Hoe merk ik het?
Plotseling en sterk wisselende stemmingen en gedragingen
Hoe werkt het?
Deze aandoening is ook onder andere namen bekend: manisch depressief syndroom, bipolair syndroom, bipolaire stoornis. Bipolair wil zeggen dat er twee polen, uitersten, aan de aandoening zijn: Naast perioden van diepe depressie (depressieve fase) bestaan perioden van ongeremdheid, overmoed (manische fase). Vaak heeft één van beide stemmingen de overhand. Meestal is dat de depressieve. De depressie kan ernstig verlopen. In de manische fase voelen de patiënten zich opperbest. Ze praten maar door, zijn ineens zeer actief op allerlei terrein en wanen zich onverslaanbaar. Dat kan ertoe leiden dat ze allerlei onverantwoorde beslissingen nemen, uitgaven gaan doen, risicovol gedrag vertonen. Ze hebben veel minder behoefte aan slaap en ze gaan maar door, eten en drinken vaak slecht, raken uitgeput. Beide fasen kunnen gepaard gaan met psychosen. Psychosen zijn gedachten of waarnemingen die niet waar zijn. Zo kan iemand met een manische psychose zich Napoleon wanen. Van de ene kant is de manische fase voor de patiënt verreweg het plezierigst, hij voelt zich opperbest. Toch is het ook een trieste fase. De manie overschreeuwt als het ware de depressie. Voor de familie is het zwaar: aankopen moeten ongedaan gemaakt worden (kan om tonnen gaan), rekeningen geblokkeerd, gedupeerden moet uitleg worden gegeven. Voor de patiënt kan het, achteraf, heel vernederend zijn.
Hoe ontstaat het?
De oorzaak van de aandoening is niet bekend. Wel is duidelijk dat erfelijkheid een belangrijke rol speelt. De ziekte openbaart zich niet voor het 18de levensjaar. Het komt even vaak voor bij beide geslachten. Het is een zeer frequent voorkomende aandoening: één tot twee procent van de bevolking krijgt er in zijn leven mee te maken.
Hoe ga ik er zelf mee om?
U heeft het ontstaan van de ziekte niet in de hand. Gebruikt u medicijnen, dan is het zeer belangrijk deze regelmatig in te nemen.
Hoe gaat de arts er mee om?
Zeker in de manische fase ziet de patiënt de noodzaak van de behandeling niet in. Het kan zijn dat hij met dwang moet worden opgenomen omdat uitputting dreigt. Medicijnen vormen de basis van de behandeling. Een veel gebruikt, effectief middel is lithium. Lithium is een mineraal dat stabiliserend werkt op de stemming en effectief is zowel tegen de depressie, als tegen de manie. Het wordt zowel gebruikt om nieuwe aanvallen te voorkomen, als om bestaande aanvallen af te breken. Lithium kan bijwerkingen hebben. De dosering moet nauwkeurig worden ingesteld en het moet trouw ingenomen worden. Andere medicijnen die veel gebruikt worden zijn anti-epileptische middelen als natriumvalproaat en carbamazepine. Daarnaast wordt psychotherapeutische begeleiding gegeven.
Wetenschappelijk nieuws
Samenleven met een manisch-depressieve persoon is zwaar, zeker voor kinderen. Uit onderzoek van Manon Hillegers aan het UMC Groningen onder 140 kinderen, blijkt dat een depressie of andere emotioneel ingrijpende gebeurtenis ertoe kan leiden dat het kind van een manisch-depressieve ouder(s) dezelfde stoornis krijgt. Manisch-depressiviteit (ook wel bipolaire stoornis genoemd) wordt gekenmerkt door sterke stemmingswisselingen; van peilloos somber tot redeloos optimistisch en energiek. Vrijwel alle onderzochte kinderen die manisch-depressief waren geworden, hadden voorafgaand een depressieve periode doorgemaakt. Hilligers doet de aanbeveling kinderen van manisch-depressieve ouders zorgvuldig te volgen.
Moeders die na een eerste zwangerschap een psychose hebben gekregen, kunnen bij een volgende zwangerschap een kraambedpsychose voorkomen door medicatie te slikken ná in plaats van tijdens de zwangerschap. Daardoor wordt de baby niet blootgesteld aan medicijnen die schadelijk kunnen zijn. Dat hebben onderzoekers van het Erasmus MC ontdekt. Ze hebben hun bevindingen vandaag gepubliceerd in The American Journal of Psychiatry. De ontdekking geldt voor vrouwen die in het kraambed een psychose hebben doorgemaakt maar op andere momenten nooit manische of psychotische klachten hebben gehad. Eén op de 1000 vrouwen krijgt een kraambedpsychose. Het is een ernstige psychiatrische ziekte omdat vrouwen een gevaar kunnen vormen voor hun pasgeboren baby. Vrouwen die eenmaal een kraambedpsychose hebben gehad, lopen een groot risico op een nieuwe psychose na een volgende geboorte, net als vrouwen met manische depressiviteit (25-50%). Het was tot nu toe onduidelijk wanneer iemand precies moest beginnen met medicatie om een psychose na de zwangerschap te voorkomen. Veel vrouwen krijgen nu tijdens de zwangerschap al medicatie. Het Erasmus MC heeft als enige organisatie in de wereld een cohort waarbij moeders worden gevolgd die een manie of psychose hebben gehad na de zwangerschap. In totaal werden in dit onderzoek 70 vrouwen met een hoog risico op kraambedpsychose behandeld in een speciaal programma om te voorkomen dat ze weer een psychose zouden meemaken. 29 vrouwen die een kraambedpsychose hebben doorgemaakt bleven zonder medicatie stabiel tijdens hun huidige zwangerschap. Vrouwen die meteen na de bevalling starten met lithium of antipsychotica kregen geen van allen een psychose na de bevalling. In tegenstelling tot deze groep waren vrouwen met een manische depressieve stoornis helaas wel vaak instabiel tijdens de zwangerschap, met name de vrouwen die geen medicatie gebruiken. Na de bevalling kregen juist de vrouwen die instabiel waren tijdens de zwangerschap vaker een kraambedpsychose. ‘Het onderzoek maakt duidelijk dat sommige vrouwen kunnen wachten met medicijnen tot enkele uren na de geboorte van hun kind’, zegt onderzoeksleider Veerle Bergink, psychiater op de afdeling psychiatrie van het Erasmus MC. Belangrijk is dat dit alleen geldt voor vrouwen die een eerdere kraambedpsychose hebben doorgemaakt en geen manische of psychotische perioden hadden buiten de kraamtijd. Voor vrouwen die ook buiten de kraambedtijd last hebben gehad van manische en psychotische klachten (zoals vrouwen met manische depressiviteit), is het wel van cruciaal belang om medicatie al tijdens de zwangerschap in te nemen. Het zorgt ervoor dat hun stemming tijdens de zwangerschap stabiel blijft en het verkleint de kans op een manie of psychose na de bevalling. Het onderzoek betekent goed nieuws voor moeders met alleen psychose in de kraamtijd en hun baby’s. ‘Veel moeders zien erg op tegen een volgende zwangerschap. Zij hebben er grote moeite mee om medicijnen te slikken als ze zwanger zijn. Ze zijn bang voor de mogelijke gevolgen voor de groei en ontwikkeling van hun kind. Door de medicijnen pas na de geboorte te starten, zijn de moeders van deze zorg af. En het kind wordt niet blootgesteld aan mogelijke bijwerkingen van de medicijnen.’
Een bipolaire stoornis is een invaliderende psychiatrische aandoening, gekenmerkt door o.a. episoden van irritabiliteit en depressie. Jarenlang was lithium het middel van keuze ter vermindering van de kans op recidief en zelfdoding. Het werkt echter niet bij iedereen en heeft bovendien een smalle therapeutische breedte. In de VS heeft valproïnezuur wijdverbreide toepassing gevonden, ten koste van lithium. Maar ook monotherapie met valproïnezuur faalt nogal eens en ondanks gebrek aan onderzoek naar de werkzaamheid beveelt men ook een combinatie van lithium en valproïnezuur aan. Het BALANCE-onderzoek (Bipolar Affective Disorder: Lithium/Anticonsulvant Evaluation) had als doel om uit te maken of de combinatie van lithium en valproïnezuur beter werkt dan één van deze stoffen afzonderlijk. Elke proefpersoon kreeg een "run-in"-periode van 4-8 weken met de combinatie. Bij een derde van hen werd daarna de lithium weggelaten; bij een ander derde deel valproïnezuur. Zo ontstonden drie groepen van elk 110 proefpersonen, die samen met hun behandelaars op de hoogte waren van tot welke groep zij behoorden: de lithium-, valproïnezuur- of de combinatie lithium-valproïnezuurgroep. Het onderzoeksteam was niet op de hoogte van deze indeling. De vervolgperiode was 24 maanden. De primaire uitkomst was de noodzaak om per patiënt een nieuwe interventie in te stellen in verband met een spoedeisende episode. Dit gebeurde bij 54% van de combinatiegroep, bij 65% van de lithiumgroep en bij 64% van de valproïnezuurgroep. Zestien hadden na de randomisatie ernstige bijwerkingen: zeven in de valproïnezuurgroep (drie doden), vijf in de lithiumgroep (twee doden) en vier in de combinatiegroep (een dode). Voor mensen met een bipolaire stoornis, die langdurig geneesmiddelen dienen te gebruiken, lijkt de combinatietherapie en de monotherapie met lithium al met al beter toepasbaar om recidieven te voorkomen dan monotherapie met valproïnezuur. Deze uitkomst lijkt onafhankelijk te zijn van de aanvankelijke ernst van de ziekte en blijft gedurende twee jaar aanwezig. Het lijkt goed om met lithium te beginnen en bij onvoldoende resultaat over te gaan op combinatietherapie van lithium en valproïnezuur. In de beschouwing wijzen de auteurs erop dat wij nog steeds niet met een panacee van doen hebben. Zo had meer dan de helft van de patiënten met combinatietherapie in de vervolgperiode aanvullende behandeling nodig in verband met depressieve perioden die mensen volledig kunnen invalideren. Bron: MFM 2010;48(3):42 + FUS. Zie ook: Manische depressie.
Symptomen van een psychose (bijvoorbeeld hallucinaties, ongewone overtuigingen) komen niet alleen voor bij personen met een zenuw/geestesziekte zoals schizofrenie. Er zijn ook personen die minder ernstige symptomen van een psychose ondervinden, die niet tot behandeling hoeven te leiden. Gemma Modinos ging in haar proefschrift na of deze minder ernstige symptomen een risicofactor zijn voor het ontwikkelen van een psychose. Studies naar hersenactiviteiten hebben bij schizofreniepatiënten een aantal afwijkingen in hersenfunctie en structuur vastgesteld. De resultaten van het onderzoek van Modinas tonen aan dat er ook verschillen zijn in hersenactiviteit en hersenstructuur tussen mensen met de minder ernstige klachten en gezonde mensen. Deze bevindingen ondersteunen de veronderstelling dat er een verband is tussen de minder ernstige vormen van psychose en de daadwerkelijk ontwikkelde psychose. Gemma Modinos (Barcelona, 1980) studeerde NeuroScience in Barcelona. Zij verrichtte haar onderzoek bij de afdeling Neurowetenschappen van het Universitair Medisch Centrum Groningenen het BCN Neuroimaging Center. Zij werkt nu als postdoc bij het Institute of Psychiatry, King"s College, London, UK. Gerelateerde trefwoorden: angststoornissen, manische depressie, depressie.