Hoe merk ik het?
- Plotselinge pijn in de borstkas
- Plotselinge benauwdheid
Hoe werkt het?
Pneumothorax wil letterlijk zeggen: lucht in de borstholte. Als zich lucht in een van beide borstholten bevindt kan de betreffende long niet meer goed ontplooien. U moet zich dat als volgt voorstellen: de longen bevinden zich als losse organen in de borstholten. Doordat in de borstholte een geringe onderdruk heerst blijven de longen ontplooid. Als de borstkas uitzet, bij inademing, zetten de longen mee uit en bij uitademen gebeurt het omgekeerde. Als de negatieve druk in de borstholte wegvalt klapt de long, die elastisch is, in elkaar en kan geen zuurstof meer opnemen. De long kan in zijn geheel inklappen of slechts gedeeltelijk. Zo'n klaplong ontstaat plotseling, onaangekondigd. Opeens is er pijn, aan een kant van de borstkas. Als de klaplong geheel is zijn er ook benauwdheidklachten. In sommige gevallen kunnen die steeds meer toenemen (spanningspneumothorax). Dit laatste is een acuut bedreigende situatie.
Hoe ontstaat het?
Een klaplong kan op meerdere wijzen ontstaan. Meestal ontstaat er spontaan een gaatje in de long zelf, waardoor lucht in de borstholte stroomt. We zien dat vaak bij magere jongvolwassen mannen. Het kan ook gevolg zijn van een verwonding, zoals een schot- of steekwond of doordat de punt van een gebroken rib een gat in de long prikt, bijvoorbeeld bij een auto-ongeval. Tenslotte kan het ook ontstaan bij patiënten met longemfyseem. Soms ontwikkelen deze één of meer holten in de long, gevuld met lucht (bullae). Als Zo'n bulla knapt ontstaat er ook een klaplong.
Hoe ga ik er zelf mee om?
Niets. Als u plots benauwd wordt, raadpleeg dan altijd op korte termijn een arts.
Hoe gaat de arts er mee om?
De arts zal de diagnose vaak op basis van uw verhaal kunnen stellen. Met de stethoscoop hoort hij aan de aangedane kant minder ademgeruis en bij kloppen op de borst klinkt het aan de aangedane kant holler dan aan de gezonde kant. De longarts kan de diagnose met een simpele longfoto bevestigen. De behandeling hangt af van de ernst van de klaplong: bij een gedeeltelijke klaplong wordt vaak afgewacht. De lucht in de borstholte resorbeert vaak spontaan, waarbij de long zich weer ontplooit. Lukt dat niet of is de klaplong totaal, dan wordt de lucht uit de borstholte afgezogen. Dat doet men door tussen de ribben een slangetje in te brengen in de borstholte en daar een pompje aan te verbinden. Als het gat in de long spontaan gedicht is kan het slangetje worden verwijderd. Soms lukt het niet op deze manier. Dan kan men een stofje in de borstkas inspuiten. Dat stofje veroorzaakt een ontsteking van de longvliezen. De ontstoken longvliezen kleven vast aan de borstwand en groeien eraan vast. De long kan dan nooit meer inklappen. Bij emfyseempatiënten moeten de bullae soms operatief verwijderd worden. De behandeling van ernstig verwonde patiënten is meer gecompliceerd.
Wetenschappelijk nieuws
prof. Pieter Postmus (VUmc) en zijn afdeling houden zich bezig met longziekten in het algemeen met daarbij specifieke interesse en grote ervaring op het gebied van de thoracale oncologie. Dit omvat research en behandeling van: longkanker, mesothelioom, mediastinale tumoren, screening voor longkanker, roken, chemotherapie. Binnen zijn afdeling is grote ervaring met diagnostiek en behandeling van deze aandoening. Recente research richt zich op erfelijke oorzaken zoals het Birt-Hogg-Dubé syndroom.
drs. Tijs Claessens "Molecular biology of the Birt-Hogg-Dubé syndrome". Het Birt-Hogg-Dubé (BHD) syndroom is een erfelijke, zeldzame ziekte waarbij patiënten goedaardige huidtumoren, cystes in verschillende organen, klaplongen en niertumoren kunnen ontwikkelen. Omdat deze symptomen ook voorkomen in de bredere populatie is inzicht in de ontstaansmechanismes hiervan belangrijk voor het verbeteren van behandelingen. BHD wordt veroorzaakt door een fout in het eiwit folliculin (FLCN). Dit proefschrift toont aan dat verlies van normaal FLCN leidt tot vertraging van de aanmaak van het cilium, een antenne-achtige structuur op de cel, en tot een verhoogde activiteit van een signaalroute die betrokken is bij de aanpassing van cellen bij verminderde zuurstof. Verder is het recycling systeem dat oude onderdelen van de cel afbreekt geremd.
Sarcoïdose (een veelvoorkomende ontstekingsziekte van - vooral - de longen) kan beter worden aangetoond met behulp van geluidsgolven dan door het nemen van een biopt (een weefselhapje uit de longen). Volgens de geldende richtlijnen gebeurt de diagnostiek nu nog door een brochoscoop (een flexibele buis) in de luchtwegen te brengen en daarmee een stukje longweefsel weg te nemen voor nader onderzoek. Het alternatief: via een bronchoscoop met behulp van geluidsgolven (echo) vergrote lymfeklieren in de borstholte aanprikken en onderzoeken op ontstekingshaarden. Op die manier wordt circa 80 procent van de mensen met sarcoïdose gevonden, met de traditionele methode ligt dat percentage net boven de 50. Dit blijkt uit een groot internationaal onderzoek onder leiding van Jouke Annema, AMC-hoogleraar Pulmonale endoscopie. De resultaten verschijnen vandaag in het wetenschappelijke tijdschrift JAMA (Journal of the American Medical Association). De hoogleraar verwacht dat door het onderzoek op termijn de internationale richtlijnen zullen veranderen. Annema onderzocht ruim 300 mensen met een verdenking op sarcoïdose. De overgrote meerderheid – 91 procent – bleek de aandoening inderdaad te hebben; bij negen procent hadden de klachten een andere oorzaak. Door het nemen van een biopt kon 53 procent van de sarcoïdosepatiënten worden geïdentificeerd, bij onderzoek met geluidsgolven was dat 80 procent. Nederland telt circa 6000 patiënten met sarcoïdose. Bijna altijd zijn longen en lymfeklieren in de borstholte aangedaan. Vaak gaat de ziekte vanzelf over en hoeft de diagnose niet per se met zekerheid te worden gesteld. In sommige gevallen echter is diagnostiek wel vereist, bijvoorbeeld om mogelijke andere oorzaken van de klachten (zoals longkanker) uit te sluiten. Diagnostisch onderzoek op basis van een longbiopt (nu nog de standaard) kan in zeldzame gevallen leiden tot bloedingen of een klaplong. Sarcoïdose (ook bekend als de ziekte van Besnier-Boeck) is een ontstekingsziekte waarvan de oorzaak niet bekend is. Kenmerkend voor de ziekte zijn zogeheten granulomen (kleine opeenhopingen van ontstekingscellen), met name in de longen. Sarcoïdose treft vooral jong-volwassenen (tussen de 20 en 40 jaar). Belangrijkste symptomen zijn moeheid, hoesten, onverklaarbaar gewichtsverlies en kortademigheid. Meestal verdwijnen de klachten vanzelf maar bij circa één op de vijf patiënten wordt de ziekte chronisch. Bij het onderzoek van Annema waren 14 ziekenhuizen in zes landen betrokken.
In 2012 was de kinkhoest weer even helemaal terug, meldt onderzoeksinstituut NIVEL. Ondanks de DKTP-prik uit het Rijksvaccinatieprogramma ontstaat gemiddeld eens in de drie tot vier jaar een epidemie. De epidemie van 2012 was langdurig en er waren veel meer mensen ziek dan bij de laatste epidemie in 2007/2008. Kinkhoest wordt veroorzaakt door de bacteriën Bordetella pertussis en Bordetella parapertussis. De hoestbuien lijken aanvankelijk normaal, maar gaan na een paar weken over in de kenmerkende hevige en plotselinge ‘kinkende’ hoest. Ze kunnen één tot drie maanden aanhouden. Bij volwassen zijn de verschijnselen vaak milder dan bij kinderen. Baby’s kunnen echter ernstige complicaties krijgen, zoals een hersenbeschadiging of klaplong.