Hoe merk ik het?
- Pijn in de flank, rechts of links
- Hoge koorts, ziek zijn, soms met braken
- Pijn met plassen
- Soms voorafgaand blaasontsteking gehad
- Soms (chronische vorm) weinig of geen verschijnselen
Hoe werkt het?
De nieren bestaan grofweg uit twee delen: het nierweefsel, waarin het bloed wordt gefilterd en gezuiverd en het nierbekken waarin de gevormde urine wordt opgevangen. Vanuit het nierbekken loopt de urineleider (ureter) naar de blaas, waar de urine wordt bewaard. Als de blaas vol is voelen we aandrang en gaan we plassen. Een ontsteking van het nierbekken wordt door bacteriën veroorzaakt. De infectie kan heftig verlopen, met hoge koorts. Je voelt je flink ziek, soms tot overgeven toe en met pijn in de zij, links of rechts, afhankelijk van de nier die is aangedaan. De blaas doet ook mee, dus er is ook pijn bij het plassen. De infectie kan ook chronisch verlopen en geeft dan veel minder klachten; alleen wat verhoging, vermoeidheid, soms wat vage pijn. Dan is sprake van een chronische nierbekkenontsteking. Dit is een zeer verraderlijk ziektebeeld dat vaak kinderen treft (zie verder). Het leidt langzaam tot een volledige nierinsufficiëntie (onvoldoende functioneren van de nieren). Een deel van de patiënten die uiteindelijk gedialiseerd moeten worden en op een transplantatienier wachten heeft deze aandoening.
Hoe ontstaat het?
De bacteriën kunnen afkomstig zijn van een ontsteking elders in het lichaam. Ze komen dan met het bloed in de nier terecht (vanuit bijvoorbeeld een huidabces of een longontsteking). Meestal echter komen ze uit de blaas: bij een blaasontsteking kunnen bacteriën soms vanuit de blaas, via de ureter, het nierbekken bereiken. Gelukkig gebeurt dat niet zo vaak. De kans dat het gebeurt wordt groter als de urine niet makkelijk afvloeit, zoals in de zwangerschap, als het kind de urineleiders wat afknelt. Ook bij mannen met een vergrote prostaat die moeite hebben met plassen. Of als er een niersteen in de weg zit. Maar vaak is er geen duidelijke oorzaak aan te wijzen voor het ontstaan van een nierbekkenontsteking. Sommige mensen (meest vrouwen) zijn er om onduidelijke redenen vatbaarder voor. Bij kinderen is er kans op een aangeboren afwijking van de urinewegen als veroorzaker van de ontsteking. Verder onderzoek is bij hen nodig.
Hoe ga ik er zelf mee om?
Hebt u een blaasontsteking, handel dan zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk.
Hoe gaat de arts er mee om?
Hebt u klachten zoals boven beschreven, raadpleeg dan uw arts. Aan de hand van uw klachten en zijn bevindingen bij het onderzoek zal hij de diagnose kunnen stellen en onderzoek van de urine zal de diagnose bevestigen: onder de microscoop vindt men daarin veel ontstekingscellen en vaak ook bloedcellen. De arts zal een antibioticum voorschrijven. Tevens wordt de urine opgestuurd voor kweek om de aard van de veroorzakende bacterie vast te stellen. Als de bacterie goed reageert op het voorgeschreven antibioticum dan zal de koorts binnen 48 uur dalen. Nemen de klachten niet af, dan kan, in afwachting van de kweekuitslag, een ander antibioticum voorgeschreven worden. Het is verstandig om enkele dagen na het beëindigen van de kuur de urine nog eens te laten controleren, om na te gaan of de ontsteking geheel verdwenen is. Is de ontsteking hardnekkig of komt hij vaker terug, dan is nader onderzoek nodig om na te gaan of er een afwijking is aan de urinewegen (zie boven). In het ziekenhuis kunnen de urinewegen zichtbaar gemaakt worden door middel van een echo of een CT scan. Vindt men afwijkingen, dan is behandeling door de uroloog noodzakelijk. Vindt men geen afwijkingen, dan kan het nodig zijn geruime tijd een antibioticum te gebruiken om nieuwe infecties te voorkomen.
Wetenschappelijk nieuws
De nieuwe NHG-Standaard Urineweginfecties geeft richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van acute bacteriële infecties van de urinewegen; hiertoe worden cystitis, pyelonefritis en acute prostatitis gerekend. Herziening van de standaard heeft geleid tot een aangepaste indeling in diagnostische categorieën. Infecties bij mannen, zwangeren, kinderen en patiënten met afwijkingen aan de nieren of de urinewegen, met een verminderde weerstand (onder wie diabeten) of een verblijfscatheter worden gecompliceerd genoemd. Hiermee sluit de standaard aan bij buitenlandse richtlijnen. Alleen een cystitis bij een overigens gezonde, niet zwangere, volwassen vrouw noemt men een ongecompliceerder urineweginfectie. Verder wordt naast de dipslide de plaats van de leukotest en het urinesediment besproken. De therapeutische aanbevelingen zijn op grond van recente literatuur enigszins aangepast. Bron: H&W 2005;48 (7):341-53.