico op het krijgen van keel-, slokdarm-, alvleesklier-, blaas-, nier- en baarmoederhalskanker is verhoogd. Roken is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van aderverkalking en daarmee ook voor hart- en vaatziekten zoals angina pectoris, een hartinfarct of etalagebenen. Roken is de belangrijkste veroorzaker van COPD. Rokers leven gemiddeld 13 jaar korter. In Nederland sterven gemiddeld per jaar bijna 30.000 mensen aan de gevolgen van roken.
Hoe ontstaat het?
- De meeste mensen beginnen op vroege leeftijd (onder de 20 jaar) met roken. Roken wordt door jongeren nog steeds als stoer gezien en als je rookt is het makkelijker om bij bepaalde groepen te kunnen horen. In het begin is het vies en voel je er niets bij. Dat verandert snel en het roken van een sigaret geeft, naast het hierboven beschreven plezierige gevoel, ook een gevoel van stoerheid en verbondenheid. Al snel echter treden de verslavende effecten op en zal het grote moeite kosten om er weer mee te stoppen. Andere oorzaken van het beginnen met roken zijn:
- langdurig lichamelijk ongemak (bijvoorbeeld pijn, een handicap of een ander ernstig ongemak) dat het dagelijkse leven ernstig bemoeilijkt;
- ernstige psychisch problemen op het persoonlijke vlak (bijvoorbeeld psychische problemen), het relationele vlak (bijvoorbeeld met de partner) en/of maatschappelijke vlak (bijvoorbeeld werk), die onoplosbaar lijken en het dagelijkse functioneren ernstig verstoren.
Hoe ga ik er zelf mee om?
- Voor iemand die rookt is er waarschijnlijk geen betere gezondheidsbevorderende maatregel te bedenken dan stoppen met roken. Stoppen met roken heeft zeer veel voordelen, zoals:
- je fitter en gezonder voelen
- minder hoesten, minder luchtweginfecties, ook bij uw kinderen
- beter ruiken en proeven
- betere lichamelijke - en sportprestaties
- een gezondere huidskleur
Hoe gaat de arts er mee om?
Op allerlei manieren is hulp mogelijk bij een stoppen met roken poging. Thuiszorginstanties verzorgen regionale cursussen, er bestaat ondersteuning via folders, boeken, acupunctuur, gedrags- en hypnotherapie. Ook uw huisarts kan u helpen bij een stoppen met roken poging. Soms wordt daarbij gebruik gemaakt van de MIS, de minimale interventie strategie: tijdens een klein aantal spreekuurcontacten worden stopafspraken gemaakt en wordt u begeleid. De huisarts kan de stoppoging ondersteunen met een medicijn dat u helpt de ontwenningsverschijnselen te verminderen en uw behoefte om te roken te verkleinen. U moet dit medicijn wel zelf betalen. De kosten wegen echter niet op tegen de kosten die het roken met zich meebrengt.
Wetenschappelijk nieuws
Een ongezonde leefstijl loslaten is net zo moeilijk als stoppen roken. Dat blijkt uit onderzoek door www.valtaf.nl, een Nederlandse website voor afvallers.
Uit cijfers van het CBS blijkt dat over een langere periode gezien het aantal rokers licht blijft dalen. In 2009 rookte 27 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder. Dat is iets minder dan in 2008. De verklaring ligt vooral in het feit dat minder vrouwen van 25 jaar en ouder roken.
Als de moeder tijdens de zwangerschap rookt, verhoogt dat de kans dat haar kind later ook gaat roken. Dat zeggen onderzoekers van de universiteit van Arizona.
De vraag of iemand rookverslaafd raakt en moeite heeft met stoppen is deels erfelijk bepaald. Dat stellen onderzoekers van het M.D. Anderson Cancer Institute in Houston (VS).
Rokers zijn gemiddeld gezien minder intelligent dan niet-rokers. Dat is de verrassende uitkomst van een onderzoek onder ruim 20 duizend Israëlische jongemannen, voor, tijdens en na vervulling van hun dienstplicht. Rokers hadden een gemiddeld IQ van 94, tegen een gemiddelde van 101 bij de niet-rokers. Van tevoren werd aangenomen dat rokers vaker uit sociaaleconomisch zwakkere milieus komen en dat dat de verschillen in gemiddelde intelligentie verklaarde. Volgens M. Weiser van de universiteit van Tel Aviv nemen minder intelligente mensen eerder slechte beslissingen, ook op gezondheidsgebied, en gaan ze vaker roken. Ook hebben ze vaker overgewicht.
Marc Willemsen wordt per 1 mei 2010 benoemd tot bijzonder hoogleraar Tobacco Control Research bij het Onderzoeksinstituut CAPHRI van de Universiteit Maastricht. Hij gaat het hoogleraarschap combineren met zijn werk bij STIVORO, het Nederlandse expertisecentrum voor tabaksontmoediging. Volgens de kersverse bijzonder hoogleraar, gestationeerd bij de vakgroep Gezondheidsvoorlichting en -bevordering, werkt het beleid van de Nederlandse overheid onvoldoende om het het roken effectief te ontmoedigen. "Het gaat hier langzamer dan in veel andere landen. Ik vraag me af waarom dat zo is. Dat is een van de onderzoeksvragen waar ik mij op zal gaan richten." Verder wil hij onderzoeken welke factoren een rol spelen bij het succes of falen van maatregelen die genomen worden om het roken te ontmoedigen. Willemsen is hoofd van de onderzoeksafdeling van STIVORO die al lange tijd een samenwerking heeft met CAPHRI (Care and Public Health Research Institute). In gezamenlijkheid worden methoden ontwikkeld om het roken terug te dringen. Bij gebleken werkzaamheid zorgt STIVORO ervoor dat deze methoden beschikbaar komen voor het grote publiek en voor gebruik door professionals zoals huisartsen en verloskundigen. Zo profiteren beide organisaties van elkaars expertise. "Roken is in ons land vermijdbare doodsoorzaak nummer één. Ik ben altijd idealistisch geweest en wil me in mijn academische carrière graag inzetten voor de volksgezondheid. Daarom heb ik bewust voor STIVORO gekozen", aldus Marc Willemsen. "En ik ben blij met de kans om via onderzoek verder na te gaan hoe rokers geholpen kunnen worden het roken achter zich te laten. Want, de meeste rokers zien hun roken als een probleem en zouden graag willen stoppen. De omstandigheden in Nederland om rokers hierin te ondersteunen kunnen worden verbeterd."
Schokkend: effect van roken op huid
Vrouwelijke rokers blijken geschokt wanneer de gevolgen voor hun huid als ze niet stoppen met roken zichtbaar kunnen worden gemaakt. Dat blijkt uit onderzoek door het Engelse Staffordshire University. Met behulp van computersimulaties werd zichtbaar wat de gevolgen zijn voor je huid wanneer je blijft roken. Aan de hand van deze simulaties konden vrouwelijke rokers zien, hoe hun gezicht eruit zou gaan zien als ze doorgingen met roken. Twee derde van de vrouwen uit het onderzoek zei nadien gelijk te willen stoppen met roken. Volgens professor S. Grogan zijn vrouwen zeer bezorgd over de impact van veroudering op hun huid in het algemeen en over de bijkomende effecten van roken op hun huid. De rooksters waren geschokt en soms zelfs misselijk door de beelden.
Sinds kort is er een nieuw wapen beschikbaar in de strijd tegen (mee) roken in openbare ruimtes. Stopsigaretten introduceert de eerste sigarettenmelder in Nederland. Deze kan worden ingezet bij de handhaving van het rookverbod. De sigarettenmelder detecteert binnen een fractie van een seconde de vlam van een aansteker of de daadwerkelijke tabaksrook.
Bij detectie van tabaksrook of aansteker wordt de overtreder (roker) door een spraakmodule in de melder dringend doch vriendelijk verzocht zijn of haar sigaret te doven en gemeld dat iemand van het personeel is gewaarschuwd. De tekst in de spraakmodule kan in overleg worden aangepast aan de behoefte van de eigenaar van de melder. De sigarettenmelders hebben hun nut in Engeland en de Verenigde staten al jaren bewezen op onder andere scholen, ziekenhuizen, openbare toiletten en hotels. Nu gaan ze voor de primeur zorgen in Nederland. Dat zegt althans Wouter Dekker, directeur van Stopsigaretten.
Volgens onderzoekers van de universiteit van Pennsylvania werken nicotinepleisters niet voor alle rokers die willen stoppen. Zij ontdekten dat driekwart van de rokers nicotine sneller afbreken dan gemiddeld. Deze mensen zouden daarom beter andere hulpmiddelen bij het stoppen met roken gebruiken. Ook bleek dat mensen die nicotine minder snel afbreken betere resultaten boeken bij het stoppen met roken wanneer ze de nicotinepleisters zes maanden lang gebruiken, in plaats van slechts twee maanden. Langduriger therapie helpt mensen beter bij het stoppen en herstel van een terugval. Maar alle vormen van therapie bij stoppen met roken werken alleen maar als mensen echt willen stoppen, zeggen de onderzoekers.
"Tweedehands" sigarettenrook verhoogt de kans op hyperactief gedrag bij kinderen. Dat blijkt uit Duits onderzoek, zo meldt de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws.
Vorig jaar werden minder tabakswaren verkocht dan in 2007. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. In 2008 werden 14,9 miljard sigaretten verkocht. Omgerekend per Nederlander van twaalf jaar of ouder komt dat neer op 1057 sigaretten of shagjes de man (of vrouw), tegen 1084 stuks in 2007.
Vrouwen die zijn blootgesteld aan "tweedehands" sigarettenrook, hebben meer kans op vruchtbaarheidsproblemen. Dat zeggen onderzoekers van de universiteit van Rochester (VS).
Het RIVM beschouwt alcohol en tabak als even schadelijke genotsmiddelen als heroïne en crack. Paddo"s, LSD en qat ziet het onderzoeksinstituut als minder schadelijk. Cannabis en XTC vallen in de middencategorie.
Wie als tiener rookt, heeft meer kans op depressies als volwassene. Dat blijkt uit onderzoek door de universiteit van Florida.
Wat betreft roken onder scholieren neemt Nederland een middenpositie in. 24 procent van de scholieren zegt meer dan veertig keer in zijn leven te hebben gerookt, tegenover 22 procent gemiddeld in Europa. Dat blijkt uit onderzoek door het Trimbos Instituut.
Nieuw-Zeelands onderzoek duidt erop dat een op de drie gevallen van ontstoken tandvlees het gevolg is van overmatig gebruik van wiet. Dat komt doordat met het roken van wiet ook veel giftige stoffen ingeademd worden.
Rokers hebben 2,5 meer kans om vroegtijdig te overlijden dan niet-rokers. Dat zeggen onderzoekers van de universiteit van Oslo op basis van een studie over een periode van dertig jaar.
Na het roken van cannabis gaan bepaalde hersengolven chaotisch door elkaar lopen. Het werkgeheugen verslechtert hierdoor tijdelijk. Dat blijkt uit onderzoek door de UU en het RIVM.
Rokers en ex-rokers hebben een aanzienlijk hogere kans op atrium fibrilleren, een type hartritmestoornis. Dat blijkt uit onderzoek dat onlangs werd gepubliceerd in het American Heart Journal.
Tot slot laat het onderzoek zien dat roken het tegenovergestelde effect heeft van overgewicht. Doordat rokers gemiddeld jonger sterven, leven ze minder jaren met lichamelijke beperkingen. Rokende mannen en vrouwen leven respectievelijk 1,3 en 1,4 jaar minder met beperkingen dan mannen en vrouwen die nooit gerookt hebben. Wie oud wil worden, moet dus stoppen met roken, maar hoeft niet te gaan lijnen. Wie oud wil worden en lang gezond wil blijven, moet bovendien op zijn BMI letten. Mieke Reuser: "Voor de betaalbaarheid van de zorg is niet roken, maar overgewicht het probleem. Van roken ga je dood, door overgewicht en zwaarlijvigheid word je afhankelijk van anderen." Trefwoord: rookverslaving
Een vaccinatie zou mensen levenslang immuun kunnen maken voor rookverslaving. Dat zeggen onderzoekers van het New Yorkse Weill Cornell Medical College. Zij hebben een vaccin ontwikkeld dat zorgt voor de aanmaak van antilichamen die nicotine neutraliseren, voordat die de delen van de hersenen bereikt die betrokken zijn bij genot en verslaving. Door de injectie zou de lever bovendien antilichamen blijven aanmaken, zodat ook op de langere duur verslaving wordt voorkomen. Het vaccin is met succes getest op muizen. De knaagdieren kregen nicotine en vervolgens het vaccin toegediend. De onderzoekers stellen dat tieners zo zouden kunnen worden gevaccineerd, voordat ze tabaksverslaving ontwikkelen.
Volgens wetenschappers van University College London zorgt inademen van "tweedehands rook" mogelijk voor een grotere kans op psychische klachten. Zij analyseerden gegevens van bijna 5500 niet-rokers en 2600 rokers. Geen van de onderzochte mensen had voor het onderzoek enige vorm van psychische klachten. In de zes jaar daarop kreeg 14,5 procent van alle onderzochte mensen te maken met psychische stress. Mensen die niet rookten maar wel waren blootgesteld aan andermans sigarettenrook hadden 50 procent meer kans op psychische klachten. 41 mensen werden in die zes jaar opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Niet-rokers die waren blootgesteld aan andermans rook liepen een driedubbele kans op schizofrenie, depressie of acute verwardheid, zeggen de onderzoekers. Trefwoord: rookverslaving.
Rokers gebruiken vaker pijnstillers op doktersrecept, zeggen onderzoekers van het Noorse nationale instituut voor de volksgezondheid. Zij analyseerden gegevens van bijna 13.000 mannen en 16.000 vrouwen in de leeftijd van 30 tot 75 jaar. Geen van deze mensen had bij aanvang van de studie ooit pijnstillers gekregen. 1,5 procent van de onderzochte personen kreeg in de periode 2004 tot 2007 twaalf keer of vaker pijnstillers voorgeschreven. Mensen die bij aanvang van het onderzoek tien sigaretten of meer per dag rookten, kregen echter drie keer zo vaak pijnstillers voorgeschreven gedurende het onderzoek dan niet-rokers. Ook mensen die inmiddels waren gestopt kregen nog twee keer zo vaak pijnstillers voorgeschreven. Zoekwoord: rookverslaving.
Studie onderschrijft noodzaak van vroege detectie en interventie. Een psychiatrische stoornis in de kindertijd verhoogt de kans dat iemand later een alcohol- drugs- of rookverslaving ontwikkelt. Dit blijkt uit onderzoek van postdoc Annabeth Groenman van het UMCG, Tieme Jansen en Jaap Oosterlaan van de VU. Zij publiceren hierover in het wetenschappelijk magazine Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry (JAACAP). Het is al langer bekend dat ADHD een risico factor is voor latere verslavingen, maar dit onderzoek gaat voor het eerst na of dit voor andere psychiatrische stoornissen in de kindertijd ook zo is. Volgens Annabeth Groenman was er tot nu toe geen systematische evaluatie uitgevoerd van het verband met andere psychiatrische stoornissen in de kindertijd. De onderzoekers hebben de gegevens uit 37 eerdere studies opnieuw aan een analyse onderworpen. Het betreft hier de data van in totaal 762.187 mensen, waarvan 22.029 met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder), 434 met disruptieve gedragsstoornissen als opstandigheid of antisociale gedragsstoornissen (resp. ODD en CD), 1433 met een angststoornis en 2451 met depressies. De onderzoekers hebben gekeken naar studies over het verband tussen psychiatrische stoornissen in de kindertijd en latere verslavingen. De bevindingen van Groenman en Oosterlaan laten zien dat mensen die in hun kindertijd de diagnose ADHD, ODD/CD of depressie kregen, een verhoogd risico hebben op een middelenverslaving op latere leeftijd. Volgens Groenman maken de resultaten van dit onderzoek duidelijk dat het van groot belang is dat psychiatrische problemen bij een grotere groep kinderen zo vroeg mogelijk worden opgespoord. Groenman: ‘Zeker nu blijkt dat ook andere psychiatrische stoornissen in de kindertijd het risico op verslaving verhogen. Verslaving gaat gepaard met een enorme belasting voor de verslaafde, voor de familie van de verslaafde en voor de maatschappij als geheel. Preventie is daarom een belangrijk doel.’ Zij pleit er voor om ouders, behandelaars en overheid te attenderen op de risico’s die gevolg kunnen zijn van de stoornissen. Hierdoor zijn in samenwerking met alle direct betrokkenen de risico’s te verkleinen op verslaving op latere leeftijd met alle negatieve gevolgen van dien.
Bron: VU
In de afgelopen tien jaar is de behandeling van hartpatienten uit Rotterdam en omstreken sterk verbeterd. Op dit moment blijken zij vrijwel optimaal te worden behandeld met medicijnen, vooral cholesterolverlagers. Ook speelt mee dat het aantal rokers is gedaald van 30% naar 15%. Naar schatting scheelt deze aanpak zeker 250 Nederlandse sterfgevallen per jaar. Dit blijkt uit onderzoek van Rotterdamse cardiologen. Zij hebben hun resultaten gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift van Geneeskunde. Jaap Deckers, cardioloog in het Erasmus MC: "Uit ons onderzoek blijkt onder andere dat de huidige hartpatiënt ouder wordt dan tien jaar geleden. Het lukt tegenwoordig beter om te voorkomen dat deze patiënten sterven aan hun hart- en vaatziekte. Het aantal patiënten dat overlijdt als gevolg van een hart- en vaatziekte is met zo"n 1.000 gevallen per jaar omlaag gebracht. Een belangrijke oorzaak daarvoor ligt in de verbeterde behandeling met medicijnen. Zo gebruiken tegenwoordig negen op de tien hartpatiënten medicijnen om het cholesterolgehalte omlaag te brengen. Dat werpt zijn vruchten af. Bovendien is het aantal hartpatiënten dat rookt gedaald van meer dan 30% naar 15%. Dat levert ook belangrijke gezondheidswinst op voor hartpatiënten. Tien jaar geleden telde Nederland ten opzichte van andere Europese landen nog het grootste aantal rokende patiënten." Tegenover de goede ontwikkelingen staat wel dat de huidige hartpatiënt vaker overgewicht heeft en suikerziekte. Zo is 80% van de hartpatiënten te zwaar. Bij 27% is zelfs sprake van ernstig overgewicht. Het aantal patiënten met suikerziekte bedroeg 21%. Hart- en vaatziekten zijn vaak het gevolg van een ongunstige levensstijl die tot overgewicht en suikerziekte kunnen leiden. Afvallen en meer bewegen zou deze risicofactoren aanzienlijk kunnen verminderen. Helaas blijken de meeste pogingen om af te vallen in de praktijk echter weinig succesvol, ook niet na intensieve begeleiding bij sterk gemotiveerde patiënten. Gelukkig is stoppen met roken voor een groot aantal mannen en vrouwen wel haalbaar en levert dit grote gezondheidswinst op. In Nederland overleden in 2008 nog ongeveer 40.000 mannen en vrouwen aan hart- en vaatziekten. Ons land telt naar schatting ongeveer één miljoen patiënten met hart- en vaatziekten. Volgens de richtlijnen moeten deze patiënten worden behandeld met medicijnen om onder andere het cholesterolgehalte in het bloed en de bloeddruk omlaag te brengen. Daarmee moet worden voorkomen dat zij bijvoorbeeld opnieuw een hartinfarct krijgen of voortijdig komen te overlijden. De nieuwe Rotterdamse gegevens laten zien dat deze richtlijnen in de praktijk goed worden toegepast. Omgerekend naar Nederland zou deze aanpak kunnen leiden tot zo"n 1000 minder ziekte- en sterfgevallen per jaar aan hart- en vaatziekten. Het Rotterdamse onderzoek werd uitgevoerd door cardiologen van het Erasmus MC, Sint Franciscus Gasthuis en het Maasstad Ziekenhuis. Het onderzoek maakte deel uit van een grootschalig Europees onderzoek in acht landen. Zie ook: hartinfarct, cholesterol,
rookverslaving.