contactgegevens
APOTHEEK VELGHE
Zottegemstraat 24
9688 Schorisse
T. 055 45 56 81
info@apotheekvelghe.be

APOTHEEK VELGHE RONSE
Peperstraat 19
9600 Ronse
T. 055 21 26 72
ronse@apotheekvelghe.be
› Autisme

Hoe merk ik het?

  • Verminderd vermogen om sociale relaties op te bouwen en te onderhouden
  • Graag alleen zijn
  • Niet aangeraakt en/of geknuffeld willen worden
  • Vermijden van oogcontact
  • Niet met vriendjes of vriendinnetjes willen spelen
  • Dwangmatig gedrag
  • Veel rituelen er op na houden
  • Verminderde geestelijke ontwikkeling
  • "Ik" en "jij" verwisselen
  • Afwijkend taalgebruik (onder andere: het herhalen van woorden van een ander)

Hoe werkt het?

    Autisme is niet één aandoening. Men spreekt wel van het autistisch spectrum: een brede waaier van allerlei verschillende uitingen van de aandoening. Binnen dat spectrum horen subgroepen als klassiek autisme, syndroom van Asperger, PPD-NOS. Autisme is een ziekte die gevolg is van een stoornis in het functioneren van de hersenen. Kern van de aandoening is dat de samenhang tussen verschillende waarnemingen niet wordt gevoeld. Zo wordt een gebeurtenis ervaren zonder het bijpassende gevoel, wordt bij het contact met een ander geen emotie gevoeld zoals bijvoorbeeld vriendschap. Doordat een autist geen samenhang ervaart tussen zijn waarnemingen en emoties worden zijn sociale groei en ontwikkeling sterk beperkt. Dat kan zich als volgt uiten:
  • Het contact met anderen loopt niet, onder andere doordat autistische mensen niet met een ander kunnen meevoelen en hem ook niet aanvoelen. Zij trekken zich daardoor vaak terug op zichzelf.
  • Communicatie loopt niet. In de meeste gevallen kunnen autistische mensen goed praten, maar de spraak wordt vaak niet voor communicatie gebruikt, zeker niet voor emotionele communicatie. Het is onmogelijk voor hen om emoties onder woorden te brengen. Gebaren en gezichtsuitdrukkingen worden vaak ook niet begrepen.
  • De fantasie is verstoord, het is hen niet mogelijk zich een voorstelling te maken van wat komen gaat.
  • Belangstelling, activiteiten beperken zich tot een beperkt gebied.

Hoe ontstaat het?

Autisme komt voor bij ongeveer twee op de duizend personen en het komt vier keer zo vaak voor bij jongens als bij meisjes. De oorzaak is niet bekend. Erfelijke factoren kunnen een rol spelen, mogelijk ook gebeurtenissen tijdens de zwangerschap of infectieziekten daarna. De meerderheid van de autistische mensen is verstandelijk gehandicapt, maar de intelligentie kan normaal zijn. Sommige autistisch mensen zijn zelfs hoog intelligent.

Hoe ga ik er zelf mee om?

In de omgang met iemand met een autistische stoornis zijn eenvoud en regelmaat van belang. Een vast stramien, geen onverwachte gebeurtenissen, goede voorbereiding op veranderingen zijn vereisten.

Hoe gaat de arts er mee om?

De diagnose wordt vaak gesteld voor het derde levensjaar. De ouders merken dat het moeilijk is (emotioneel) contact te krijgen met hun kind. Het speelt moeilijk met andere kinderen, is vaak alleen. Het taalgebruik is anders, raar. Hevige woede- of angstaanvallen komen voor. Is er vermoeden van een stoornis, dan wordt het kind uitgebreid onderzocht door een kinderpsychiatrisch team. Aan de hand van de bevindingen wordt een advies gegeven betreffende begeleiding, ouderbegeleiding, een schooladvies. Autisme kan niet genezen worden. Door behandeling en begeleiding wordt ernaar gestreefd dat het kind zo goed mogelijk functioneert en zo min mogelijk hinder van zijn kwaal ondervindt.

Wetenschappelijk nieuws

Onderzoekers pleiten voor meer aandacht voor sekseverschillen bij autisme. Emotionele en gedragsproblemen zijn bij meisjes medebepalend voor het krijgen van een diagnose autisme. Dat blijkt uit onderzoek van promovenda Jorieke Duvekot van het Erasmus MC en Yulius. “Maar eigenlijk is het leed dan al geschied,” aldus hoofdonderzoeker dr. Kirstin Greaves-Lord. De onderzoekers publiceren hun bevindingen deze week in het wetenschappelijk tijdschrift Autism. Te vaak krijgen meisjes geen diagnose autisme, terwijl zij wel diverse symptomen laten zien. Bij meisjes komen de symptomen net wat anders tot uiting dan bij jongens. Uit het onderzoek blijkt dat meisjes die naast algemene autismekenmerken ook emotionele en gedragsproblemen hebben, vaker een diagnose autisme krijgen dan meisjes zonder die problemen. Bij jongens spelen de emotionele en gedragsproblemen een minder belangrijke rol bij het krijgen van een diagnose autisme. Voor het onderzoek, dat werd geleid door dr. Kirstin Greaves-Lord, hoofd van het onderzoeksprogramma Autisme van de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie van het Erasmus MC en Yulius, werkten zes GGZ-instellingen samen om alle kinderen die werden aangemeld, te screenen op autisme. Ruim duizend kinderen, tussen de 2,5 en 10 jaar oud, ondergingen deze screening. Ondanks dat hetzelfde percentage jongens als meisjes een risicoscore op autisme kreeg op de screeningsvragenlijst, werden jongens na uitgebreid vervolgonderzoek ruim twee keer zo vaak met autisme gediagnosticeerd als meisjes. Kenmerkend voor autisme zijn sociale-communicatieproblemen, beperkte interesses en moeite met veranderingen. “Omdat meisjes in het algemeen gevoeliger zijn voor sociale verwachtingen dan jongens, kunnen zij het als een grotere last ervaren als zij op sociaal vlak niet goed meekomen,” legt Greaves-Lord uit. “Zich toch proberen aan te passen en hun beperkingen verbergen, kost veel energie. Dat kan leiden tot angst, somberheid, boosheid of lichamelijke klachten. Eigenlijk is het leed dan dus al geschied.” De onderzoekers waarschuwen dan ook voor onderidentificatie bij meisjes. “Enerzijds moeten we niet te snel een diagnose geven. Anderzijds wil je voorkomen dat problemen al geëscaleerd zijn. Dat kunnen we doen door meer oog te hebben voor sekseverschillen bij autisme. Mogelijk kunnen meisjes hun beperkingen beter verbergen tijdens een kortdurend observationeel onderzoek. We adviseren om meetinstrumenten meer toe te rusten met voorbeelden van gedragingen van meisjes. Items over specifieke interesses geven meestal voorbeelden van typische jongensonderwerpen, zoals dinosaurussen of treinen. Maar wat te denken van een meisje dat echt alles tot in detail weet over paarden?” Het onderzoek is onderdeel van de Social Spectrum Study. Deze studie bestudeert de bredere sociale ontwikkeling van kinderen die zijn verwezen naar de Jeugd GGZ en autisme in het bijzonder. Aan de studie deden zes GGZ-instellingen mee: Erasmus MC–Sophia, Yulius, Emergis, GGZ Westelijk Noord-Brabant, Lucertis en voormalig Riagg Rijnmond.


Bron: Erasmus MC